IP/07/933
Brussel, 27 juni 2007
Milieu: België en Italië krijgen laatste waarschuwing alvorens hun mogelijk
een boete dreigt wegens inbreuk op de EU-wetgeving
De Europese Commissie stuurt België en Italië een laatste waarschuwing dat
zij opnieuw gedaagd en mogelijk beboet zullen worden als zij de
EU-milieuwetgeving niet volledig omzetten. Het betreft feiten waarvoor zij
vorig jaar door het Europees Hof van Justitie zijn veroordeeld. Het Vlaamse
Gewest (België) heeft de EU-richtlijn inzake strategische
milieueffectrapportage niet omgezet en Italië heeft de omzetting van de
waterkaderrichtlijn nog niet voltooid. Mochten België en Italië nalaten deze
tekortkomingen te verhelpen, dan kan de Commissie krachtens artikel 228 van
het Verdrag het Hof van Justitie vragen om beide lidstaten een boete op te
leggen.
Volgens milieucommissaris Stavros Dimas "verwachten de Europese
burgers van de Europese Unie dat zij hun milieu beschermt, maar onze
maatregelen kunnen niet doeltreffend zijn als de lidstaten hun
verbintenissen niet nakomen. België en Italië zijn meer dan twee jaar
te laat met de omzetting van deze belangrijke wetgeving. Ik spoor hen
dan ook aan hier onverwijld werk van te maken."
Strategische milieueffectrapportage in het Vlaamse Gewest (België)
De richtlijn betreffende strategische milieueffectrapportage^ moet
ervoor zorgen dat de gevolgen voor het milieu van bepaalde openbare
plannen en programma's die waarschijnlijk een aanzienlijk effect op
het milieu zullen hebben, tijdens de voorbereiding en vóór de
goedkeuring daarvan al in kaart worden gebracht en beoordeeld. De
plannen en programma's in kwestie vallen onder de sectoren vervoer,
landbouw, industrie en toerisme. Door het publiek in een vroeg stadium
bij de plannen te betrekken en milieuaspecten in de beoordeling te
integreren, draagt de richtlijn bij aan meer transparante
planningprocessen.
Na een door de Commissie ingeleide inbreukprocedure^ oordeelde het
Hof van Justitie in december 2006 dat België zijn verplichtingen niet
was nagekomen omdat het Vlaamse Gewest de richtlijn betreffende
strategische milieueffectrapportage niet had omgezet. De
omzettingstermijn verstreek op 21 juli 2004.
Sinds het arrest van het Hof van Justitie heeft de Vlaamse regering
wel stappen ondernomen voor het omzetten van de richtlijn, maar het
proces is nog niet voltooid. Gezien de voortdurende inbreuk op de
EU-wetgeving stuurde de Commissie België krachtens artikel 228 in
maart 2007 een eerste schriftelijke aanmaning en stuurt zij nu een
laatste herinnering dat Vlaanderen onverkort aan de richtlijn moet
voldoen.
Waterkaderrichtlijn in Italië
De waterkaderrichtlijn is de hoeksteen van het EU-beleid voor
waterbescherming. De richtlijn voorziet in een Europees kader voor de
bescherming van alle wateren in de Europese Unie - rivieren, meren,
kustwateren en grondwater. Doel van de richtlijn is dat alle wateren
tegen 2015 van goede kwaliteit moeten zijn. Dit moet worden bereikt
door beperking van de verontreiniging en door het gezamenlijk beheer
van alle wateren die deel uitmaken van ieder stroomgebied.
Na een door de Commissie ingeleide inbreukprocedure^ veroordeelde
het Hof van Justitie Italië op 12 januari 2006 voor het niet omzetten
van de richtlijn. De omzettingstermijn verstreek op 22 december 2003.
In mei 2006 stuurde Italië de Commissie de tekst van een besluit dat
de waterkaderrichtlijn omzet. De Commissie is echter van mening dat de
omzetting in het besluit niet volledig is. Met name de bepalingen tot
vaststelling van de voorwaarden waaronder een lidstaat van de
milieudoelstellingen en tijdschema's van de richtlijn mag afwijken,
zijn slechts gedeeltelijk omgezet.
Daarom stuurde de Commissie Italië in december 2006 krachtens artikel
228 een eerste schriftelijke aanmaning. Aangezien de situatie
sindsdien niet wezenlijk is veranderd, stuurt de Commissie nu een
laatste herinnering.
Juridische procedure
Artikel 226 van het Verdrag verleent de Commissie de bevoegdheid om in
rechte op te treden tegen een lidstaat die zijn verplichtingen niet
nakomt.
Als de Commissie van oordeel is dat er sprake kan zijn van een inbreuk
op EU-wetgeving die de inleiding van een inbreukprocedure
rechtvaardigt, stuurt zij een eerste "schriftelijke aanmaning" aan de
betrokken lidstaat met het verzoek om tegen een bepaalde datum -
meestal binnen twee maanden - opmerkingen in te dienen.
In het licht van het antwoord van de betrokken lidstaat of het
ontbreken van een dergelijk antwoord, kan de Commissie besluiten een
"met redenen omkleed advies" (tweede schriftelijke aanmaning) tot de
lidstaat te richten. Daarin wordt duidelijk en definitief uiteengezet
waarom zij van mening is dat er een inbreuk op de EU-wetgeving is
geweest en wordt de lidstaat verzocht om binnen een bepaalde periode,
meestal twee maanden, zijn verplichtingen na te komen.
Indien de lidstaat het met redenen omkleed advies naast zich neerlegt,
kan de Commissie besluiten de zaak voor het Europees Hof van Justitie
te brengen. Als het Hof van Justitie tot het besluit komt dat er
sprake is van een inbreuk op het Verdrag, moet de lidstaat die de
overtreding heeft begaan alle nodige maatregelen treffen om aan zijn
verplichtingen te voldoen.
Artikel 228 van het Verdrag geeft de Commissie de bevoegdheid om op te
treden tegen een lidstaat die geen gevolg heeft gegeven aan een eerder
arrest van het Europees Hof van Justitie. Dit artikel voorziet
eveneens in de mogelijkheid voor de Commissie, het Hof te verzoeken de
lidstaat een dwangsom op te leggen.
Voor de recentste gegevens over inbreuken in het algemeen, zie:
http://ec.europa.eu/environment/law/index.htm
---
Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen
voor het milieu van bepaalde plannen en programma's.
Zaak C-2002/054.
Richtlijn 2000/60/EG tot vaststelling van een kader voor
communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid.
Zaak C-2002/085.
European Union