Beoordelingskader provincies ten behoeve van Algemeen Overleg Natura 2000
28 juni 2007 - kamerstuk
Directie Natuur
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
13 juni 2007 07-LNV-B-41
DN. 2007/1816
28 juni 2007
onderwerp bijlagen
Beoordelingskader provincies ten
behoeve van AO Natura 2000
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik het antwoord toekomen op de vraag die door de vaste commissie voor
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is gesteld over de beschouwingen van de
provincies op de zienswijzen voor de ontwerpaanwijzingsbesluiten van de Natura 2000-
gebieden.
In uw brief wordt mij gevraagd in te gaan op de invulling van het beoordelingskader ten
behoeve van gebiedsbegrenzing waarop de provincies op korte termijn dienen te rea-
geren. Ik merk daarover het volgende op.
Wettelijk kader beschouwingen provincies
Artikel 11, derde lid, Natuurbeschermingswet 1998 bepaalt dat binnen vier maanden na
afloop van de termijn voor het uitbrengen van zienswijzen Gedeputeerde Staten de naar
voren gebrachte zienswijzen, vergezeld van hun beschouwingen aan de minister van LNV
zenden. De minister kan op verzoek van Gedeputeerde Staten deze termijn met acht
weken verlengen.
De beschouwingen zullen een weging van de zienswijzen inhouden en dragen bij aan de
motivering van het definitieve besluit. Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht moet
het bestuursorgaan bij het definitieve besluit zijn overwegingen omtrent de ingebrachte
zienswijzen vermelden. Daarmee worden ze onderdeel van de motivering van het defini-
tieve besluit.
Bij de weging van de zienswijzen gelden de Europese en nationale regelgeving als beoor-
delingskader. Uit de Habitatrichtlijn volgt dat de aanwijzing van Natura 2000-gebieden
moet gebeuren op basis van het ecologische belang van het gebied als onderdeel van het
Europese ecologische netwerk. Bij het bepalen van de instandhoudingsdoelstellingen van
deze geselecteerde gebieden spelen naast ecologische afwegingen ook economische en
andere belangen een rol.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
28 juni 2007 DN. 2007/1816 2
In Nederland is hiervoor als uitgangspunt gekozen dat de doelen haalbaar en betaalbaar
zijn. Bovendien geldt het beginsel van "strategisch lokaliseren".
Dit betekent: behoud of herstel daar nastreven waar de grootste potentie ligt en dit het
gemakkelijkst kan.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit