Gemeente Utrecht
2007 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
44 Vragen van mevrouw G.A. Oskam
(ingekomen op 19 maart 2007
en antwoorden door het college verzonden op 5 juli 2007)
In de Brug van woensdag 7 maart stond een interview met ex-minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Karla Peijs. Zij zegt hierbij over de 2e aansluiting in De Meern op de A12: "..ik denk dat ik zeker eens in de drie weken vroeg: 'hoe is het met de afslag?' Ik vind dat je niet Leidsche Rijn kunt bouwen zonder de afslag op de A12, dat is toch te gek? Maar ja, dat zit niet in Rijkswaterstaat en niet in het Rijk, het zit in de gemeente. Die krijgt de grond niet onteigend." Bij de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen (2006/105), heeft u aangegeven dat de gemeente deelneemt in de Stuurgroep A12 Bravo, de communicatie door de Provincie geschiedt en een artikel 19.1 WRO verzoek is ingediend bij de gemeente Woerden. Volgens de website van de A12 Bravo werd de artikel 19.1 WRO procedure echter pas in februari opgestart.
Tijdens de bijeenkomst vorige week van het Mobiliteitsplatform en Platform Centrumplan De Meern, waarbij zowel raadsleden als wethouder de Weger aanwezig waren, werd vermeld dat de 2e aansluiting bij de A12 nog immer gepland is voor eind 2009. Navraag bij de projectleider van de A12 Bravo leert dat elke ontwikkeling vóór 1012 winst is. Bovendien zou dan dit jaar al het zand moeten worden gestort als ondergrond voor de weg, vanwege de duur van het zettingproces. In de antwoorden op de schriftelijke vragen, 2006/15 heeft u gemeld dat er een bandbreedte is afgesproken bij de planning en dat de planning nog immer zeer onzeker is vanwege onteigening- en andere planologische procedures.
In vervolg op deze gegevens, verzoekt D66 u om antwoorden op de volgende vragen:
1. Kunt u een geactualiseerde planning geven voor de oplevering van de 2e aansluiting bij de A12?
Rijkswaterstaat hanteert voor ingebruikname van de 2e aansluiting A12 de bandbreedte 2010-2011. Gelet op de vertraging die inmiddels is opgelopen, overweegt Rijkswaterstaat een gefaseerde openstelling, zodat de op- en afrit aan de noordzijde eerder kan worden opengesteld dan de zuidzijde. Bij de deze bandbreedte geldt dat het moment van openstelling afhankelijk is van de te doorlopen procedures en de grondverwerving. Om risico's op verdere vertraging te beperken is de gecombineerde aanbesteding van de aansluiting Woerden-Oost en provinciale verbindingsweg dit voorjaar gestart. Gunning zal medio 2007 plaatsvinden. De planning is dat de aannemer rond de jaarwisseling 2007/2008 aan de noordzijde start met het werk.
2. Wie is er nu verantwoordelijk voor de - nu al jarenlange - vertraging? De gemeente Woerden, de gemeente Utrecht, de provincie?
De vertraging is niet te wijten aan één aspect. Zowel het feit dat de gronden niet snel verworven kunnen worden, de langere doorlooptijd van de ruimtelijke ordeningsprocedures, als ook de zettingstijd van de grondlichamen die langer duurt dan oorspronkelijk gedacht, hebben tot gevolg dat er vertraging is opgelopen. Er is derhalve niet één partij verantwoordelijk voor de vertraging.
3. De ervaring leert dat bij andere grondverwervingoperaties binnen de gemeente Utrecht, de onderhandelingen zeer infrequent en langdurig kunnen zijn. In hoeverre geeft u als gemeente prioriteit aan de grondverwerving ter plekke?
De gronden die benodigd zijn voor de realisatie van de 2e aansluiting A12 en de provinciale verbindingsweg liggen in z'n geheel binnen de gemeente Woerden. De realisatie van de aansluiting is primair een verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. De provincie is verantwoordelijk voor de realisatie van de verbindingsweg De gemeente Utrecht is derhalve niet direct betrokken bij de grondverwerving. Voor zowel Rijkswaterstaat als de provincie geldt dat de grondverwerving voor deze projecten hoge prioriteit heeft.
1.
4. Waarom geeft u niet méér prioriteit aan de grondverwerving op deze plek?
Zie antwoord bij vraag 4.
5. Het afgelopen jaar zijn er bijna 600 woningen opgeleverd in Vleuterweide en de Balije. De enige manier waarop Veldhuizen, Vleuterweide, de Balije richting de A12 kunnen rijden is via de Veldhuizerweg. Vindt u de toename van het verkeer op deze 2-baansweg nog immer verantwoord bij gebrek aan een 2e aansluiting op de A12?
Oorspronkelijk was de uitbreiding van de Veldhuizerweg van 2*1 naar 2*2 rijstroken en de reconstructie van de rotonde gekoppeld aan de openstelling van de 2e aansluiting A12. De uitbreiding van de capaciteit op de Veldhuizerweg is namelijk pas noodzakelijk/zinvol als de aanvoer/afvoer naar de nieuwe aansluiting zorgt voor meer verkeer. Omdat dit project van Rijkswaterstaat alsmaar vertraagt, is besloten de koppeling los te laten. De werkzaamheden van de reconstructie van de Veldhuizerweg zijn inmiddels gestart.
2. Daarnaast hebben de gemeente Utrecht en Rijkswaterstaat in 2006 de capaciteit van de aansluiting A12-De Meern en van de Letschertweg vergroot om de verkeersgroei enigszins op te vangen in de periode dat de nieuwe aansluiting nog niet klaar is.
6. Is de artikel 19.1 WRO procedure nu wel of niet opgestart?
Navraag bij gemeente Woerden heeft het volgende antwoord opgeleverd. Zowel voor verbindingsweg als voor de aansluiting lopen de art. 19 lid 1 vrijstellingsprocedures. Voor de verbindingsweg zal op korte termijn de vrijstelling en daarmee de aanlegvergunning verleend worden. Voor de aansluiting is de procedure gestart in januari en de zienswijzen zijn nu behandeld, zodat in april de verklaring van geen bezwaar kan worden aangevraagd bij de provincie.
7. U antwoordde vorig jaar bij de schriftelijke vragen dat deze procedure zou worden opgestart. Dat was in september n.a.v. de Stuurgroepvergadering van mei 2006. Waarom heeft het nu wederom zo lang moeten duren voordat de procedure is opgestart?
Het opstarten van de art. 19 lid 1 procedure is niet vertraagd; er is echter halverwege besloten door de aanvrager, Rijkswaterstaat, om de procedure voor de aansluiting en de verbindingsweg afzonderlijk te doorlopen. Reden daarvoor was tweeledig. Enerzijds een beroepsprocedure die mogelijk vertraging voor beide projecten zou betekenen en anderzijds was er onduidelijkheid over het al dan niet moeten doorlopen van een MER voor alleen de aansluiting. Inmiddels is gebleken dat het doorlopen van een MER niet noodzakelijk is.
---- --