Provincie Noord-Holland

Datum

29-6-2007

Onderwerp

Verdroogd meer onder het gras

Carla van Twuijver

Aardkundige monumenten zijn bijzonder omdat ze iets vertellen over het landschap en de ontstaanswijze. Zo bijzonder dat de provincie Noord-Holland deze monumenten wil beschermen. De Aetsveldsche Polder en Vecht is een van de 17 aardkundige monumenten in Noord-Holland en het achtste monument dat op 27 juni door gedeputeerde Albert Moens is onthuld.

Ooit was de Aetsveldsche Polder en Vecht een gebied met een ruig rivierensysteem. Het gebied was en is in heel Europa uniek, het komt alleen in Weesp voor. Daarom komt het in aanmerking om Nationaal Park te worden. Waar we nu alleen een weiland denken te zien, ligt onder het gras geschiedenis. De Aetsveldsche Polder is nu een sterk gedaald veengebied rond de Vecht. Het water droogde op en het land daalde. Daardoor zijn de oeverwallen van de Vecht een natuurlijke dijk geworden voor de polder.

De provincie heeft de ruimtelijke bescherming geregeld via Streekplannen en de Provinciale Milieuverordening. Gedeputeerde Moens meldde in zijn speech hoe belangrijk het is dat gemeenten de aardkundige monumenten opnemen in bestemmingsplannen. Wethouder van der Hoeven van Weesp bediende hem op zijn wenken door aan te kondigen dat de gemeente Weesp de begrenzing van het Aardkundig monument in haar ontwerp bestemmingsplan heeft opgenomen.

Het gebied ten westen van het Gooi, waartoe de Aetsveldsche Polder en Vechtgebied behoort, maakte ooit deel uit van een uitgestrekt veen- en moerasgebied. Het veen begon hier 5000 jaar v. Chr. te groeien op zand uit de laatste IJstijd dat hier in de ondergrond voorkomt. Het veen had uiteindelijk, voor de ontginning van het veen vanaf de Middeleeuwen, plaatselijk een dikte van meer dan 10 meter. Het oppervlak van het veen lag dan ook vaak 3 tot 4 meter hoger dan nu het geval is. Door ontwatering en ontginning van het veen is het oppervlak sterk gaan dalen.