ChristenUnie
ChristenUnie draait niet om Europa
ChristenUnie draait niet om Europa
dinsdag 03 juli 2007 10:20
Niet de ChristenUnie heeft een draai gemaakt in haar opvattingen over
Europa, maar de Nederlandse regering heeft Europa een draai laten
maken. De afspraken die op de EU-top in Brussel gemaakt werden,
betekenen een wezenlijke koerswijziging die de ChristenUnie oprecht en
vrolijk als winst incasseert.
Twee jaar geleden was de ChristenUnie tegen de Europese Grondwet. De
SP ook. En vervolgens een meerderheid van de Nederlandse bevolking
ook. Je zou kunnen concluderen dat de ChristenUnie en de SP beter dan
andere partijen aanvoelden welke gevoelens er onder de bevolking
leefden met betrekking tot Europa. Maar het `nee' van de ChristenUnie
kwam niet voort uit populisme, uit klakkeloos volgen van een
argwanend, eurosceptisch `volksgevoel'. We hadden een reeks heldere
argumenten tégen de Europese Grondwet; die hebben we met verve
uitgedragen toen er een referendum kwam waar wij níet om gevraagd
hadden. Maar wij zijn geen anti-Europese partij, hoe graag de SP ons
ook in dat kamp zou trekken. En dus waren we wel vóór een nieuw
wijzigingsverdrag, want op basis van de bestaande afspraken is het
niet mogelijk om een tot 27 lidstaten uitgedijd Europa nog
transparant, democratisch en slagvaardig te besturen. Veel problemen
vragen om een grensoverstijgende aanpak.
In november jl. behoorden de SP en de ChristenUnie tot de winnaars van
de verkiezingen voor de Tweede Kamer. De SP heeft daarna binnen de
kortste keren bedankt voor de verantwoordelijkheid om deel te nemen in
een nieuw kabinet. De ChristenUnie heeft vervolgens wél die opdracht
van de kiezer aanvaard, maar pas nadat er een akkoord was gesloten
waarin tal van punten uit ons verkiezingsprogramma herkenbaar waren
overgenomen. De passage in het coalitieakkoord over Europa was een
mooi voorbeeld van onverdunde ChristenUnie-inbreng: `Gestreefd wordt
naar een wijziging en eventuele bundeling van de bestaande verdragen
van de Europese Unie waarin subsidiariteit en democratische controle
zeker gesteld worden en die zich in inhoud, omvang en benaming
overtuigend onderscheidt van het eerder verworpen `grondwettelijk
verdrag'.'
Vorige week hebben premier Balkenende en staatssecretaris Timmermans
in Brussel het door velen onmogelijk geachte behaald: de hierboven
geciteerde afspraak uit het coalitieakkoord werd binnengehaald. Er
komt géén grondwet of grondwettelijk verdrag, maar gewoon een
`klassiek' wijzigingsverdrag. En daarin worden de bevoegdheden van
Europa en haar lidstaten scherp afgebakend. Het primaat ligt bij de
lidstaten: uitgangspunt is dat beleid nationaal gemaakt wordt, tenzij
grensoverschrijdende problemen een Europese aanpak vergen. Daardoor
wordt een halt toegeroepen aan het weglekken van bevoegdheden via het
Europees Parlement en het Europees Hof van Justitie. Tegelijk meet
Europa zich geen hogere pretenties aan dan haar toekomen; geen
`preambule' dus waarin allerlei hooggestemde woorden worden gewijd aan
de wortels van de Europese identiteit terwijl tegelijk welbewust de
christelijke traditie wordt verzwegen. Verder krijgen we geen symbolen
opgedrongen zoals de blauwe vlag met gouden sterren en een
utopistische hymne (`Alle Menschen werden Brüder').
De afbakening van bevoegdheden en het afzien van grondwettelijke
pretenties zijn de belangrijkste winstpunten. Maar ook het feit dat er
geen Europese President en Minister van Buitenlandse Zaken komen, is
niet zonder betekenis. Onbegrijpelijk dat de SP eerst moord en brand
schreeuwde over zulke opgeblazen functionarissen, en dat ze het
afschaffen ervan nu een `cosmetische wijziging' noemt. Een technisch
voorzitter is écht iets anders dan een President, en een `hoge
vertegenwoordiger' (ambtenaar dus) is écht iets anders dan een
Minister van Buitenlandse Zaken. Titulatuur is geen cosmetica maar een
afspiegeling van wezenskenmerken.
De SP vindt nu dat de ChristenUnie een draai gemaakt heeft; volgens
Harry van Bommel waren we in 2005 tegen de Grondwet `omdat daarin geen
verwijzing naar het christelijk geloof stond'. Dit is geen juiste
weergave van de geschiedenis. De ChristenUnie was tegen een Europese
Grondwet, omdat zij Europa niet wil laten verheffen tot superstaat. En
daar kwam bij dat de toen voorliggende tekst ronkende beschouwingen
bevatte over de gemeenschappelijke wortels van Europa, terwijl een
verwijzing naar de christelijke traditie welbewust ontbrak. Nu echter
komt er geen Grondwet maar een klassiek wijzigingsverdrag. Zo'n
verdrag behoeft geen preambule en dus geen officiële geboorteakte van
de Europese identiteit; de vraag naar de religieuze traditie van de
unie is derhalve niet meer aan de orde. Wanneer echter de discussie
over een preambule en de vermelding van onze `roots' daarin opnieuw
oplaait, zal onze principiële stellingname dezelfde zijn als voorheen.
Wij zijn blij met de afspraken die in Brussel gemaakt zijn, maar ze
moeten nog wel verwerkt worden in een verdragstekst en daar zullen we
scherp op toezien. In mijn reacties op de uitkomst van de Europese top
heb ik de hoop uitgesproken dat het debat nu even níet gaat over een
afgeleide kwestie (`Komt er een referendum?'), maar over de inhoud.
Wanneer te zijner tijd tóch die afgeleide kwestie aan de orde komt,
zullen we - ongeacht hoe goed we de verdragstekst vinden en hoeveel
vertrouwen we hebben in het oordeel van de bevolking - tegen een
referendum zijn.
Omdat wat als `raadpleging' gepresenteerd wordt, de facto het
eindoordeel bij het parlement weghaalt. Dát is nu juist een vorm van
sluipende bevoegdheidsoverdracht, een weglekken van
verantwoordelijkheid waar de ChristenUnie als vanouds tegen is. De
ChristenUnie is voor correctieve referenda, maar daarvoor is een
grondwetswijziging nodig. De manier waarop nu met raadplegende
referenda wordt omgegaan, deugt niet. In het belang van onze
geloofwaardigheid zullen we dus opnieuw tégen een volksraadpleging
over Europa zijn. De ChristenUnie gaat niet draaien omdat we zo graag
nog even een bevestigend complimentje van de burger zouden oogsten.
Door: Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink (Tweede Kamerlid voor de
ChristenUnie).