Grondwateroverlast
Enkele honderdduizenden woningen en bedrijven in Nederland ervaren
overlast als gevolg van een te hoge of te lage grondwaterstand. Het
gaat dan bijvoorbeeld om water in kruipruimte of kelder, optrekkend
vocht in de muren en een drassige tuin. Maar hoe herkent u
grondwateroverlast? Wat kunt u doen om overlast te voorkomen? Welke
taken en verantwoordelijkheden liggen er bij overheid en welke bij de
grondeigenaar?
* Herkennen van grondwateroverlast
* Wat u zelf kunt doen om grondwateroverlast te beperken of te
voorkomen?
* Taken en verantwoordelijkheden
Herkennen van grondwateroverlast
Een hoge grondwaterstand bij uw woning kan allerlei oorzaken hebben.
Enkele voorbeelden:
- dempen van een sloot die diende voor de afvoer van overtollig water
- achterstallig onderhoud aan drainagesystemen rond bouwwerken
- een niet op de grondwaterstand afgestemde bouw
- het lokaal gevoerde oppervlaktewaterbeheer
- ondiepe, slecht doorlatende lagen, waardoor het water onvoldoende de
bodem in kan zakken
- het beëindigen van een (langdurige) grondwateronttrekking,
bijvoorbeeld een drinkwaterwinning.
Als u vermoedt dat u last heeft van een hoge grondwaterstand, is het
verstandig om na te gaan of de overlast echt wel door grondwater wordt
veroorzaakt. Het water kan immers ook afkomstig zijn van een lekkage
aan de waterleiding. Met name de aftapkraantjes, waarmee u
bijvoorbeeld de buitenkraan afsluit, zijn bekende veroorzakers. Of het
water is afkomstig van een kapotte regenpijp of rioolbuis. Vraag
daarom eerst na bij uw buren of zij ook water onder de woning hebben.
Bent u (vooral in dicht bebouwd gebied) de enige, dan is er een grote
kans dat de overlast wordt veroorzaakt door de waterleiding of de
riolering. Raadpleeg in zon geval een installateur.
Een andere methode om na te gaan of u met grondwater te maken heeft,
is door de kruipruimte te inspecteren op een roestbruine afzetting op
de funderingsmuren. Doe dit enige tijd nadat de kruipruimte weer is
drooggevallen. Zon afzetting is namelijk vaak afkomstig van ijzer uit
het grondwater. Aan de hoogte van de afzetting kunt u zien tot welk
niveau het grondwater doorgaans stijgt. In gebieden waar het
grondwater weinig ijzer bevat zult u dit overigens niet aantreffen.
Wat u zelf kunt doen om grondwateroverlast te beperken of te
voorkomen?
Als er inderdaad sprake is van grondwateroverlast, kunt u de volgende
stappen ondernemen.
In de kruipruimte
1. Controleer of onder de woning een drainagesysteem aanwezig is.
Drainagebuizen moeten periodiek worden gereinigd, anders raken ze
verstopt. Deze kunt u laten doorspuiten.
2. Ga na of uw vloer voldoende is geïsoleerd.
3. Zorg voor voldoende ventilatie. De kruipruimte onder uw woning
behoort aan minimaal twee tegenover elkaar liggende zijden te zijn
voorzien van ventilatieroosters met een verbinding naar buiten. Zo
kan vocht door natuurlijke ventilatie naar behoren worden
afgevoerd. Ook is het zaak, de woonvertrekken voldoende te
ventileren. Het ministerie van VROM (www.vrom.nl/ventileren) biedt
hiervoor enkele handige tips.
4. In sommige gevallen is bij de bouw van de woning een te diepe
kruipruimte aangelegd. Een kruipruimte van circa 60 cm diep is
voldoende. De mogelijkheid bestaat om een te diepe kruipruimte
gedeeltelijk op te (laten) vullen, bijvoorbeeld met schelpen. Dit
kan een oplossing bieden tegen optrekkend vocht.
In de kelder
Een kelder hoort waterdicht te zijn. De woningbezitter is hier zelf
voor verantwoordelijk. Pas op bij het boren van gaten in de
keldermuren, bijvoorbeeld wanneer u een leiding door de muur wilt
voeren. Op een later moment kan de grondwaterstand namelijk stijgen en
het water via de leidingdoorvoer de kelder in stromen. Overigens kan
vocht in de kelder (met name op warme zomerdagen) ook het gevolg zijn
van condens, doordat vochtige warme lucht in aanraking komt met de
koele keldermuren.
In de tuin
Vaak ligt de oorzaak van wateroverlast in de tuin. Regenwater kan soms
onvoldoende de grond in zakken waardoor een drassige situatie ontstaat
en de kruipruimte onderloopt. De Vereniging Eigen Huis
(www.eigenhuis.nl) heeft hierover in het verleden een uitgebreid
artikel gepubliceerd (titel: tuinklus: verhelp wateroverlast). Ook op
de sites www.neerlandstuin.nl en www.tuinkrant.com vindt u meer
informatie. Raadpleeg bij twijfel een (tuin)specialist.
Wat kunt u zelf doen?
1. Controleer of in de tuin een drainagesysteem aanwezig is.
Drainagebuizen moeten periodiek gereinigd worden, anders raken ze
verstopt. Deze kunt u laten doorspuiten.
2. Ga na of eventuele sloten en greppels nabij uw woning wel
voldoende schoon en diep zijn. Een belemmerde waterafvoer leidt al
gauw tot stijging in de grondwaterstand. Als de sloot/greppel niet
op uw eigen perceel ligt, maak dan afspraken met de eigenaar over
tijdig onderhoud. Mocht blijken dat vroeger aanwezige sloten of
greppels gedempt of beduikerd zijn, probeer deze opnieuw aan te
(laten) brengen. Houd er wel rekening mee dat u ontheffing moet
aanvragen wanneer u de (opnieuw) te graven sloot of greppel wilt
laten afwateren op een oppervlaktewater dat door het waterschap
wordt beheerd. Neem hiervoor contact op met de afdeling
Vergunningen & Meldingen van het waterschap.
