Antwoord op Kamervragen over bescherming van het vliegend hert
28 juni 2007 - kamerstuk
Directie Natuur
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
8 juni 2007 2060717730
DN. 2007/1808
28 juni 2007
onderwerp bijlagen
Kamervragen over bescherming van het
vliegend hert
Geachte Voorzitter,
Hierbij geef ik antwoord op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over de bescherming van
het vliegend hert.
1
Kent u het bericht "Vliegende herten gezocht"? 1
Ja.
2 en 7
Is het waar dat het vliegend hert nog maar in enkele gebieden in Nederland voorkomt?
Is het beschermingsregime waaronder deze bedreigde diersoort valt, in de afgelopen jaren
versoepeld? Zo ja, bent u bereid het beschermingsregime van het vliegend hert tot het
hoogste niveau op te voeren zolang deze diersoort ernstig wordt bedreigd in zijn
voortbestaan?
Is het waar dat het vliegend hert beschermd is volgens de habitatrichtlijn en de Conventie
van Bern en dat voor deze soort het instellen van speciale beschermingszones vereist is
omdat de bescherming ervan van intercommunautair belang geacht wordt? Zo ja, kunt u
aangeven welke speciale beschermingszones reeds zijn aangewezen en waaruit het
beschermingsregime in die zones bestaat? Zo neen, kunt u aangeven waarom de instelling
van speciale beschermingszones volgens u niet noodzakelijk is en hoe u dan garandeert
dat het vliegend hert adequaat wordt beschermd?
Het vliegend hert heeft een beperkt verspreidingsgebied. De soort is aangewezen als
beschermde inheemse soort op grond van de Flora- en faunawet. Bovendien is de soort
opgenomen in bijlage II van de Habitatrichtlijn. Om die reden zijn voor deze soort in mei
2003 zeven gebieden aangemeld als Habitatrichtlijngebied bij de Europese Commissie.
1 6 juni 2007,
http://vroegevogels.vara.nl/portal/img/somedirectory/some.html?_scr=news_newsitem1&i
d=292806
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
28 juni 2007 DN. 2007/1808 2
Dit betreft de gebieden Springendal & Dal van de Mosbeek, Veluwe, Sint Jansberg,
Geleenbeekdal, Geuldal, Savelsbos en Noordbeemden & Hoogbos. Deze aanmeldingen
zijn inmiddels door de Europese Commissie goedgekeurd door plaatsing op de commu-
nautaire lijst voor het Atlantische bio-geografische regio (december 2004). De ontwerp-
besluiten voor aanwijzing van Springendal & Dal van de Mosbeek, Veluwe, Sint Jansberg,
Savelsbos en Noordbeemden & Hoogbos hebben begin dit jaar ter inzage gelegen. Na
voltooiing van de Nota van Antwoord kunnen de gebieden definitief worden aangewezen.
De procedure voor aanwijzing van de andere gebieden zal op een later tijdstip worden
gestart. De betreffende aanwijzingsbesluiten bevatten voor de habitattypen en soorten
waarvoor de gebieden worden aangewezen, zoals onder meer het vliegend hert, een
instandhoudingdoelstelling. Deze is in geval van het vliegend hert afgeleid van de
landelijke doelstelling: "Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied ten
behoeve van uitbreiding populatie" (Natura 2000 Doelendocument)2 .
Daarnaast is het vliegend hert onderdeel van het actieve soortenbeschermingsbeleid.
Het vliegend hert maakt deel uit van de leefgebiedenbenadering. In Limburg is binnen
dat kader al een soortenbeschermingsplan in uitvoering en in Overijssel wordt aan een
soortenbeschermingsplan gewerkt.
3
Is het waar dat vliegende herten alleen kunnen leven op het rottende hout van de inlandse
eik (Quercus robur) die is aangetast met witrotschimmel? Zo ja, bent u bereid een
algemeen kapverbod af te kondigen voor dergelijke eiken in gebieden waarvan bekend is
dat ze het leefgebied vormen van het vliegend hert? Wanneer wilt u dit kapverbod
instellen?
De larven van het vliegend hert leven in door schimmel aangetast eikenhout. De kevers
eten wondvocht van aangetaste eiken. Recent is komen vast te staan dat ook andere
boomsoorten een rol spelen in de levenscyclus van het vliegend hert. Dat is geen reden
om in de gebieden waarvan bekend is dat het vliegend hert er voorkomt een algeheel
kapverbod in te stellen voor dergelijke boomsoorten. Op grond van artikel 11 van de
Flora- en faunawet geldt immers al een kapverbod voor dergelijke bomen, voor zover deze
bewoond worden door larven van het vliegend hert. Artikel 11 verbiedt onder meer het
beschadigen, vernielen of verstoren van voortplantingsplaatsen van het vliegend hert en
vaste verblijfplaatsen van larven daarvan.
4
Is het waar dat het hout van inlandse eiken die gekapt of omgewaaid zijn, in het leef-
gebied van vliegende herten nog steeds kan worden afgevoerd of zelfs verhandeld als
openhaardhout? Zo ja, bent u bereid een algemeen afvoer- en handelsverbod in te stellen
voor het hout van door witrotschimmel aangetaste inlandse eiken? Zo ja, op welke termijn
en wijze? Zo neen, waarom niet?
2 Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2006, 30 300 XIV, nr. 94
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
28 juni 2007 DN. 2007/1808 3
Bedoeld hout kan veelal gewoon worden afgevoerd en verhandeld. Ik ben niet voor-
nemens dat geheel te verbieden. Immers, als zich larven van het vliegend hert in het hout
bevinden geldt op grond van artikel 11 van de Flora- en faunawet reeds een dergelijk
verbod. Zie verder mijn antwoord op vraag 3.
5 en 6
Is het waar dat door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een
ontheffing is afgegeven voor het kappen van een door witrotschimmel aangetaste
inlandse eik in Vierhouten ten behoeve van de aanleg van een voetbalveld?3 Zo ja, om
welke reden heeft u in casu gemeend af te moeten zien van het beschermen van het
leefgebied van het vliegend hert en op welke gronden is namens u deze vergunning
verleend?
Deelt u de mening dat deze ontheffing op de juiste gronden is verstrekt en dat u daarmee
de bescherming van het leefgebied van het vliegend hert voldoende in acht heeft
genomen? Zo ja, hoe garandeert u dat het vliegend hert in dit gebied kan voortleven als de
bewuste eik wordt gekapt en afgevoerd? Zo neen, bent u bereid de ontheffing terug te
draaien?
Bedoelde ontheffing is verleend. Artikel 11 van de Flora- en faunawet is de relevante
verbodsbepaling waarvan ontheffing is verleend. Artikel 11 beschermt niet het gehele
leefgebied van het vliegend hert, maar leefgebiedfuncties, zoals voortplantings- en vaste
verblijfplaatsen. De ontheffing is in bedoeld geval verleend, omdat door de uit te voeren
ingreep, vanwege mitigerende en compenserende maatregelen, waaronder het aanleggen
van broedstoven met het hout van de te vellen eik, geen afbreuk wordt gedaan aan de
instandhouding van de soort. Ik zie daarom geen aanleiding om de verleende ontheffing
in te trekken.
8
Is het waar dat de speciale voorwaarde die het vliegend hert aan zijn leefomgeving stelt
natuurcompensatie zeer gecompliceerd maakt, omdat het dier niet in jonge aanplant kan
leven en een levenscyclus heeft van 7 jaar? Zo ja, betekent dit dat extra terughoudendheid
betracht wordt bij het kappen van bomen die geschikt zijn om vliegende herten te
huisvesten en te doen voortplanten? Waarom niet en waar blijkt dat uit?
Neen. Door het ingraven van delen van gevelde door schimmel aangetaste eiken als
broedstoven kunnen de omstandigheden voor succesvolle voortplanting aanzienlijk
worden verbeterd.
9
Is het waar dat het inrichten van speciale broedstoven bevorderlijk kan zijn voor het
verbeteren van de overlevingskansen van zeldzame soorten als vliegend hert en
neushoornkever? Zo ja, bent u bereid de aanleg van broedstoven voor deze soorten te
stimuleren, op welke termijn en op welke wijze?
3 Brief d.d. 23 januari 2006 met kenmerk ff75c.06.toek.0021.ck en ontheffing d.d.
27 november 2006, met kenmerk ff75c.2006/0021
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
28 juni 2007 DN. 2007/1808 4
Zo neen, waarom benut u deze relatief eenvoudige en goedkope manier van het
beschermen van een bedreigde soort niet ten volle?
Zie mijn antwoord op de vragen 2 en 7 en 8.
10
Bent u bereid het inventarisatieonderzoek van Naturalis meer bekendheid en steun te
geven, opdat spoedig sprake kan zijn van een kompleet beeld van verspreiding en
overlevingskansen van het vliegend hert?
Onderzoek naar de verspreiding en overlevingskansen van het vliegend hert wordt reeds
door mij medegefinancierd.
11
Bent u bereid opdracht te geven tot een vervolgonderzoek naar actieve beschermings-
plannen voor het vliegend hert, en in afwachting daarvan al het mogelijke te doen om de
soort te doen overleven? Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn? Zo neen, waarom
niet?
Het vliegend hert maakt onderdeel uit van de soorten van de leefgebiedenbenadering. In
het leefgebied droge zandgronden en heuvelland, waar het vliegend hert toe behoort, zijn
beschermingmaatregelen in bestaand en potentieel verspreidingsgebied voorzien. Zodra
de afspraken tussen de provincies en het Rijk over uitvoering van de nieuwe leefgebieden-
strategie zijn beslecht zullen die extra maatregelen in uitvoering worden genomen.
Tot die tijd acht ik extra vervolgonderzoek en bescherming naast de reeds lopende
inspanningen (zie ook mijn antwoorden op vragen 2 en 7 en 10) niet aan de orde.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit