5-7-2007
Getreuzel over Maasvlakte is decadent
Als volgens planning het eerste schip in 2013 aanlegt op de Tweede
Maasvlakte, zijn er 16 jaren verlopen sinds de discussie begon.
Maar tot op de dag van vandaag is nog geen schep zand in zee gegooid.
We besteden onze tijd liever aan oeverloos intern gepolder,
procedures, rekenaars, onderzoekers en juristen dan aan onze klanten.
Nederland is een decadent land geworden. Intussen staat de positie van
de Rotterdamse haven zwaar onder druk door concurrentie uit het
buitenland. Nieuwe vertragingen in de aanleg van de Tweede Maasvlakte
zijn voor de VVD daarom niet acceptabel. De VVD houdt de Minister van
V&W daarvoor verantwoordelijk. Hij moet een strakke regie voeren en -
als dat mogelijk is - ingrijpen om vertragingen te voorkomen.
Hieronder vindt u de inbreng van VVD woordvoerder Paul de Krom. Alleen
het gesproken woord geldt.
Al 10 jaar debatteren we over de aanleg van de Tweede Maasvlakte. Als
alles meezit dan ligt het eerste schip pas in 2013 aan de kade. Dan is
de doorlooptijd 16 jaar. Inmiddels is Rotterdam alweer een tijdje de
positie van grootste haven kwijt. Antwerpen en Hamburg lopen in razend
tempo op Rotterdam in. Waar Antwerpen nog voldoende ruimte heeft voor
nieuwe containeroverslag, is de ruimte in Rotterdam bijna op. En wat
gebeurt er als bedrijven niet meer kunnen uitbreiden? Dan gaan ze
ergens anders heen. Voor een paar containers is dit niet zo erg. Maar
het grote gevaar dat op de loer ligt is dat Aziatische bedrijven een
sterke voorkeur hebben voor 1 centraal punt voor laden en lossen in
Europa. En dat als zij dat niet meer allemaal in Rotterdam kunnen
doen, al hun activiteiten in zijn geheel worden verplaatst naar
elders. Want het zal hun niet zoveel uitmaken of dat Rotterdam,
Hamburg, Bremen of Antwerpen is. Je zou dus denken dat het
urgentiegevoel groot is. De positie van `ons' Rotterdam staat op het
spel. Maar niets is minder waar. Na 10 jaar geleuter is er nog geen
schep zand verplaatst. De door het Rijk gesubsidieerde Milieudefensie
slijpt alweer de messen om een door datzelfde Rijk gewenst project te
blokkeren. De generaal financiert het leger van de vijand. Iedereen
beeft en bibbert weer of de Raad van State opnieuw zal doorslaan in de
onderzoeksvereisten, positief MER of niet. Een tijdje geleden zag ik
een documentaire op TV waar vanaf een groot schip bodemmonsters voor
de kust werden genomen. Kosten 4 miljoen, maar gelukkig had de
betreffende onderzoeker wel een larf gevonden! Nederland is een
decadent land geworden waar het soms lijkt alsof we niet meer voor
onze centjes hoeven te knokken. We besteden ons geld en onze tijd
liever aan oeverloos intern gepolder, procedures, rekenaars,
onderzoekers en juristen dan aan onze klanten.
En wat doet de Minister? Die trekt zijn handen er van af. Hij `heeft
zijn huiswerk gedaan', `het ligt nu bij de decentrale overheden'. De
Rekenkamer geeft aan dat er nog steeds planningsrisico's zijn. De
Minister geeft als reactie daarop als antwoord dat hij geen aanleiding
ziet de planning te wijzigen meer tegelijkertijd geen garanties geeft.
Tegelijk is de Minister wel `op zoek naar versnellingsmogelijkheden'.
Maar in antwoord op vraag 14 geeft hij aan daarvoor geen mogelijkheden
te zien. Daar waar de Minister manhaftige taal spreekt als het gaat om
het forceren van de aanleg van nieuw asfalt, kan hier kennelijk niets.
Waarom overweegt de Minister niet gebruik te maken van de nieuwe
bevoegdheden van de Wet RO mocht de zaak opnieuw vastlopen? Waarom
neemt hij vanuit zijn coördinatierol (die hij heeft, zie antwoord op
vraag 19) niet het initiatief om betrokken bestuurders bijeen te
brengen en trekkers te koppelen aan projecten, zoals hij ook doet in
het urgentieprogramma Randstad? Laten we dat hier ook doen, met gezag,
met bevoegdheden, creatief op zoek naar tempo! Graag een reactie.
In antwoord op vraag 14 wordt aangegeven dat het beheersplan voor het
bodembeschermingsgebied gereed moet zijn voordat de aanleg mag
starten. Het plan moet eind 2007 gereed zijn. Ik krijg signalen dat
hierin een reëel gevaar voor de planning schuilt. Heeft de Minister
dat signaal ook opgevangen? Is hij met de VVD van mening dat om dat
risico te voorkomen een al te rigide en formalistische opstelling van
het beheersplan niet echt helpt?
Dan een vraag over de financiën. De VVD is blij dat de Minister de
aanbeveling van de Rekenkamer overneemt het gehele financiële plaatje
in de rapportages op te nemen. Kan hij de stand van zaken hier nu ook
schetsen? Is de gereserveerde 101 mln. wel voldoende om alle
onvoorziene kostenposten te dekken als de plaatsing van
geluidsschermen bij de A15 alleen al wordt geschat op 100 miljoen?
Waarom zijn die kosten überhaupt zo hoog? Kan de Minister ingaan op de
berekening van de Rekenkamer, waarin het totale geraamde bedrag dat
ten laste komt van het Rijk, 1,5 miljard, hoger is dan in de
basisrapportage aan de Tweede Kamer?
Ik concludeer. De informatievoorziening aan de Kamer moet beter,
conform de aanbevelingen van de Rekenkamer. De Minister moet een
actieve regierol nemen zoals hij ook voornemens is te doen bij de
aanleg van nieuw asfalt. Hij moet ervoor zorgen dat de huidige
planning wordt gehaald. Nieuwe vertragingen kunnen wij ons niet
permitteren en de VVD houdt deze Minister daarvoor verantwoordelijk.
Donderdag 5 juli 2007
VVD