3. Ga na of uw verharding (terras, oprit) wel voldoende afloopt zodat
regenwater van de woning af kan stromen, bijvoorbeeld naar de
openbare weg.
4. Heel vaak wordt de overlast veroorzaakt doordat de grond
onvoldoende waterdoorlatend is. Dit kan komen door de grondsoort.
Over het algemeen geldt: hoe zandiger de grond, des te beter
doorlatend. Maar ook komt het geregeld voor dat er slecht
doorlatende lagen in de bodem zitten. Bij nieuwbouwwijken gebeurt
dit vaak doordat de grond is dichtgereden door bouwverkeer. Maar
ook kan zich een oerlaag in de bodem bevinden waardoor het water
niet weg kan. In dergelijke gevallen is er eigenlijk maar één
oplossing: de grond losmaken. Vooral bij nieuwbouwwoningen is het
verstandig de tuin te diepspitten voordat deze wordt aangelegd.
Ook wanneer u uw tuin opnieuw gaat aanleggen, is het een goed
moment om na te denken over het verbeteren van de bodemstructuur.
De benodigde machines (frees, cultivator, graafmachine) kunt u
vaak huren. Let wel op de aanwezigheid van kabels en leidingen op
uw perceel. Slecht doorlatende grondsoorten kunt u mengwoelen met
zand, humus of kleigrondverbeteraar. Ook wordt hier wel
(lava)grind voor gebruikt. Op internet is meer informatie te
vinden over dit onderwerp.
5. Voorkom de teleurstelling van massale plantensterfte. Bij
permanent vochtige tuinen kunt u kiezen voor vochtminnende
plantensoorten. Plantensoorten als de dotterbloem, geitenbaard,
zomerklokje, maskerbloem, koningsvaren, duizendknoop, valeriaan,
sleutelbloem en iris zijn beter aangepast aan vochtige
omstandigheden.
6. De draagkracht van de bodem is vaak een probleem in een vochtige
tuin. Kies in zon geval voor grotere tegels. Dat gaat verzakking
van terras en oprit tegen.
Niet pompen
Sommige mensen proberen hun kruipruimte permanent droog te houden met
een dompelpomp. Overweeg deze optie alleen wanneer alle andere
oplossingen niet blijken te werken. Het kost een hoop energie en u
trekt ook het nodige water uit de omgeving aan. Dit is dus geen
optimale oplossing.
Zettingsgevoelige gebieden
Pas op met het verlagen van de grondwaterstand wanneer u in een
zogenaamd zettingsgevoelig gebied woont. Dit speelt bijvoorbeeld bij
veengronden. In dergelijke gebieden kan verlaging van de
grondwaterstand tot gevolg hebben dat de bodem inklinkt. Hierdoor kan
uw erf verzakken. Ook kan schade ontstaan aan bebouwing, wanneer deze
niet voldoende gefundeerd is. Schakel desnoods een bouwkundig expert
in.
De verlaging van de grondwaterstand beperkt zich meestal niet alleen
tot uw eigen perceel. Ook bij de buren kan zettingsschade optreden.
Informeer hen daarom altijd vóórdat u aan de slag gaat.
Taken en verantwoordelijkheden: een beknopt overzicht
Ten aanzien van de taken en verantwoordelijkheden rond stedelijk
(grond)waterbeheer worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
* De grondeigenaar is verantwoordelijk voor de ontwatering en
afwatering van zijn eigen perceel. Dit betekent dat u (of indien u
in een huurwoning woont: uw huurbaas) zelf moet zorgen voor een
deugdelijke afvoer van overtollig water van uw perceel. Hieronder
valt onder andere de zorg voor drainagesystemen onder en rond uw
woning en het voldoende waterdicht zijn van kelders.
* De gemeente zamelt aangeboden (grond)water in en heeft de taak,
wegen en openbaar groen voldoende te ontwateren om een gezonde en
veilige leefomgeving te waarborgen.
* Het waterschap beheert het water in beken, sloten, rivieren en
kanalen (het zogenoemde oppervlaktewater). Via het
oppervlaktewater wordt het aangeboden overtollig water afgevoerd.
Door het instellen van het oppervlaktewaterpeil beïnvloedt het
waterschap indirect ook het grondwaterpeil. Oppervlaktewateren
binnen de bebouwde kom zijn dikwijls nog in beheer van de
gemeenten. In dat geval stelt de gemeente het waterpeil in. Het
waterschap streeft ernaar meer stedelijk water te gaan beheren.
Verder is het zo dat sinds eind 2003 de initiatiefnemer van een
ruimtelijk plan verplicht is om vroegtijdig advies in te winnen
bij het waterschap over hoe om te gaan met water. Dit is de
zogenaamde Watertoets.
* De provincie is strategisch grondwaterbeheerder. Dat wil zeggen
dat de provincie in de gaten houdt of er nog voldoende grondwater
van de gewenste kwaliteit is. In dit kader geeft de provincie
vergunningen af, bijvoorbeeld aan de drinkwaterbedrijven. De
provincie heeft overigens enkele uitvoerende taken op het gebied
van vergunningverlening en handhaving gedelegeerd aan het
waterschap. --> linken naar verwante paginas op website waterschap
Velt en Vecht Tenslotte heeft de provincie, wanneer het waterschap
een negatief oordeel velt in de Watertoets, de bevoegdheid om een
ruimtelijk plan aan te houden.
Gemeente Hardenberg