LTO Noord
LTO Noord waarschuwt voor onveilige situaties op wegen in
buitengebied
6 juli 2007
LTO Noord waarschuwt voor onveilige situaties
Gemeenten trekken steeds minder geld uit voor onderhoud wegen in
buitengebied
De gemeentelijke onderhoudsbudgetten voor wegen buiten de bebouwde kom
dalen in meer dan de helft van de onderzochte plattelandgemeenten. Los
daarvan zijn in meer dan de helft van de onderzochte gemeenten, meer
middelen nodig om de kwaliteit van het wegennet in het buitengebied op
peil te houden. Met het afnemen van de kwaliteit van de wegen, neemt
ook de veiligheid af.
Dit blijkt uit het vandaag gepresenteerde onderzoek van Esther van der
Werf, studente aan de Thorbecke Academie, onderdeel van de Noordelijke
Hogeschool Leeuwarden, in opdracht van land- en tuinbouworganisatie
LTO Noord. Het onderzoek is uitgevoerd in dertien plattelandgemeenten,
verspreid over zeven provincies in het werkgebied van LTO Noord. In
het onderzoek staan de onderhoudsbudgetten voor wegen buiten de
bebouwde kom centraal. Waar mogelijk zijn de onderhoudsbudgetten vanaf
1985 in het onderzoek verwerkt.
De gemeenten die hebben meegewerkt aan het onderzoek zijn: Loppersum
en Zuidhorn (Groningen), Dongeradeel en Wymbritseradiel (Friesland),
Borger-Odoorn en Coevorden (Drenthe), Dronten en Noordoostpolder
(Flevoland), Anna Paulowna en Wieringermeer (Noord-Holland), Reeuwijk
(Zuid-Holland) en Oudewater en Lopik (Utrecht)
Interviews
Om niet alleen zicht te krijgen in het financiële verloop, maar ook
in de manier waarop gemeenten met hun wegen in het buitengebied omgaan
en hoe deze wegen worden gewaardeerd, zijn in het onderzoek interviews
verwerkt met drie partijen; de wegbeheerder, de weggebruiker en de
aannemer.
Iets meer dan de helft van de geïnterviewde wegbeheerders geeft aan
meer financiële middelen nodig te hebben om de wegen âup to dateâ te
krijgen. Uit de interviews blijkt dat wanneer financiële middelen
voor het onderhouden van wegen niet toereikend zijn,
kapitaalvernietiging kan plaatsvinden en de kwaliteit van de wegen
achteruit gaat. Dit betekent dat in meer dan de helft van de gemeenten
de wegkwaliteit aan het verslechteren is. Dit zal er toe leiden dat
deze gemeenten op langere termijn met veel hogere kosten voor
wegonderhoud te maken krijgen, dan wanneer ze de wegen nu kwalitatief
op niveau zouden brengen/houden. Een aantal gemeenten ziet wegen in
het buitengebied als kapitaal en zorgt er voor dat de asfaltwegen goed
onderhouden worden.
Veiligheid
Met het afnemen van de kwaliteit van de wegen, neemt ook de veiligheid
af. Nu geven geïnterviewden uit vijf gemeenten aan dat er soms
onveilige situaties ontstaan door de matige tot slechte wegkwaliteit,
maar de verwachting is dat het aantal onveilige situaties zal
toenemen. In gemeenten waar de kwaliteit van wegen tot problemen
leidt, ontstaan deze onder meer doordat wegen niet de juiste breedte
hebben. (Plaatselijke) verbreding van wegen, bijvoorbeeld door het
aanbrengen van passeerstroken is in de meeste onderzoeksgemeenten
noodzakelijk.
Toekomst
In het onderzoeksrapport wordt gewezen op het belang van verder
onderzoek naar de toestand van de wegen. De gevolgen van dalende
onderhoudsbudgetten in combinatie met de huidige kwaliteit van de
wegen moet vervolg onderzoek uitwijzen. Het is van belang een
gezamenlijk actieplan voor de verbetering van de infrastructuur in
plattelandgemeenten op te stellen en gezamenlijk naar financiële
middelen te zoeken. Eén van de onbenutte mogelijkheden is de inzet
van Europese middelen voor plattelandsontwikkeling.
Vrijdag 6 juli 2007