Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Ons kenmerk W&B/B&K/2007/21151 Datum 5 juli 2007

Onderwerp Onderzoeksrapport ' 'Evaluatie cliëntenparticipatie
WWB, een landelijk beeld van de lokale vormgeving'

Hierbij stuur ik u het onderzoeksrapport `Evaluatie cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand (WWB), een landelijk beeld van de lokale vormgeving'. Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Ipso Facto en maakt deel uit van de evaluatie van de WWB.

In dit rapport is een landelijk beeld geschetst van de vormgeving van cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand (WWB) op lokaal niveau. Daarnaast is er is gezocht naar voorbeelden uit de praktijk om van te leren.

Doel en opzet onderzoeksrapport
Het doel van cliëntenparticipatie is om de betrokkenheid van de cliënt bij de uitvoering van de WWB te vergroten. Cliëntenparticipatie is onmisbaar in een uitvoeringsstructuur waarin de cliënt centraal staat. Bovendien is de burger als geen ander op de hoogte van het feitelijk functioneren van gemeentelijke diensten.

In artikel 47 van de WWB is bepaald dat de gemeenteraad cliëntenparticipatie bij verordening vastlegt. In de verordening moeten regels staan over de wijze waarop cliënten of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet.

Verplichte onderdelen van de verordening zijn: periodiek overleg, mogelijkheid van aanmelden van agendaonderwerpen voor dit overleg en tijdige informatievoorziening aan de cliënten en of hun vertegenwoordigers.

Ons kenmerk W&B/B&K/2007/21151

Uitkomsten onderzoek
Het doet me deugd dat uit het onderzoek blijkt dat gemeenten de wettelijke taak om cliëntenparticipatie op lokaal niveau vorm te geven goed hebben opgepakt. Daardoor kan de inhoudelijke deskundigheid van cliënten(-raden) en/of hun vertegenwoordigers worden benut. Dit gebeurt ook. Gemeenten geven aan dat cliëntenraden als een waardevolle gesprekspartner worden beschouwd. Daarnaast hebben cliënten(-raden) en/of hun vertegenwoordigers een adviserende taak richting gemeenten. Dit beschouw ik als zeer waardevol.

Afhankelijk van de gemeentegrootte kennen gemeenten meer en minder geïnstitutionaliseerde vormen van cliëntenparticipatie. De meest voorkomende wijze om cliëntenparticipatie vorm te geven is door middel van de cliëntenraad.

Gemeenten zijn positief over de ruimte die artikel 47 biedt om cliëntenparticipatie vorm te geven op een manier die aansluit op de lokale situatie en de cliëntenraad wordt door de meerderheid van de gemeenten als een waardevolle gespreks- en adviespartner gezien. Gemeenten beschouwen cliëntenparticipatie als een belangrijke aanvulling op de beleidsvorming.

Gemeenten hebben in de praktijk meestal gekozen voor een brede adviestaak voor de cliëntenraad. Onderwerpen van advies zijn onder andere minima- en inkomensbeleid, arbeid- en re-integratiebeleid, verordeningen, kwaliteit van dienstverlening en fraudebeleid. De meeste door de gemeente gevraagde adviezen gaan over beleidsontwikkeling. Cliëntenraden brengen ook ongevraagde adviezen uit over de uitvoering van de WWB. De ongevraagde adviezen gaan vooral over de communicatie, de loketfunctie en de klantbejegening.

Het verloop van leden en het werven van nieuwe leden voor de cliëntenraden is volgens zowel gemeenten (40%) als cliëntenraden (42%) een knelpunt. Met name kleinere gemeenten hebben door het beperkte cliëntenbestand problemen met de werving van leden. Daarnaast is het vertegenwoordigen van de WWB-achterban voor veel cliëntenraden lastig. Bijna de helft van de sociale diensten en meer dan de helft van de cliëntenraden vindt meer contact met de achterban noodzakelijk. Dit lijkt echter lastig te realiseren omdat cliëntenraden en gemeenten hebben moeten concluderen dat een groot gedeelte van het cliëntenbestand geen behoefte heeft om actief betrokken te zijn bij de cliëntenraad. Door middel van inzet van diverse vormen van cliëntenparticipatie is dit knelpunt enigszins te ondervangen.


---

Ons kenmerk W&B/B&K/2007/21151

Hoe nu verder?
Primair is de wijze waarop cliëntenparticipatie vorm krijgt, de verantwoordelijkheid van de gemeente binnen de ruimte die de wet biedt. De gemeente is het best in staat om, gelet op de lokale omstandigheden, cliëntenparticipatie op een adequate wijze in te richten. Hoewel de primaire verantwoordelijkheid bij gemeenten ligt wil ik de deskundigheid van cliënten (-raden,
-organisaties) blijven benutten om te horen waar de dienstverlening aan de burger door het Rijk kan worden verbeterd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(A. Aboutaleb)

Bijlage(n):

- onderzoeksrapport 'Evaluatie cliëntenparticipatie WWB, een landelijk beeld van de lokale vormgeving'


---