Senternovem
05-09-2007 | Biodieselfabriek in Terneuzen van start
Bart Rosendaal, directeur Rosendaal Energy: "Voorlopig kunnen we niet
genoeg biodiesel produceren" Op 28 juni is de eerste paal geslagen
voor de nieuwe biodieselfabriek van Rosendaal Energy in Terneuzen.
Vanaf volgend jaar moet de fabriek, één van de vijf grootste van ons
land, in productie gaan. Een verhaal over hoe een piepklein bedrijf
een plek verovert op een markt die tot voor kort was voorbehouden aan
multinationals.
"Het begon allemaal op een familiefeestje", steekt directeur Bart
Rosendaal van wal. "Daar vertelde een oom dat de gemeente Sluis met
het idee had gespeeld om een koolzaadmolen neer te zetten en al haar
voertuigen op koolzaadolie te laten rijden. Op die manier wilde de
gemeente een impuls geven aan de landbouw in de streek. Het plan was
echter net afgeschoten. Nou heb ik tien jaar gewerkt bij Q8, DSM &
Sabic - in de techniek, de handel en de logistiek - waardoor ik vrij
snel inzag dat het plan inderdaad economisch niet haalbaar was. Toen
ben ik eens gaan zoeken op internet. Daar kwam ik verhalen tegen over
biodiesel. Ik had er nog nooit van gehoord, maar mijn belangstelling
was gewekt."
Biodieselfabriek Terneuzen
De eerste paal wordt geslagen. Van links naar rechts: A. van Waes,
wethouder Economische Zaken van de Gemeente Terneuzen, J. de Jongh,
projectleider De Smet Engineers & Contractors, F. Torfs, De Smet
Engineers & Contractors, A.F. (Bart) Rosendaal, directeur Rosendaal
Energy BV, en A. de Bode, directeur Heros Sluiskil BV.
Business
"Eén van de grote nadelen van puur plantaardige olie, zoals
koolzaadolie, is dat er geen infrastructuur voor is. Je kunt
voertuigen ombouwen, maar dan moeten ze altijd op dezelfde plaats
tanken. Het voordeel van biodiesel is dat het gewoon kan worden
bijgemengd bij gewone diesel. Er hangt wel een prijskaartje aan, maar
verder zijn er geen problemen. Ik ontdekte verder dat de Europese
commissie had besloten dat leveranciers van benzine en diesel een
klein deel van hun omzet moesten gaan halen uit de verkoop van
biobrandstoffen, oplopend tot 5,75% in 2010. Bijmengen van biodiesel
leek daarvoor de meest voor de hand liggende oplossing. Van het één
kwam het ander, en zo besloten mijn oom en ik om samen de
mogelijkheden van een biodieselfabriek te gaan onderzoeken. Daar bleek
business in te zitten. Er wordt zoveel benzine en diesel verkocht dat
je voorlopig, bij wijze van spreken, niet genoeg biobrandstof kunt
produceren."
Toeval
"Het toeval wilde dat mijn oom wist dat dit terrein, in de haven van
Terneuzen, beschikbaar was. Het is het terrein waarop de voormalige
Cokesfabriek ACZC stond, dat in 2000 was gekocht door de Heros Groep
voor hun recycling-activiteiten, maar groter was dan ze nodig hadden.
De ligging is ideaal. Aan de grens van het terrein kunnen schepen
aanmeren tot 60.000 ton. We kunnen onze grondstoffen dus laten
aanvoeren over zee. Door de aanwezigheid van een grote
stikstofproducent, Yara, ligt hier een uitstekende infrastructuur voor
elektriciteit en gas. Naast ons terrein is een biomassacentrale
voorzien, met een vergistingscapaciteit van 150.000 ton per jaar.
Daaraan zouden we de glycerine kunnen leveren die als bijproduct
ontstaat bij de productie van biodiesel. Dat zou enorm in de
transportkosten schelen. En als je ver doordenkt, heeft de
aanwezigheid van stikstofproducent Yara nóg een voordeel: daar wordt
heel veel waterstof geproduceerd, dat wij mogelijk zouden kunnen
gebruiken als we later ook nog biobrandstoffen van de tweede generatie
zouden gaan maken. In het uitgangsmateriaal daarvoor, zoals hout en
agrarische reststoffen, zit veel koolstof en te weinig waterstof."
Biodieselfabriek Terneuzen (artist impression)
Tijd mee
"Afgezien van het feit dat we zo'n gunstig gelegen bedrijfsterrein
konden betrekken, hadden we ook de tijd mee. De oorlog in Irak was net
begonnen, waardoor de olieprijs steeg. Opeens ontdekte men dat China
en India economisch heel hard groeien, waardoor deze landen steeds
meer olie verbruiken. En toen kwam Saudi-Arabië met de mededeling dat
het land in 2015 niet meer zou kunnen voldoen aan de vraag naar olie.
Dat vatte de markt op als een noodsignaal. Onder die omstandigheden
vonden we binnen de kortste keren een oliemaatschappij en een
financier die in ons project wilden participeren, respectievelijk Gulf
Oil Nederland en Yard Capital. Zo konden we een vliegende start
maken."
Multi-feedstock
"De eerste paal voor de fabriek zit nu in de grond. Volgend jaar zomer
gaan we produceren; 250.000 ton biodiesel per jaar. Dan zitten we in
de top-5 van biodieselfabrieken in ons land, naast Dutch Biodiesel,
Unimills, Biopetrol en Greenmills. Op zich is de technologie die we
hier gaan toepassen niet nieuw. Die wordt geleverd door de firma De
Smet / Ballestra en komt deels uit België en deels uit Italië. Wat ons
wel uniek maakt, is dat we een multi feedstock-fabriek neerzetten. Dat
maakt ons een stuk flexibeler dan de andere producenten. Wij achten
dit van groot belang, omdat je nu niet kunt voorspellen hoe de markt
voor de verschillende oliehoudende gewassen zich gaat ontwikkelen.
Door onze keuze zijn we in staat om steeds de goedkoopste grondstof in
te zetten." Economisch is dus goed over het project nagedacht. Zit er
nog een vleugje idealisme aan? "Ja zeker. Biodiesel is een duurzaam
product en het is veel beter voor het milieu dan conventionele diesel.
Bovendien is deze industrie bijzonder innovatief en vooruitstrevend.
Dat vinden we ook heel belangrijk en daarom hebben we een uitgebreid
onderzoeksprogramma. Maar laat ik duidelijk zijn: we willen met deze
business gewoon geld verdienen. Sterker nog: als dat niet kan, moet je
aan zoiets niet beginnen."
Een grootschalige productiefaciliteit voor biodiesel in Terneuzen
Rosendaal Energy BV gaat in Terneuzen een fabriek neerzetten, die een
breed scala aan natuurlijke oliën en vetten kan verwerken tot
biodiesel. Daarbij wordt gedacht aan grondstoffen van elders, maar ook
aan regionaal geproduceerde stromen. De ligging aan een zeehaven maakt
aan- en afvoer van bulkproducten optimaal mogelijk. Het kunnen
verwerken van vele soorten natuurlijke oliën en vetten, zorgt ervoor
dat de fabriek ook op de lange termijn een economisch gezond
perspectief heeft. Partners in het project zijn Wageningen UR en de
Stichting Bio-Energie Zeeland. De realisatie van het project is mede
mogelijk gemaakt door subsidie uit de Unieke Kansen Regeling van het
ministerie van Economische Zaken, die wordt uitgevoerd door
SenterNovem.
Meer informatie: www.rosendaal-energy.nl