Afschrift brief Fuikenvissersvereniging IJsselmeer "St. Petrus"
29 juni 2007 - kamerstuk
Directie Visserij
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
23 mei 2007
07-LNV-B-38
Viss. 2007/2566 29 juni 2007
5 juni 2007 LNV-07-238B
onderwerp bijlagen
Afschrift brief Fuikenvissersvereniging 3785654 2
IJsselmeer "St. Petrus"
Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van het verzoek van de vaste Kamercommissie voor LNV ten aanzien van
bovenvermelde brieven kan ik u het volgende melden.
De Fuikenvissersvereniging IJsselmeer "St. Petrus" heeft mij (en mijn voorganger) zeer
frequent aangeschreven. In deze brieven wordt met name de situatie omtrent de water-
kwaliteit in het IJsselmeer aangehaald, evenals de aalscholverproblematiek, de reductie
van de visserijcapaciteit en het handelen van mijn ministerie. Op al deze zaken ben ik in
mijn antwoorden uitvoerig ingegaan. Ik doe u hierbij afschriften toekomen van mijn twee
meest recente brieven.
In de brief van 10 mei 2007 aan de PO IJsselmeer (TRCViss/2007/2290) heeft de directeur
Visserij aangegeven mij te willen adviseren mijn eerder genomen besluit om een generiek
visverbod in te stellen (vanwege het ontbreken van een visplan) te heroverwegen op basis
van een alternatief visplan. Ik kan mij in grote lijnen vinden in het voorgestelde visplan.
Echter, de PO IJsselmeer koppelt hieraan de voorwaarde dat de komende 10 jaar de
jaarlijkse reductiedoelstelling, die nu 32% bedraagt, niet meer mag worden aangepast.
Alhoewel ik begrip heb voor de wens stabiliteit te creëren in de visserijmogelijkheden, zie
ik geen mogelijkheid hierop in te gaan. Er is op dit moment een aantal ontwikkelingen
gaande die een effect zullen hebben op de visstand en de visserijmogelijkheden. Het gaat
met name om de Kaderrichtlijn water en de Europese aalherstelmaatregelen.
De Kaderrichtlijn water stelt eisen aan de visstand. Voor alle binnenwateren dienen
doelstellingen met betrekking tot de soortensamenstelling, de aantallen vissen per
vissoort en de leeftijdsopbouw van de visbestanden te worden geformuleerd. Deze
doelstellingen hebben voor het IJsselmeer inmiddels hun vertaling gekregen in een aantal
voorlopige maatlatten voor de visstand. Op basis van deze voorlopige maatlatten wordt
door onderzoekers geconcludeerd dat de visstand in het IJsselmeer niet voldoet aan deze
eisen.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
29 juni 2007 Viss. 2007/2566 2
De Europese aalherstelmaatregelen verplichten de lidstaten nationale aalbeheersplannen
op te stellen. Om de in EU-verband overeengekomen doelstellingen met betrekking tot de
te realiseren uittrekpercentages voor schieraal te kunnen realiseren, zullen beheersmaat-
regelen voor de visserij noodzakelijk zijn. Op dit moment is nog niet geheel duidelijk met
welke nationale beheersmaatregelen aan de Europese doelstelling kan worden voldaan.
Onderzoek moet hierin meer inzicht bieden.
Tenslotte is ook het ecosysteem voortdurend aan verandering onderhevig. Met name de
verandering in watertemperatuur lijkt een belangrijke rol te spelen. Gezien de onzeker-
heden die deze ontwikkelingen met zich meebrengen, kan ik derhalve geen garantie
geven voor een ongewijzigde voortzetting van de huidige visserijmogelijkheden. Vandaar
dat ik niet kon instemmen met een visplan met daaraan gekoppeld deze voorwaarde.
Inmiddels heeft de PO bezwaar aangetekend tegen mijn besluit tot een generiek visverbod
en wacht ik de verdere ontwikkelingen af.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Directie Visserij
De Voorzitter van de Fuikenvissersvereniging
IJsselmeer "St. Petrus"
Henricus Rolstraat 26
1132 XM VOLENDAM
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
februari 20
20
Viss 2007/1262
juni 2007
29
onderwerp bijlagen
Vaststelling visplan
(TRC 2007/712)
Geachte Voorzitter,
Onlangs heeft u mij een brief geschreven waarin u mijn ministerie foutief handelen inzake
het IJsselmeerbeleid verwijt. Laat ik voorop stellen dat de situatie op het IJsselmeer mij
uiteraard nog niet in alle details bekend is, maar uit de informatie die mij is aangereikt,
blijkt dat mijn ministerie veel begrip toont voor de moeilijke situatie waarin de visserij in
het algemeen, en de IJsselmeervisserij in het bijzonder, zich bevindt. Uw beroepsgroep
heeft in het verleden veel aandacht gekregen in het beleid en ik ben van plan dit door te
zetten. Maar ik vraag van uw kant ook begrip voor de positie van de overheid. U heeft
altijd toegang gehad tot mijn ministerie voor overleg. Mijn voorganger, de heer Veerman,
heeft zowel in 2005 als in 2006 een bezoek gebracht aan de IJsselmeervisserij. Ook zijn de
afgelopen jaren significante sommen geld beschikbaar gesteld voor onderzoek en
sanering. Daarom hecht ik eraan mijn besluit ten aanzien van uw verzoek in een
historische context te plaatsen.
Begin 2003 heeft mijn ministerie in samenwerking met de Producenten Organisatie (PO)
IJsselmeer informatieavonden georganiseerd voor de IJsselmeervissers om de problemen
te bespreken. Dit heeft geresulteerd in het LNV-rapport "De IJsselmeervisserij: integrale
knelpuntenanalyse van de visserij, het beleid en maatschappelijke visies". Vervolgens heeft
de heer Bulte (oud-burgemeester van uw gemeente) op verzoek van LNV een inventari-
satie gemaakt naar mogelijke oplossingen. Dit heeft geresulteerd in de beleidsbrief
IJsselmeervisserij van maart 2005. Vervolgens is een saneringsregeling opgesteld met als
doel het uitkopen van zo veel mogelijk (gehele) vergunningen, en daarnaast het uitkopen
van het minst selectieve vistuig. Hiervoor was een budget beschikbaar van ongeveer
7 mln. Uiteindelijk heeft deze sanering erin geresulteerd dat de visserijcapaciteit met
50% is afgenomen. Om u te helpen de visserij te verduurzamen is de afgelopen jaren ook
veel onderzoek verricht. Ik noem de recente onderzoeken om de bijvangsten van water-
vogels te verminderen, de onderzoeken om de bijvangsten in de fuiken te verminderen, en
het onderzoek naar de mogelijkheden voor een keurmerk IJsselmeervis.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
29 juni 2007 Viss 2007/1262 2
Daarnaast heeft mijn ministerie, mede op uw verzoek, onderzoek laten verrichten naar de
oorzaken van de veranderingen in de visstand en naar het effect van aalscholvers op de
visstand. In totaal betreft dit een investering van ongeveer 800.000 in onderzoek. Ik
concludeer dan ook dat aan het IJsselmeerbeleid een zorgvuldig traject ten grondslag ligt.
In uw brief stelt u voor om voor het visplan 2007 de nettenvisserij en de aalkisten buiten
beschouwing te laten. Inmiddels heeft de directeur Visserij de PO-IJsselmeer bericht
hiermee niet akkoord te kunnen gaan omdat op deze wijze de totale visserijcapaciteit
meer dan de toegestane 17.000 eenheden bedraagt. Aangezien in correspondentie en
communicatie rondom de sanering op het IJsselmeer steeds duidelijk is gemaakt dat dit
aantal het beleidsdoel was, zie ik geen redenen om hiervan af te wijken. Dat betekent dat,
indien u via het visplan niet komt tot genoemde beperking, een generieke maatregel met
hetzelfde effect genomen zal moeten worden.
Tenslotte komt u in uw brief terug op de "schuldvraag". Op de vraag dus wie verant-
woordelijk is voor de teruggang van de visstand. Ik ben van mening en dat wordt tegen-
woordig door steeds meer gegevens gestaafd, dat de achteruitgang van de visstand door
een aantal factoren wordt veroorzaakt. Daaronder zijn klimaatsveranderingen, afname
van nutriënten, de invloed van visetende watervogels en de intensiteit van de visserij. De
draagkracht van het ecosysteem voor de visstand vermindert, zo moeten we constateren.
De visserij zal zich hieraan moeten aanpassen. U mag van de overheid vragen u te helpen
bij deze aanpassing, mat het is niet vanzelfsprekend dat dit altijd gebeurt.
Ook de IJsselmeervisserij maakt deel uit van de samenleving en is onderdeel van de maat-
schappelijke ontwikkelingen die in de samenleving spelen. Natuurbelangen en de
belangen van waterbeheerders spelen een steeds nadrukkelijker rol op de binnenwateren.
In dit spectrum van ontwikkelingen en belangen is het de uitdaging voor u om zelf kansen
te pakken. Samenwerking is hier het sleutelwoord. De komende jaren zal de overheid op
veel terreinen een stap terug doen. Dat houdt in dat u, binnen de randvoorwaarden die de
overheid stelt, zelf de verantwoording moet oppakken voor een goed beheer van de
visstanden. Het platform hiervoor is de Visstand BeheersCommissie (VBC). In de werkgroep
VBC-IJsselmeer werkt uw PO-IJsselmeer op een constructieve wijze samen met andere
belanghebbenden. Ik hoop ten zeerste dat deze basis van vertrouwen ook de komende
periode aanwezig blijft en dat uw vereniging zich bij die opstelling aansluit.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit