Nederlandse Tafeltennisbond
C-trainers houden intervisiebijeenkomst
28-06-2007
Vrijdag 22 juni en zaterdag 23 juni 2007 zijn de C-trainers bijeen
geweest om met elkaar van gedachte te wisselen over het trainersvak.
Hiervoor hebben zij in 2005 een intervisiegroep opgericht. De
belangrijkste reden om te komen tot een intervisiegroep is zich samen
met collegae verder in het trainersvak te willen ontwikkelen.
Daarnaast wordt de mogelijkheid open gehouden gevraagd en ongevraagd
advies te geven aan verenigingen, VVTT, NTTB en trainers. De groep
komt tweemaal per jaar bijeen.
Aanvankelijk maakte alle tien de C-trainers deel uit van de groep.
Deelnemers intervisiegroep zijn Peter Boon, Titus Damsma, Pieke
Franssen, Luc Janssen, Vincent van Kuijck, Loek van de Leur, Theo
Rieken, Terry Schaffers en Achim Sialino. Inmiddels heeft Bob Leijsen,
verminderde interesse in het vak, zich terug getrokken.
Het doel van intervisie is o.a. om met elkaar te leren, het raadplegen
van collegae inzake persoonlijke trainers- en coachproblemen, het
reflecteren op bepaalde vakproblemen, het elkaar beter leren kennen om
tot een meer vruchtbare samenwerking te komen maar ook gezellig met
collegae over je vak en andere zaken te praten.
Vrijdagavond is gezamenlijk met inspanningfysioloog Lammert Klok van
gedachte gewisseld over nieuwe trends en opvattingen aangaande
conditietraining. Naast het opfrissen van de kennis werden onderling
een aantal vormen van conditietrainingen uitgewisseld en besproken met
de uitgenodigde deskundige.
Zaterdag werden twee problemen volgens de intervisiemethode besproken.
Eerste probleemstelling
Individuele begeleider: relatie speler en trainer
De volgende algemene onderwerpen werden als belangrijk ervaren
(willekeurige volgorde)
1. Weet goed wie je bent en waarom je dit doet (reflectie).
2. Bespreek jouw visie t.a.v. van persoonlijke begeleiding met
de speler.
3. Maak duidelijke afspraken over jouw rol en de rollen van de
mensen om je heen (ouders, andere trainers,..)
4. Stel duidelijke voorwaarden waaronder jij wil werken. Werk
alleen met spelers waar het mee klikt.
5. Leef je in in (de belevingswereld van) je speler. Opleiden
van spelers gaat verder dan ze alleen steeds betere leren
tafeltennissen.
6. Bouw een goede relatie met de ouders van je speler op en
houdt hen in alles op de hoogte. Ook wat betreft technische zaken!
7. Zet lijnen uit en bewaak deze: als het proces goed is komen
prestaties vanzelf.
8. Pak problemen of storende factoren meteen aan.
9. Houd de ontwikkelingsmogelijkheden van je speler goed in
beeld en communiceer deze zodat er geen valse verwachtingen gewekt
worden.
10. Straal autoriteit uit en eis deze op: geef duidelijk aan
waarom je beslissingen neemt.
Tweede probleemstelling
De relatie verenigingstrainer / bondstrainer besproken a.d.h.v. het
selectiebeleid.
Zonder hier uitgebreid op in te gaan werd duidelijk, maar niet
verrassend, dat een regelmatige en open communicatie een must is voor
een goede relatie. Het is van belang dat het gehele jaar door
intensief contact is tussen bondstrainer en verenigingstrainer.
Tussendoor loopt de relatie met de ouders. Beiden trainers zullen
zorgvuldig met de ouders om moeten gaan en dezelfde taal moeten
spreken. Hierbij is van belang dat er geen enkel misverstand mag
bestaan t.a.v. selectiecriteria.