Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
logoocw
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk
uli 2007
2 j DCE/07/26244
Onderwerp
Nationaal Historisch Museum
Met deze brief wil ik u informeren over de keuze die ik heb gemaakt voor de vestigingsplaats van het
Nationaal Historisch Museum. Een afweging van verschillende factoren heeft de doorslag gegeven om
voor het voorstel van de gemeente Arnhem te kiezen.
Met de keuze voor de vestigingsplaats komt het Nationaal Historisch Museum (NHM), waarin de
geschiedenis van Nederland in alle breedte zichtbaar wordt, naderbij. Het NHM moet het historisch
besef van alle Nederlanders, in het bijzonder onze jeugd, versterken. Die wens is al geruime tijd
onderwerp van gesprek. Ook uit het enthousiasme voor de Canon blijkt het brede draagvlak voor
geschiedenis.
De keuze voor Arnhem sluit aan bij de visie op het doel en de doelgroep van het NHM die door mijn
voorgangster onder woorden is gebracht. In de brief van 12 september 2006 (kenmerk OWB/AI-
2006/12668) zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd die als toetssteen zijn gebruikt bij de keuze
van de locatie:
1. dat het Nationaal Historisch Museum het verspreiden van kennis over de canon van de geschiedenis
als doel heeft;
2. dat het moet bijdragen aan het geschiedenisonderwijs;
3. dat de doelgroep het deel van het brede publiek moet zijn dat niet wordt bereikt door andere
initiatieven;
4. dat het Nationaal Historisch Museum interactief zal moeten werken op een manier vergelijkbaar
met science center NEMO en dat het ook in interactie moet werken met het onderwijs en de musea.
In mijn brief van 25 april 2007 (kenmerk DCE/07/16533) heb ik u vergezeld van argumentatie gemeld
dat Amsterdam, Arnhem en Den Haag zijn uitgenodigd om voorstellen in te dienen voor een locatie van
het NHM. Aan de gemeenten is aangegeven dat circa 12 miljoen structurele rijksbijdrage beschikbaar
is voor een NHM.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
E
blad 2/3
De criteria voor de beoordeling van de voorstellen van de gemeenten vloeien voort uit doelen die we
met het museum willen realiseren. De context waarin het museum komt te staan moet een sterke
aantrekkingskracht hebben op het brede publiek. De nabijheid van die instellingen, liefst op
loopafstand, moet een ideale combinatie vormen voor een aantrekkelijke dagbesteding voor met name
scholieren en het brede publiek dat niet wordt bereikt door andere initiatieven.
Dat betekent dat ook de bereikbaarheid goed moet zijn, zowel wat betreft parkeergelegenheid als
voorzieningen voor openbaar vervoer. Tenslotte moet het voorstel een hoge mate van
bedrijfszekerheid bieden, dat wil zeggen dat de locatie beschikbaar is en het NHM op afzienbare
termijn te realiseren valt.
Amsterdam, Arnhem en Den Haag hebben uitgewerkte voorstellen ingediend voor het NHM. In deze
voorstellen hebben de gemeenten ook ideeën voor een inhoudelijk concept van het NHM gepresenteerd
en er zijn architectonische schetsen voor een museumgebouw opgenomen. Deze ideeën over het
concept en het gebouw illustreren mogelijkheden voor het realiseren van het NHM. Daadwerkelijke
ontwikkeling van concept en gebouw zijn natuurlijk pas in een volgende fase aan de orde.
Het kabinet stelt het zeer op prijs dat de drie gemeenten zich hebben ingespannen om met
aantrekkelijke voorstellen te komen. Uiteindelijk is de keuze gevallen op Arnhem.
Arnhem stelt voor het NHM te bouwen op het terrein naast het Nederlands Openluchtmuseum.
De fysieke verbondenheid van de locatie van het NHM met het Openluchtmuseum levert het NHM
voordeel op. De attractiewaarde van het Nederlands Openluchtmuseum (een dagje uit) zorgt ervoor
dat zowel gezinnen met kinderen als `onervaren' museumpubliek makkelijk worden bereikt. Ook het
onderwijs (basis- en voortgezet onderwijs, inclusief het VMBO, 60% van het voortgezet onderwijs),
kent het Openluchtmuseum goed en komt er graag. In het Openluchtmuseum komt een cultureel
diverse publieksgroep. Daarop aansluiten ligt voor het NHM binnen bereik. Op dit punt scoort deze
vestigingsplaats hoger dan Amsterdam of Den Haag waar op loopafstand musea voor een gemiddeld
hoger geschoold publiek staan.
Onderzoek naar de publieksverbreding in de Gelderse musea (Ranshuysen en Elffers, maart 2004)
heeft aangetoond dat Gelderland in grote mate doel is van groepstochten in Nederland. Maar dat niet
alleen. De ligging tussen het Openluchtmuseum (circa 390.000 bezoekers) en de dierentuin Burgers'
Zoo (circa 1,5 miljoen bezoekers) en de aanwezigheid van andere attractieve publieksbestemmingen in
de directe omgeving, maken Arnhem tot een aantrekkelijke, toeristische bestemming. Bijkomstig
voordeel van de keuze voor Arnhem boven de andere is dat deze plek het meest dichtbij het geografisch
middelpunt van Nederland ligt.
De stad Arnhem en de cultuurhistorische instellingen in de nabije omgeving van Arnhem, zoals Kröller-
Müller Museum en Paleis 't Loo, trekken ongeveer 1,2 miljoen bezoekers per jaar. Op dat potentiële
publiek kan het NHM aansluiten.
Met de keuze voor Arnhem bevindt het NHM zich in de inhoudelijke context van de geschiedenis van
het dagelijks leven en werken in Nederland. Deze omgeving is inspirerend en complementair aan het
blad 3/3
NHM dat onafhankelijk is van het Nederlands Openluchtmuseum en een eigen concept van de meer
statelijke geschiedenis zal geven. Het NHM zal eigen programma's en activiteiten ontwikkelen waarin
aandacht wordt gegeven aan alle vensters van de canon en natuurlijk de staatsrechtelijke
wordingsgeschiedenis van Nederland. Tevens zal het NHM debat en onderzoek over de geschiedenis
van Nederland entameren. Samenwerking met andere toonaangevende cultuurhistorische instellingen
is daarbij essentieel. Deze instellingen hebben hun betrokkenheid bij Arnhem als vestigingsplaats laten
blijken.
Voor het brede publiek, maar ook voor de scholen is het van groot belang dat de locatie goed
bereikbaar is. Zowel de stad Arnhem als de specifieke locatie voldoen daaraan. De ruime
parkeergelegenheid voor bussen maakt, naast de goede bereikbaarheid met openbaar vervoer, de
locatie in Arnhem een aantrekkelijke vestigingsplek voor het NHM. Met de vestiging van het NHM in
Arnhem draagt het kabinet bij aan de regionale spreiding van culturele voorzieningen. De regionale
verscheidenheid van de Nederlandse geschiedenis kan in Arnhem alle aandacht krijgen.
De locatie is beschikbaar en er kunnen voldoende vierkante meters gerealiseerd worden voor een
gebouw dat een overzicht van de Nederlandse geschiedenis laat zien. Volgens het voorstel van Arnhem
kan het NHM in 2011 zijn deuren openen. Uit de concreetheid van het voorstel blijkt het commitment
van de gemeente Arnhem. Het enthousiasme waarmee aan het voorstel is gewerkt toont de
betrokkenheid van de gemeente en instellingen. De gemeente Arnhem stelt de grond om niet
beschikbaar en de provincie Gelderland stelt ook een financiële bijdrage beschikbaar.
De voorstellen van Amsterdam en Den Haag bevatten waardevolle en inspirerende elementen, die een
rol kunnen spelen in de verdere uitwerking van het NHM. De volgende stap in het proces om te komen
tot een NHM is de aanstelling van een kwartiermaker. Deze krijgt tot taak ondermeer een concept voor
het NHM te ontwikkelen alsmede een gebouw te laten ontwerpen en realiseren, rekening houdend met
de regels voor openbare aanbesteding. Ook zal het tot de opdracht van de kwartiermaker behoren om
in de komende tijd en op weg naar de daadwerkelijke realisatie van het NHM spraakmakende en
vernieuwende programma's te ontwikkelen ter versterking van kennis en historisch besef bij een breed
publiek.
Ik zal u de na de zomer verder informeren over de verdere ontwikkeling, inclusief de rechtsvorm van
het NHM. Het NHM zal net als de andere rijksmusea een museum worden met een zelfstandige en
onafhankelijke status. Een ambtelijke projectgroep van de ministeries van OCW en VROM/RGD zal het
proces van totstandkoming begeleiden.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk