ChristenUnie
Overleg over Iran
Overleg over Iran
donderdag 28 juni 2007 13:29
De 21 juni-brief van de minister klinkt somber. Iran heeft zijn
verrijkinggerelateerde activiteiten niet opgeschort. Op verschillende
fronten gaat het slechter met de relaties die de internationale
gemeenschap heeft met Iran. Wij zijn de minister dankbaar dat hij al
herhaaldelijk in internationaal verband heeft aangedrongen op
verbeteringen van deze omstandigheden.
Nucleair verrijkingsprogramma
Herhaaldelijk is in internationaal verband aangedrongen op controle
van Irans verrijkingsprogramma. Iran heeft hier (een onvervreemdbaar)
recht op binnen het non-proliferatie verdrag, maar is daarbij wel
onderworpen aan controle door het IAEA. Deze controle is de laatste
tijd nogal moeizaam gegaan, en verschillende partijen (waaronder de
VS) beweren dat Iran in het geheim werkt aan kernwapens. Op dit moment
zijn er volgens de IAEA geen bewijzen van het maken van kernwapens,
doch ze kan ook niet uitsluiten dat het programma alleen vreedzaam
wordt gebruikt. Sinds de brief van de minister heeft er echter een
interessante ontwikkeling plaatsgehad. Iran is met het IAEA
overeengekomen dat ze gaan werken aan een actieplan om de problemen
uit de weg te helpen. Wellicht geeft dit reden om even af te wachten.
Wat is de reactie van de minister op deze laatste ontwikkelingen?
Mensenrechten in Iran
In de brief van de minister staat dat de mensenrechtensituatie
verslechterd in Iran. Dit baart onze fractie bijzonder veel zorgen. In
het bijzonder de situatie van christenen en homo's vormt hier een
probleem. Het verschenen ambtsbericht over Iran laat een gematigd
beeld zien, maar informatie van Open Doors geeft wel aanleiding tot
zorg en geeft aan dat de realiteit erger is dan het ambtsbericht doet
vermoeden. Dit geldt met name voor christelijke bekeerlingen. Het gaat
ook om willekeurige arrestaties van kerkleiders, invallen in kerken
waarbij computers, boeken en dvd's worden meegenomen. Ook het deze
week verschenen rapport van Amnesty International draagt bij aan dit
gevoel.
Goed om te lezen dat op Nederlands initiatief er een EU-verklaring is
uitgegeven op 25 mei over de zorgelijke mensenrechtensituatie in Iran,
ook over de etnische en religieuze minderheden.
Daarnaast is deze week ook een rapport verschenen van Amnesty
International waarin duidelijk wordt dat in Iran nog kinderen worden
veroordeeld tot de doodstraf. De titel: Iran; the last executioner of
children verwijst naar het feit dat Iran dit jaar het enige land is
waar nog kinderen zijn veroordeeld tot de doodstraf. Dit alles ondanks
het feit dat Iran in internationaal verband ontkent dat deze executies
plaatsvinden. Mijn fractie is daarom ook blij dat Iran op
hoogambtelijk niveau is aangesproken op de mensenrechtensituatie. Maar
hoe kan de minister dit verder onder de aandacht blijven brengen van
het regime in Iran?
Waarom zit er eigenlijk nogal wat licht tussen het ambtsbericht en het
Amnesty-rapport?
Rol in de regio
Iran profileert zich de laatste jaren binnen het Midden-Oosten. Met
het aantreden van president Ahmedinejad in 2005 is Iran een andere weg
ingeslagen. De president bedient zich handig van allerlei antiwesterse
retoriek. Onduidelijk is of deze retoriek gericht is op de bevolking
en dient om zijn eigen populariteit te verhogen, of daadwerkelijke
bedreigingen zijn voor het Westen. In elk geval probeert Iran haar
invloedssfeer uit te breiden binnen de Islamitische wereld. De brief
van de minister maakt dit ook duidelijk. Zorgpunten hierin zijn de
steun die Iran geeft aan Hamas en Hezbollah en de anti-Israël
uitspraken die ermee gepaard gaan.
Ook duiken er regelmatig wapens op in Irak en Afghanistan die zeer
waarschijnlijk uit Iran afkomstig zijn. Dit gaat verder dan "slechts"
antiwesterse retoriek en de internationale gemeenschap dient hier ook
tegen op te treden. Dit wordt ook nog eens duidelijk door het feit dat
Iran (een 90% Shiitisch land) financiële steun verleent aan de
(Soennitische) Hamas, terwijl binnen Iran vaak zelfs sprake is van
discriminatie van Soennieten. Dit geeft aan dat het hier gaat om
invloed uitoefenen.
Mijn fractie is zeer ontevreden met deze Midden Oosten politiek van
Iran. Het steunen van terroristische organisaties, het uitzetten van
duizenden Afghaanse vluchtelingen en het vermoedelijk smokkelen van
wapens naar terroristische groeperingen in Irak en Afghanistan hebben
volgens de fractie van de ChristenUnie een ontwrichtende werking op
het gehele Midden Oosten. Ook de dreigementen die Iran heeft geuit
richting Israël zijn onacceptabel.
Kamervragen exportsubsidies
In het debat wat recent heeft plaatsgevonden over de handelsmissie van
Nederland naar Iran is uiteindelijk door het kabinet besloten steun in
te trekken. In vragen die ik eerder heb gesteld vraag ik de minister
of hij bereid is ook naar de exportsubsidies te kijken. Hiermee worden
politieke risico's afgedekt die het land zelf over zich afroept. De
vraag is of Nederland hiervoor zich moet laten gebruiken.
De Volkskrant berichtte over 545 miljoen euro aan exportgaranties van
Nederland. Het maximale bedrag is al teruggebracht tot 25 miljoen.
Wordt het niet tijd om hier nog verder naar te gaan kijken, nu het
kabinet ook actief zijn steun aan de handelsmissie heeft ingetrokken.
Naar de mening van mijn fractie zou het stopzetten van deze garanties
in lijn zijn met de ingetrokken steun aan de handelsmissie. Ik hoop
dat u de eerder gestelde vragen hierover zo snel mogelijk kunt
beantwoorden.
Ik wil tot slot benadrukken dat de algehele situatie in Iran zeer
zorgwekkend is. Er zijn echter enkele lichtpuntjes aan de horizon. De
overeenkomst die enkele dagen geleden gesloten is tussen Iran en de
IAEA om de problemen met het nucleaire programma van Iran uit de weg
te ruimen, biedt hoop. Het toepassen van een volledige handelsembargo
lijkt ons nog niet op zijn plaats. Ook het afsnijden van de
diplomatieke banden leidt naar het idee van mijn fractie niet tot een
oplossing. Sterker nog, het maakt de dialoog onmogelijk. Hoe
verwerpelijk en zorgelijk de acties van Iran ook mogen zijn, op dit
moment heeft een diplomatieke oplossing de prioriteit.
Alleen de uitgesproken tekst geldt