College van Beroep voor het bedrijfsleven

Bijzonder geval. Matiging bruto terugvorderingsbedrag

Ten onrechte is aan betrokkene in 2003 suppletie nabetaald tot een bedrag van ⬠21.309,44 netto. Betrokkene wil dit bedrag direct terugstorten maar dat wordt haar afgeraden omdat er nog geen vordering openstond. In 2004 wordt een bruto bedrag van ⬠32.898,74 teruggevorderd. De Raad is van oordeel dat zich hier een bijzonder geval voordoet waarin het bestuursorgaan niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten de in 2003 onverschuldigd betaalde suppletie in 2004 geheel en bruto van betrokkene terug te vorderen. Betrokkene heeft de gemaakte fout door onmiddellijke terugbetaling willen herstellen maar werd daarvan weerhouden onder de toezegging dat de gemaakte fout bij de jaaropgave zou worden rechtgetrokken, welke belofte niet werd nagekomen. Om het bruto verrekeningstraject niet te doorkruisen komt het de Raad geraden voor te bepalen dat het bruto terug te vorderen bedrag wordt gematigd tot een bedrag van ⬠15.000,-.

LJ Nummer:

BA5369

Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 28 juni 2007