European Union



IP/07/915

Brussel, 27 juni 2007

Nationaliteitseis voor notarissen: de Commissie brengt zeven lidstaten voor het Hof van Justitie om naleving van het non-discriminatiebeginsel te garanderen

De Europese Commissie heeft besloten bij het Hof van Justitie een zaak aanhangig te maken tegen België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Luxemburg en Oostenrijk, want in deze lidstaten mogen slechts onderdanen van die lidstaten het beroep van notaris uitoefenen. De Commissie maakt ook een zaak tegen Portugal aanhangig, want dat land heeft Richtlijn 89/48 nog steeds niet omgezet in nationaal recht wat het beroep van notaris betreft.

Volgens de Commissie is deze nationaliteitseis strijdig met de vrijheid van vestiging overeenkomstig artikel 43 van het EG-Verdrag en niet gerechtvaardigd op grond van artikel 45 van het EG-Verdrag dat werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag uitsluit.

De uitoefening van het openbaar gezag moet volgens het Hof van Justitie direct en specifiek zijn. De Commissie is van oordeel dat dit niet het geval is voor notarissen, daar deze geen besluiten kunnen nemen tegen de wil van de personen door wie zij worden geraadpleegd. Met andere woorden, zij nemen geen besluiten en oefenen dus geen gezag uit namens de staat.

Daar genoemde lidstaten bij hun standpunt blijven in hun antwoord op het met redenen omklede advies, heeft de Commissie besloten de zaak voor het Hof te brengen.

Nederland heeft daarentegen laten weten gevolg te geven aan het met redenen omklede advies van de Commissie. Hiermee volgt Nederland het voorbeeld van Spanje, Italië en Portugal die de nationaliteitseis voor het beroep van notaris reeds hebben laten vallen.

Het wegvallen van deze eis brengt geen wijziging in de rechtspositie van notarissen, en met name niet in het feit dat bepaalde werkzaamheden aan hen zijn voorbehouden. Deze inbreukprocedures raken niet aan de bevoegdheid van de lidstaten regels uit te vaardigen voor het notarisberoep en maatregelen te nemen ter waarborging van de kwaliteit van notarisdiensten. Zo kunnen zij eisen dat bepaalde examens moeten worden afgelegd.

Wat de opleiding voor het beroep van notaris betreft, zijn er minder belemmerende middelen om ervoor te zorgen dat deze van een voldoende hoog niveau is, namelijk de toepassing van Richtlijn 89/48 inzake de erkenning van diploma's, volgens welke de kennis van het nationale recht kan worden gecontroleerd door middel van een proeve van bekwaamheid of een stage. Dat bedoelde richtlijn nog steeds niet in nationaal recht is omgezet is het tweede bezwaar wat deze lidstaten betreft, met uitzondering van Frankrijk die de richtlijn wel heeft omgezet. Portugal heeft Richtlijn 89/48 echter nog steeds niet omgezet voor het beroep van notaris. Ook in dit verband is de Commissie naar het Hof van Justitie gegaan.

Het laatste nieuws over inbreukprocedures tegen de lidstaten is te vinden op:

http://ec.europa.eu/community_law/eulaw/index_en.htm