Inzicht in gemeenschappelijke belangen essentieel voor succes
grensoverschrijdende projecten
28.06.2007
Hoewel de binnengrenzen in Europa aan belang inboeten, is bij
grensoverschrijdende projecten, als de HSL en de IJzeren Rijn, het
denken in nationale belangen nog altijd springlevend. Daardoor monden
onderhandelingen uit in âwij-zijconfrontatiesâ en is er weinig oog
voor de kansen die samenwerking biedt. Het zou beter zijn om bij dit
soort projecten vanaf het eerste moment ruimte voor samenwerking te
creëren en inzicht te krijgen in gemeenschappelijke belangen.
Dit is één van de bevindingen uit de vandaag verschenen RPB-studie
'Grensoverschrijdende projecten in Nederland en Vlaanderen. Leren van
Hsl-Zuid, Schelde en IJzeren Rijn'. In de afgelopen jaren is in
Nederland en zijn directe omgeving gewerkt aan een aantal grote
grensoverschrijdende ruimtelijke projecten waarbij de samen-werking
tussen Nederland en Vlaanderen vaak moeizaam is verlopen; dat laten de
drie in deze studie onderzochte praktijken zien. Een cruciale vraag is
daarom of en hoe de besluitvorming over grensoverschrijdende grote
projecten kan worden verbeterd, om zodoende de kwaliteit van deze
projecten te waarborgen en ervoor te zorgen dat projecten de
verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen versterken in plaats van
belasten. De aanbevelingen die uit dit onderzoek voortvloeien, moeten
beleidsmakers in staat stellen toekomstige projecten beter te laten
verlopen. Immers, wanneer de Europese integratie en globalisering
voortschrijden, zal de behoefte aan grensover-schrijdende
infrastructuur blijven bestaan.
---
Heb oog voor gemeenschappelijke belangen
Buurlanden moeten veel meer oog hebben voor de kansen die samenwerking
bij grensoverschrijdende projecten biedt. Doordat Nederland en
Vlaanderen zich tot nu toe vooral hebben gedragen als elkaars
concurrenten, zijn onderhandelingen tussen de landen onnodig
bemoeilijkt en zijn kansen wellicht gemist. Zo zouden de
doelmatig-heid en doeltreffendheid van grensoverschrijdende projecten
bijvoorbeeld kunnen worden verbeterd door uit te gaan van de totale
projectkosten in plaats van de kosten per land, zoals nu gebruikelijk
is.
Het is daarom van belang dat Nederland en Vlaanderen komen tot een
beter inzicht in hun gemeenschappelijke belangen. Een gericht
Vlaams-Nederlands onderzoeksprogramma zou daarin kunnen voorzien.
Verder zou in de nationale Nederlandse en gewestelijke Vlaamse
ruimtelijke notaâs meer aandacht kunnen worden gegeven aan
grensoverschrijdende verwevenheid en complementariteit.
Werk vroegtijdig samen om gemeenschappelijke kennisbasis te creëren
In het geval van grensoverschrijdende projecten moeten de betrokken
landen vanaf de aanvang ruimte maken voor samenwerking. Met name voor
het creëren van een gemeenschappelijke feitenbasis â die onder andere
vaak ontbreekt doordat een gemeenschappelijke bestuurlijke context
ontbreekt â is samenwerking essentieel. Daarbij moeten met name
experts worden betrokken, die wat verder afstaan van de feitelijke
onderhandelingen door politici en de ambtelijke top.
Wanneer de verschillende partijen niet intensief samenwerken, blijkt
de informatie die ze apart inbrengen geen goede basis te vormen voor
het slagen van het project. Dit wreekt zich bijvoorbeeld bij de
bepaling van de kosten. Zo liepen de schattingen van de kosten om de
IJzeren Rijn te reactiveren sterk uiteen, doordat Nederland en
Vlaanderen uitgingen van verschillende aannames over de noodzakelijke
maatregelen en doordat de ideeën over methoden van kostenramingen erg
uiteenliepen.
Maak duidelijke afspraken en leg deze vast in een verdrag
De belangrijkste afspraken over grensoverschrijdende projecten in de
verschillende fasen van het proces, wat betreft inhoud én proces,
zouden zoveel mogelijk in verdragen moeten worden vastgelegd. In de
eerste plaats omdat hiermee de status van de overeenkomst duidelijk
is. Onduidelijkheid over bijvoorbeeld de hardheid van toezeggingen die
betrokken partijen hebben gedaan, wordt hierdoor verminderd. In de
tweede plaats omdat bij een verdragsluiting automatisch het parlement
betrokken is. Dit kan voorkomen dat het parlement â dat nu pas in een
relatief laat stadium bij een grensoverschrijdend project betrokken
raakt â in een late fase van het project een essentiële bouwsteen uit
het onderhandelingsresultaat trekt.
Een goed voorbeeld van het vastleggen van afspraken vormen de
overeenkomsten die de betrokken ministers op gezette tijden tijdens
het proces van de derde verdieping van de Schelde hebben gesloten.
Deze overeenkomsten omvatten een tijdschema en inhoudelijke
doelstellingen. De duidelijkheid die hierdoor wordt gecreëerd, komt
de snelheid, de doelgerichtheid van het proces en het vertrouwen
tussen de partijen ten goede. Daarnaast kan het sluiten van een
overeenkomst in het begin van een onderhandelings- en
samenwerkingstraject worden aangegrepen om expliciet te zijn over
koppelingen die zijn gelegd tussen verschillende dossiers. Het
koppelen van dossiers is een onvermijdelijk â en potentieel productief
â fenomeen in grensoverschrijdende samenwerking. Koppeling van
dossiers wordt uit de sfeer van achterkamertjespolitiek gehaald
wanneer de verdragen waarin ze een rol speelt, tegelijkertijd
onderwerp zijn van debat in het Nederlandse en Vlaamse (of Belgische)
parlement.
Intensiveer politieke en ambtelijke contacten
Onbekendheid met elkaars politiek-bestuurlijke context, het gebrek aan
kennis over elkaars achtergrond en geschiedenis, en het gebrek aan
gevoeligheid voor elkaars (politieke) belangen vormen een belangrijke
voedingsbodem voor misverstanden. De politieke en ambtelijke contacten
tussen Nederland en Vlaanderen moeten daarom worden versterkt. De
Technische Schelde Commissie is in dit verband een goed voorbeeld.
Deze commissie vormt het ambtelijk voorportaal voor overleg tussen de
Nederlandse en Vlaamse bewindslieden over het beheer van de Schelde.
Ook kan worden gedacht aan een periodieke Vlaams-Nederlandse
ministersconferentie die zich speciaal buigt over ruimtelijke
vraagstukken. Een voordeel van zulke geregelde contacten is dat de
kans op koppeling tussen uiteenlopende dossiers wordt vergroot.
---
EINDE PERSBERICHT
Grensoverschrijdende projecten in Nederland en Vlaanderen. Leren van
Hsl-Zuid, Schelde en IJzeren Rijn, Jochem de Vries, Arjan Harbers,
Femke Verwest, Rotterdam/Den Haag: NAi Uitgevers/RPB. ISBN 978 90 5662
5696
Prijs ⬠22,50
Te bestellen bij de boekhandel of via NAi Boekverkopers, telefoon 010
4401203
---
Voor een recensie-exemplaar (uitsluitend voor pers) of meer
informatie:
Ruimtelijk Planbureau, Bureau Communicatie, Paul Splinter, telefoon
070 3288 746 of 06 5267 1626; splinter@rpb.nl.
Ruimtelijk Planbureau