6e Milieu Actieprogramma
Titel: Mid-term review van het 6e Milieu Actieprogramma (6e MAP)Datum
Raadsdocument: 4 mei 2007
Nr. Raadsdocument: 9245/07
Nr. Commissiedocument: COM(2007)225
Eerstverantwoordelijk ministerie: VROM i.o.m. V&W, EZ, LNV, BZ/OS ,
BZ, DEF, FIN, IPO en VNGBehandelingstraject in Brussel: RWG Milieu,
Raadsconclusies voorzien voor de Milieuraad van 28 juni 2007
* Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel
* Subsidiariteit en proportionaliteit
* Consequenties
* Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling
Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel
In 2002 werd het 6e Milieu Actie Programma aanvaard. Het 6de MAP
vormde een integraal deel (de milieupijler, naast de sociale en
economische pijler) van de EU duurzaamheidsstrategie. Het programma
zet de belangrijkste prioriteiten en doelstellingen uiteen voor de
periode 2002-2012. Destijds is vastgelegd dat dit 6e MAP eind 2006
tussentijds zou worden herzien. Het heeft aanmerkelijk langer geduurd
voordat de mededeling over de herziening uitkwam (mei 2007).
Binnen het 6e MAP zijn vier prioriteitsgebieden benoemd:
klimaatverandering, natuur en biodiversiteit, milieu en gezondheid en
duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en afvalbeheer.
Het 6e MAP markeerde een nieuwe aanpak van de Commissie, die meer
integraal en meer strategisch moest worden. De reden voor deze
vernieuwing was dat het " traditionele" milieubeleid vaak op één
compartiment of sector is gericht en vaak end-of-pipe was, en thans
zijn grenzen heeft bereikt. De nieuwe benadering, zoals beschreven in
het 6e MAP, zou gericht moeten zijn op duurzame ontwikkeling en door
een geïntegreerde strategische benadering tevens een meer
doeltreffende aanpak van milieuproblemen moeten leveren.
Daarom is in het 6e MAP aangekondigd om voor een aantal terreinen het
instrument `Thematische Strategieën' te gebruiken. De Commissie
kondigde zeven Thematische Strategieën (TS) aan, te weten: (1)
Luchtkwaliteit, (2) Natuurlijke hulpbronnen, (3) Afvalpreventie en
-recycling, (4) Mariene Milieu, (5) Pesticiden, (6) Bodem en (7)
Stedelijk Milieu.
Van deze thematische strategieën hebben alleen natuurlijke hulpbronnen
en stedelijk milieu geen juridisch bindende maatregelen, de andere
vijf wel. Er zijn tot nu toe Raadsconclusies aangenomen met betrekking
tot luchtkwaliteit (maart 2006), Stedelijk Milieu (juni 2006)
Natuurlijke Hulpbronnen (oktober 2006) en Pesticiden (februari 2007).
Daarnaast is er een Politiek Akkoord op de richtlijn Luchtkwaliteit
(oktober 2006) en op de kaderrichtlijn Mariene Milieu (december 2006)
bereikt.
De Commissie heeft de review in drie fasen aangepakt. Ten eerste is
naar de toestand van het milieu gekeken. Vervolgens is gekeken naar de
aansluiting van de beleidsdoelen op de geconstateerde milieuproblemen.
Ten slotte is gekeken naar het soort beleid (instrumenten) dat is
gebruikt. De Commissie concludeert dat de milieuproblemen groot
blijven en dat de Europese Unie zich nog niet op het pad naar duurzame
ontwikkeling bevindt. Ook concludeert zij dat het 6e MAP tot 2012 het
juiste beleidskader biedt voor de aanpak van de milieu-problemen.
De Commissie wil de vier prioriteiten van het 6e MAP handhaven
(klimaatverandering, natuur en biodiversiteit, milieu, gezondheid en
kwaliteit van leven en natuurlijke hulpbronnen en afval). Door middel
van betere regelgeving op deze prioritaire gebieden wil de Commissie
de komende jaren voortgang proberen te boeken.
Ook de methode om de milieudoelen te bereiken (internationale
samenwerking en betere regelgeving) blijven onverminderd van belang.
Rechtsbasis van het voorstel: niet van toepassing, het betreft een
mededeling
Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: niet van
toepassing
Instelling nieuw Comitologie-comité: niet van toepassing
Subsidiariteit en proportionaliteit
Subsidiariteit: Strikt genomen niet van toepassing, aangezien het een
mededeling betreft.
