29-6-2007
VVD tevreden over wijzigingsverdrag, maar bezorgd over vrije
marktwerking.
De VVD heeft met tevredenheid geconstateerd dat, het in 2005 door
Nederland verworpen Grondwettelijke Verdrag, zal worden omgezet in een
gewoon wijzigingsverdrag.
De VVD pleitte hier al in januari voor, de Nederlandse regering koos
die inzet in maart. lange tijd zag het er niet naar uit dat daarvoor
veel steun in Europa was, maar in Juni constateert de VVD met genoegen
dat deze terug-naar-af benadering succesvol door de Nederlandse
regering is uitonderhandeld. Daarvoor verdient zij een compliment.
Het resultaat is geen fraai Verdrag met een mooie kaft en hoogdravende
pretenties, maar het is een verzameling aanpassingen geworden die
tegemoet komen aan de belangrijkste wensen en bezwaren van de
Nederlanders en die Europa in staat zullen stellen weer vooruit te
komen. Voordat de VVD echter een definitief oordeel geeft zal het de
definitieve verdragstekst die het Portugese voorzitterschap in oktober
zal presenteren afwachten.
Zorgen over vrije markt
Een belangrijke andere reden voor de terughoudendheid van de
VVD-fractie is gelegen in het feit dat in de doelstellingen voor de
interne markt nu niet meer de termen "vrij" en "onvervalst" zijn
opgenomen. Dat was wel zo in de verworpen Grondwet en het is ook de
bestaande mededingingspraktijk in Europa. Het is in het belang van
Nederlandse bedrijven en consumenten dat het schrappen van deze
toevoegingen op geen enkele wijze die praktijk zullen veranderen. Een
protocol dat is toegevoegd en deze verslechtering weer ongedaan zou
moeten maken stelt de VVD-fractie dan ook niet gerust. Om een
duidelijk signaal af te geven dat Nederland staat voor een vrije en
ongehinderde marktwerking zal de VVD-fractie volgende week dinsdag een
motie indienen om die principes vast te schroeven. De motie wordt mede
ondertekend door het CDA.
Een andere belangrijk zorgpunt dat de VVD heeft ten aanzien van de
voorgestelde Verdragsaanpassingen gaat over een protocol dat notabene
op Nederlands verzoek is toegevoegd. Het gaat hier om een tekst die
het moeilijker maakt om publieke diensten, die een algemeen belang
dienen zoals woningbouwcorporaties, aan interne marktregels te
onderwerpen. De VVD is echter van mening dat indien deze organisaties
met publiek geld in een commerciële omgeving werken of
grensoverschrijdend ondernemen zij aan dezelfde eisen moeten voldoen
als echte ondernemers. Wij accepteren geen concurrentievervalsing, of
kruissubsidiëring op kosten van de belastingbetaler.
Ook is het voor de VVD niet duidelijk hoe diensten van algemeen
economisch belang worden gedefinieerd. In het debat gisteravond over
de resultaten van de Top heeft staatssecretaris Timmermans de
VVD-fractie beloofd hier meer duidelijkheid over te verschaffen.
Andere zorgen verminderd of weggenomen op gebied van de veto's
Behalve de zorgen over het op spel zetten van de verworvenheden van de
vrije marktwerking, zijn er ook een paar zorgen van de VVD weggenomen.
Op een aantal terreinen waar op zichzelf meer Europese samenwerking
nodig is, zoals asiel, migratie, milieu, terrorisme, mensenhandel en
internationale criminaliteit zijn heldere afspraken gemaakt voor een
nieuwe Verdrag die verbeteringen zijn. Vooral omdat, waar
meerderheidsbesluitvorming wordt ingevoerd en Nederland zijn veto
inlevert om die samenwerking mogelijk te maken, er verbeterde
noodrem-procedures zijn die uitwassen te voorkomen. Nederland levert
zich niet uit aan Brussel, zoals onterecht wordt beweerd. Als een
lidstaat vindt dat haar nationale belang geschaad wordt met een
voorstel waarbij Nederland wordt overstemd, kan Nederland in veel
gevallen alsnog een stemming bij unanimiteit vragen. Deze zogeheten
`noodrem procedure' biedt vooral waarborgen op het terrein van
Justitie en Binnenlandse zaken. Maar ook indien bijvoorbeeld een
toevloed van migranten van onze sociale zekerheid gebruik wil maken,
heeft Nederland mogelijkheden dit tegen te gaan.
Winst op verzoek van de VVD
Uitbreiding
Wat betreft de uitbreidingscriteria heeft de VVD winst geboekt. Naast
de Kopenhagen- criteria wordt nu voor het eerst ook rekening gehouden
met de `Spankracht' van de Unie. Dit gebeurt door de opname van het
absorptie- of integratie criterium. Dit criterium houdt rekening met
de vraag of de Unie zelf klaar is om een nieuwe lidstaat op te nemen.
Het gaat nu dus niet louter meer om de vraag of een land zelf klaar is
voor toetreding. Dit komt tegemoet aan de wensen van de VVD om niet te
snel uit te breiden.
Invloed van nationale parlementen
De VVD kwam vorige week met de Oranje kaartprocedure. Dit dient als
alternatief voor de Rode en Gele kaartprocedure. Bij de Gele
kaartprocedure kan 1/3 van de nationale parlementen een voorstel
slechts door de commissie in heroverweging laten nemen. Dit geeft de
nationale parlementen dus geen extra grip. Bij de rode kaartprocedure
kan een meerderheid van de lidstaten een voorstel volledig
tegenhouden. Dit gaat weer een stap te ver en is moeilijk in te bouwen
in het constitutionele proces van de Unie.
De Oranje kaart daarentegen heeft als voordeel dat een gewone
meerderheid van de nationale parlementen een voorstel kan
doorverwijzen naar de Raad. Indirect heeft elk nationaal parlement nu
een dwingend recht, omdat zij haar minister als het ware een mandaat
kan meegeven. Immers, welke minister gaat nou tegen haar eigen beleid
in? Deze Oranje kaartprocedure kan dus worden gezien als een
`tussentrap'.
VVD