Antwoorden op kamervragen van Ouwehand over stremsel in marsrepen en etikettering
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP-K-U-2781340
3 juli 2007
Antwoorden van minister Klink, mede namens de ministers van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit en van Economische Zaken, op vragen van het
Kamerlid Ouwehand over stremsel in marsrepen en etikettering
(206071550).
Vraag 1
Kent u het bericht "Vegaboycot tegen marsrepen"? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven of en hoe vaak het in Nederland voorkomt dat snacks en
andere producten ingrediënten van dieren bevatten, zoals stremsel uit
de magen van dode kalveren, zonder dat het etiket dit vermeldt?
Antwoord 2
De Warenwet schrijft voor dat naast de ingrediënten alle gebruikte
toevoegingen (additieven) met de functienaam en de stofnaam of het
E-nummer vermeld moeten worden in de ingrediëntenlijst op het etiket,
uitzonderingen daargelaten. Uit de ingrediëntbenaming valt op te maken
of een product een dierlijke oorspong heeft, zo moet bijvoorbeeld
`vet' altijd vooraf worden gegaan door `dierlijk' of `plantaardig'.
De herkomst van een toevoeging is niet direct af te leiden uit het
E-nummer op het etiket. E-nummers zijn verwijzingen naar in de
Europese Gemeenschap toegelaten voedseltoevoegingen. Onder andere het
Voedingscentrum (http://www.voedingscentrum.nl/) houdt een lijst bij
van toegelaten additieven en hun E-nummers waarbij is aangegeven of
het additief een dierlijke oorsprong heeft. In voedingsmiddelen kunnen
ook residuen van zogenaamde proceshulpstoffen voorkomen.
Proceshulpstoffen, zoals stremsel, worden voor technische doeleinden
tijdens de productie gebruikt. Onvermijdelijke residuen zijn
toegestaan, mits ze geen functie hebben in het eindproduct, en hoeven
niet te worden geëtiketteerd.
Vraag 3
Deelt u de mening dat er duidelijke productetikettering zou moeten
komen ten behoeve van mensen die geen dierlijke producten wensen te
consumeren? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze zou u daar
invulling aan willen geven? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
Wetgeving rond etikettering van voedingsmiddelen is op Europees niveau
geharmoniseerd ten behoeve van de interne markt. De huidige Europese
richtlijnen voorzien in uitgebreide voorschriften in detail over welke
informatie op de verpakking van voedingsmiddelen moet worden
geplaatst. Uitgangspunten daarbij is dat de consument niet wordt
misleid over de aard en de samenstelling van producten en dat op basis
van de informatie een weloverwogen keuze kan worden gemaakt. Een
veilige keuze staat daarbij voorop. Vandaar dat de Europese wetgever
specifieke eisen stelt aan bijvoorbeeld het benoemen van stoffen die
allergische reacties kunnen veroorzaken, houdbaarheid en aanwijzingen
voor bewaring en gebruik. Naast voorschriften voor een veilige keuze,
zijn er, waar van toepassing, voorschriften over bijvoorbeeld herkomst
of productiewijze. Ik ben van mening dat de eisen die nu aan
voedingsmiddelenetikettering worden gesteld voldoende informatie geven
aan consumenten over de mogelijke dierlijke oorsprong van gebruikte
ingrediënten.
Vraag 4
Bent u bereid een lijst van toegestane ingrediënten te publiceren
waarvan bekend is dat die afkomstig kunnen zijn van levende of gedode
dieren inclusief E-nummers? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze
zou u daar invulling aan willen geven? Zo neen, waarom niet?
Vraag 5
Bent u bereid in de informatievoorziening rond voedsel in algemene
zin, meer dan nu het geval is, rekening te houden met het snel
groeiende aantal vegetariërs, veganisten en vleesverlaters in ons
land? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze zou u daar invulling
aan willen geven? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Zoals ik hierboven heb aangegeven ben ik van mening dat de eisen de nu
aan etikettering worden gesteld, en die ook in de rest van Europa
gelden voldoende informatie geven over afkomst van dierlijke
ingrediënten. Ik zal daarom geen lijst opstellen van ingrediënten die
afkomstig zijn van dieren. Het etiket geeft voldoende informatie
hierover. Het Voedingscentrum geeft daarnaast informatie over
E-nummers en de mogelijke dierlijke afkomst van deze goedgekeurde
toevoegingen.
De Europese Commissie werkt momenteel aan een herziening van de
richtlijn etikettering levensmiddelen. Daarbij wordt nadrukkelijk
rekening gehouden met de toegenomen wens om naast de bestaande
productinformatie, rekening te houden met de toegenomen vraag van
consumenten om productinformatie over bijvoorbeeld ethische aspecten,
herkomst of milieuaspecten. Aan de andere kant zal de Europese
Commissie de administratieve lasten voor het betrokken bedrijfsleven
tegen het licht houden. Uit metingen van administratieve lasten in
Nederland blijkt dat verreweg de meeste administratieve lasten (ruim
EUR 337 mln.) in de voedselketen worden veroorzaakt door regels
omtrent etiketteren (Tweede Kamer, 2005-2006, 29 515, nr. 150).
Ik zal bij deze herziening bevorderen dat de voedingsmiddelenindustrie
de ruimte krijgt om op de genoemde aspecten, en dus ook het benoemen
van afwezigheid van dierlijke ingrediënten, te komen met eenduidige,
voor de consument begrijpelijke informatie op de verpakking, zonder
dat dit leidt tot extra regels. Ik vertrouw er op dat het groter
worden van de markt voor deze producten voldoende aansporing is voor
de fabrikanten om ook zelf met maatregelen te komen.
1)
http://www.meatandmeal.nl/nieuws/product-ontwikkeling/3497/vegaboycot-
tegen-marsrepen.html, 15 mei 2007