Voorzover tot een beoordeling moet worden overgegaan, luidt het
oordeel: positief. In
2002 heeft de Gemeenschap het 6e MAP uitgebracht (op basis van artikel
175 EG). Een
tussentijdse evaluatie op het niveu van de gemeenschap door de
Commissie is
voorgeschreven in het 6e MAP.
Proportionaliteit: Strikt genomen niet van toepassing, aangezien het
een mededeling
betreft. Voorzover tot een beoordeling moet worden overgegaan, luidt
het oordeel:
positief. Aan de review zelf hangen geen concrete nieuwe acties,
hoewel er veel acties
aangekondigd worden. Deze acties vloeien echter allemaal voort uit de
reeds beschreven
acties in het 6e MAP zelf. Daar waar het eventueel nieuwe acties
zouden kunnen betreffen
ziet het er niet naar uit dat deze disproportioneel zouden zijn.
Consequenties
Consequenties voor de EU-begroting: geen
Financiële, personele en administratieve consequenties voor de
rijksoverheid, decentrale
overheden en/of bedrijfsleven en burger: geen
Vervolgtraject financiële afspraken: niet van toepassing
Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid,
(informatie over het inschakelen van nationale agentschappen /
zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering,
notificatie en handhaving en/of sanctionering): geen
Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel
voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en
beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: niet van toepassing
Consequenties voor ontwikkelingslanden: Geen
Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling
Ter voorbereiding op de review heeft Nederland een position paper
opgesteld en naar de Commissie gestuurd. Onderstaande punten vloeien
voort uit dit position paper.
Nederland is teleurgesteld dat de review niet ingaat op de vraag welke
in het 6e MAP gestelde doelen reeds behaald zijn en welke wellicht
moeilijk of niet haalbaar zullen zijn. In de review wordt vooral
gewezen op de vele initiatieven die de Commissie heeft genomen (o.a.
de thematische strategieën), maar de review laat dus niet zien in
hoeverre de doelen zijn gehaald. De review richt zich dus vooral op
het proces. Dit houdt in dat in de tweede helft van de looptijd van
het 6e MAP geoogst moet worden cq. een inhaalslag moet plaatsvinden.
Ook geeft de review niet aan dat sommige doelen niet kunnen worden
gehaald, zoals het stoppen van het verlies van biodiversiteit voor
2010 en de ontkoppeling van economische groei en milieudruk.
De review bevat zeer veel acties die de Commissie zal gaan uitvoeren
(zoals oa een voorstel tot de verbetering van de informatievoorziening
met betrekking tot gezondheidseffecten van milieuverontreiniging,
nadere voorstellen inzake tropisch hout, een strategie inzake het
verkleinen van de eigen `CO2 footprint' en een groenboek duurzame
consumptie en productie). Bij veel acties is echter geen termijn
aangegeven. Daarnaast maakt de review niet duidelijk op welke wijze en
in welke mate deze acties bij zullen dragen aan de prioriteiten van
het 6e MAP. De vele acties zijn overigens wel in lijn met de
constatering in de review dat de EU nog niet op weg is naar duurzame
ontwikkeling. Er is dus nog veel te doen.
Nederland is het eens met de constatering van de Commissie dat het
gebruik van thematische strategieën kan worden gecontinueerd.
Nederland vindt evenwel dat deze losgekoppeld dienen te worden van de
wetgeving die daaruit volgt. Dit betekent dat er eerst een behandeling
van de thematische strategie in de Raad moet plaatsvinden. Hiermee kan
de Raad politiek richting geven aan de wetgeving die voortvloeit uit
een thematische strategie. De wetgeving zou dan ook pas na behandeling
in de Raad van de strategie door de Commissie moeten worden opgesteld.
De Raad en het Europees Parlement krijgen zo de gelegenheid om
voldoende politieke sturing te geven tussen het uitbrengen van de
strategie en het indienen van het eventuele wetsvoorstel wat daaruit
voortkomt.
Ook vindt Nederland het van groot belang dat milieukwaliteitsdoelen
(richtwaarden) ondersteund worden door wettelijk (dwingende)
maatregelen (bronbeleid, waar nodig middelvoorschriften). Zonder
bronbeleid kunnen lidstaten moeilijk voldoen aan de richtwaarden.
Voorts pleit Nederland voor gebalanceerde integrale impact
assessments, waarin alle drie de pijlers van duurzaamheid
(economische, sociale en milieu-aspecten) en zowel de kosten als baten
worden meegenomen. Tot slot zal aandacht gevraagd worden voor
implementeerbaarheid en daadwerkelijke implementatie van Europese
voorstelen. Deze bovengenoemde punten zijn naar het oordeel van
Nederland niet voldoende geadresseerd in de voorliggende review.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken