Den Haag, 26 juni 2007
Vragen van de leden Arib en Kuiken (beiden PvdA) aan de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over eerwraak en politieoptreden naar aanleiding van de moord op NS station Alkmaar.
1.
Hebt u kennisgenomen van het schietincident in Alkmaar waarbij een 24 jarige vrouw is doodgeschoten en waarna de de dader zichzelf schoot en later is overleden?
2.
Klopt het dat hier sprake is van huiselijk geweld en mogelijk eerwraak?
3.
Klopt het dat het slachtoffer in september 2006 aangifte heeft gedaan en daarna een aantal keren meldingen van dreigementen heeft gedaan van geweld en dat de politie een maatschappelijk werker op heeft afgestuurd? Zo ja, wat vindt u van deze aanpak?
4.
Hoe ziet het met het plan van aanpak van eerwraak waarin wordt gesteld dat de politie bij mogelijk eerwraak een 'risicoanalyse' moet maken om aan de hand hiervan het veiligheidsrisico te kunnen inschatten? Is de politie in Alkmaar op de hoogte geweest van het landelijke aanpak eerwraak? Is de politie in Alkmaar op de hoogte van de risicogroepen waar eerwraak veel voorkomt?
5.
Heeft het politiekorps in Alkmaar een risicoanalyse gemaakt naar aanleiding van de aangifte die het slachtoffer in september heeft gedaan? Zo ja, wat is hiervan de uitkomst en op welke wijze is de politie te werk gegaan om het slachtoffer te beschermen?
6.
Bent u bereid een onafhankelijk en grondig onderzoek in te stellen naar de wijze waarop de politie in Alkmaar met dit schiet 'incident' is omgegaan?
7.
Bent u bereid de kamer te informeren hoe andere politiekorpsen in de rest van het land met aangiftes van huiselijk geweld en eerwraak omgaan?
8. Kunt u deze vragen voor dinsdag 3 juli beantwoorden?
Partij van de Arbeid