Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2060720310
Vragen van het lid Pechtold (D66) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het opheffen van de Wageningse
studentenraad. (Ingezonden 6 juli 2007)
1
Hebt u kennisgenomen van het bericht `Opheffing van studentenraad'? 1)
2
Hoe beoordeelt u het feit dat de Raad van Bestuur van plan is de studentenraad op te heffen en
alle raden onder te brengen in één centrale medezeggenschapsraad, waadoor universitaire
studenten hun invloed teruggebracht zien van 12 naar 6 zetels?
3
Hoe beoordeelt u het feit dat in de nieuwe medezeggenschapsstructuur, zoals de Raad van
Bestuur van de Wageningen Universiteit die zich voorstelt, de studenten in de minderheid zijn
en het voor medewerkers mogelijk wordt mee te beslissen over studentenzaken?
4
Wat vindt u van het feit dat de centrale raad bovendien onderwerpen zal gaan behandelen die
niet noodzakelijkerwijs studenten aangaan, zodat de werkdruk voor studentenraadsleden
hoger wordt en het gehalte van besproken studentenzaken in de raad lager? Deelt u het
oordeel dat het onwenselijk is dat hiermee een voor de student herkenbare representatie
verdwijnt?
5
Onderschrijft u dat het studentenaandeel in de centrale medezeggenschapsraad (12 van de 36
zetels) niet in overeenstemming is met de Wet op het Hoger Onderwijs? Zo ja, bent u bereid
in te grijpen in de plannen van de Raad van Bestuur?
6
Hoe beoordeelt u het verwijt van studentenorganisaties dat studentenraden na invoering van
de Wet Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie (MUB) feitelijk tandeloos zijn
geworden als het gaat om onderwijsinhoudelijke zaken? Bent u bereid de Kamer een
overzicht te sturen van de manier waarop de bevoegdheden van studentenraden op de
verschillende universiteiten belegd zijn?
1) Hoog en Laag (Wagenings huis-aan-huis-blad), 13 juni 2007