LTO Noord
LTO: verder inkomensherstel nodig voor land- en tuinbouw
Agrarische sector geeft stevige impuls aan nationale economie
De agrarische sector geeft een stevige impuls aan de nationale
economie. Het economisch herstel van de land- en tuinbouw en de
behoorlijk verbeterde inkomens heeft zich in 2006 voortgezet en de
perspectieven zijn redelijk gunstig. ,,Prijsherstel is hard nodig na
een lange periode van waarin de opbrengstprijzen in reële zin zijn
gedaaldâ, zegt voorzitter Albert Jan Maat van LTO Nederland naar
aanleiding van het vandaag gepresenteerde Landbouw-Economisch Bericht
2007.
Dit rapport van het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) geeft inzicht
in ontwikkeling in de agrarische sector en zoemt in op de
bedrijfsresultaten in het afgelopen jaar. Een verder herstel is
volgens Maat óók nodig om uit de besparingen investeringen te doen
en zo de concurrentie aan te kunnen op de vrijer wordende
internationale markten. Tevens moet geïnvesteerd worden in duurzame
productiesystemen om tegemoet te komen aan maatschappelijke wensen.
LTO stelt vast dat het aantal agrarische bedrijven met een laag
inkomen fors is afgenomen. Toch moesten nog drie op de tien bedrijven
het in 2006 doen met een inkomen onder 25.000 euro. Daaronder bevinden
zich veel kleine bedrijven, maar ook middelgrote en grotere bedrijven,
die door uiteenlopende omstandigheden een slecht jaar achter de rug
hebben. ,,Versterking van het ondernemerschap, meer ruimte te kunnen
ondernemen, vernieuwing van de bedrijven, minder lastendruk en de
focus op de markt moeten ook voor deze ondernemers bijdragen aan nieuw
perspectief. Wij ondersteunen leden bij het realiseren van een
duurzame positie in de markt en de samenlevingâ, aldus LTO-voorzitter
Maat.
De export van het totale agrocomplex, de met land- en tuinbouw
verwante sectoren en de voedingsmiddelenindustrie, steeg vorig jaar
met 8% naar 54 miljard euro. Het agrarisch handelsoverschot nam vorig
jaar toe tot 23,4 miljard euro, terwijl het totale Nederlandse
handelsoverschot licht groeide naar 33,2 miljard. De agrarische handel
is derhalve goed voor tweederde deel van het nationale
handelsoverschot.
De huidige perspectieven voor boeren en tuinders zijn volgens LTO
duidelijk beter dan voorheen. Dat komt door onder meer veranderende
vraag- en aanbodsverhoudingen op de wereldmarkt â zie ontwikkelingen
op de zuivel- en graanmarkt â en veranderingen op de energiemarkt;
land- en tuinbouwbedrijven zullen met biomassa en de kas als
energiebron zelf steeds meer energie gaan produceren.
Milieu en duurzaamheid
De milieubelasting door land- en tuinbouwbedrijven is de afgelopen
vijftien jaar sterk verminderd. Dit geldt zowel voor het verbruik van
meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen als de uitstoot van ammoniak
en broeikasgassen. Ook het energieverbruik is sectorbreed verminderd.
LTO vindt dat de land- en tuinbouw een belangrijk aandeel kan leveren
in het verminderen van de CO2-uitstoot, waar dit kabinet sterk op
inzet.
Waar het gaat om nieuwe technologie op het gebied van energie en
klimaat heeft de agrarische sector veel in huis: op het gebied van
duurzaam en efficiënt liggen er volop kansen. Dat betekent ruimte
maken voor nieuwe ontwikkelingen, de sterke kanten van het
bedrijfsleven stimuleren en ook internationaal benutten. Volgens Maat
wil het agrarisch bedrijfsleven een substantiële bijdrage leveren om
de ambitieuze doelstellingen van het kabinet (min 20 procent
CO2-uitstoot in 2020) waar te maken. LTO Nederland heeft dan ook
verheugd gereageerd op het voornemen van minister Cramer (Milieu) om
dit najaar een duurzaamheidsakkoord met het bedrijfsleven af te
sluiten.
Arbeid en verzuim
Volgens het LEB is het ziekteverzuim van werknemers in de agrarische
sector tussen 2002 en 2005 gedaald van 4% naar 2,6%. Dat is opvallend
omdat het in de land- en tuinbouw meestal om relatief zwaar
lichamelijke arbeid gaat. De agrarische sector zit in de nationale
kopgroep met laagste verzuimcijfers en zit ruimschoots onder het
landelijke gemiddelde. De gunstige verzuimcijfers, waar zowel
werknemers als werkgevers mee zijn gebaat, zijn volgens LTO mede te
danken aan de jarenlange inzet van het bedrijfsleven op het gebied van
preventie, begeleiding, herintreding en verbetering van
arbeidsomstandigheden.
LTO Noord, woensdag 27 juni 2007