Reactie op Motie van de heer Crone (PvdA)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-ADV 2783598
5 juli 2007
Op 3 juli jl. ontving ik de motie van het lid Crone (PvdA) over het
vaccin Gardasil tegen baarmoederhalskanker. Hierbij reageer ik op deze
motie.
De motie heeft tot doel om reeds dit jaar een daadwerkelijke start te
maken met de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker en de vergoeding
hiervan, en hierover concrete maatregelen te nemen voor 1 september
aanstaande.
In lijn met mijn brief, d.d. 2 juli met kenmerk FEZ-U-2781367, ontraad
ik u de aanvaarding van deze motie. Ik ben van mening dat zorgvuldig
moet worden bekeken of het wenselijk is om in Nederland te starten met
vaccinatie tegen het humaan papillomavirus (HPV). Ik hecht daarbij
veel waarde aan een gedegen wetenschappelijk oordeel over de verwachte
effectiviteit, de te vaccineren doelgroep, samenhang met het
screeningsprogramma baarmoederhalskanker en de kosteneffectiviteit.
Daarom heb ik de Gezondheidsraad (GR) op 20 maart 2007 om advies over
opname van Gardasil in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) gevraagd. De
GR zal op basis van de stand van de wetenschap zijn advies uitbrengen.
De Raad verwacht dat het advies eind 2007 kan worden uitgebracht. Het
College van Zorgverzekeringen heeft mij geadviseerd het vaccin niet op
te nemen in het basispakket en eveneens het advies van de
Gezondheidsraad af te wachten.
De door u gewenste maatregelen zal ik niet treffen alvorens het advies
van de GR is uitgebracht.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink