over Thuiszorg AWBZ

Antwoorden op kamervragen van Agema over Thuiszorg AWBZ

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2779770

3 juli 2007

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het Kamerlid Agema over Thuiszorg AWBZ (2060718440).

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat thuiszorgbedrijven vorig jaar extra geld is toegezegd door de toenmalige staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om hun klantenstops op te heffen, maar dat nu blijkt dat ze slechts een deel vergoed hebben gekregen?

Antwoord 1
Ja

Vraag 2
Is het waar dat thuiszorginstellingen nu geen geld krijgen voor de extra mensen die ze thuiszorg hebben verleend, terwijl hen dat wel was toegezegd?

Antwoord 2
Nee. Bij de toezegging dat een extra vergoeding kan plaatsvinden is aangegeven dat het moet gaan om `terechte overproductie'. Dit criterium in neergelegd in een vooraf gepubliceerde beleidsregel van de NZa. In deze beleidsregel staat onder meer dat sprake moet zijn geweest van overproductie waarmee problematische wachtlijsten zijn voorkomen. Ook zijn in de beleidsregel maxima gesteld voor aanvullende toeslagen voor verzorgingshuizen.
Bij de uiteindelijke toekenning heeft de NZa een aantal kortingen doorgevoerd. Het gaat om gevallen waarbij de accountant niet heeft kunnen vaststellen dat de zorgleverantie rechtmatig heeft plaats gevonden en situaties waarbij het maximum van de aanvullende toeslag is bereikt. In het eerste geval vindt geen additionele vergoeding van de zorgaanbieders plaats. In het tweede geval is cannoosprake van een vergoeding die lager ligt dan gevraagd door de zorgaanbieders. In het genoemde artikel wordt vooral gewezen op het feit dat de zorgaanbieders niet aannemelijk hebben kunnen maken dat ook inderdaad meer thuiszorg is geleverd.

Het totaal overzicht van toekenningen bij de nacalculatie 2006 is opgenomen in een brief van de NZa (`Landelijk beeld herschikking 2006', 1 juni 2007). Deze brief treft u bijgaand aan.

Op basis van de brief van de NZa kom ik tot de conclusie dat alle aanbieders die daar recht op hebben een vergoeding hebben ontvangen.

Vraag 3
Wat gaat u ondernemen om nieuwe klantenstops te voorkomen?

Antwoord 3
Om te voorkomen dat we opnieuw worden geconfronteerd met klantenstops, ben ik zeer alert op signalen uit de sector over de ontwikkelingen in 2007. De Nza heeft op 29 mei een rapportage uitgebracht in samenwerking met het CIZ en het CAK zodat vroegtijdig in het jaar een analyse beschikbaar is over mogelijke knelpunten ("Ontwikkeling indicatiestelling in relatie tot contracteerruimte 2007). Uit deze analyse blijkt dat naar het oordeel van de NZa de beschikbare middelen voldoende zullen zijn om in 2007 de groeiende zorgvraag te kunnen opvangen. Het rapport heb ik u bij de beantwoording van Kamervragen Kant/Van Gijlswijk aangeboden (nr. 1702, 30 mei 2007).