abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
26 juni 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VenW/DGTL/07.8763 -
Onderwerp
reactie op motie Atsma c.s. (30800-XIV, nr. 47) inzake kentekening van land- en
bosbouwtrekkers
Geachte voorzitter,
Met deze brief reageer ik op de motie Atsma cs (Kamerstukken II 2006/07 30800 XIV,
nr. 47) van 7 december 2006, die door uw Kamer is aangenomen.
In haar brief van 20 november 2006 (Kamerstukken II 2006/07 30800 XII en 21109,
nr. 46) heeft mijn ambtsvoorganger haar plannen aan u kenbaar gemaakt om een
kentekenplicht in te voeren voor land- en bosbouwtrekkers. Deze maatregel zou de
noodzakelijke voorwaarde vormen voor de invoering van een rijbewijsplicht voor
bestuurders van land- en bosbouwtrekkers en voor een eventuele verhoging van de
toegestane maximum snelheid van 25 km/uur naar 40 km/uur voor de veiligste typen
land- en bosbouwtrekkers en alleen op nog nader te bepalen typen wegen.
Met de motie Atsma waarschuwde vervolgens een kamermeerderheid tegen de hoge
administratieve lasten die kentekening met zich mee zou brengen. In de motie wordt
de regering verzocht geen voorstellen te doen aangaande de invoering van een
kenteken voor tractoren, aanhangers en machines. De redenen hiervoor zijn dat
invoering van kentekens voor tractoren leidt tot extra regel- en werkdruk, extra kosten
en op veel praktische bezwaren stuit.
Mijn ambtsvoorganger heeft u in haar brief van 19 februari jl. (Kamerstukken II
2006/07 330800 XII en 30800 XIV, nr. 53) meegedeeld dat zij zich kan verplaatsen in
de gedachte van de kamermeerderheid dat - gelet op een kabinetsbeleid van
deregulering en lastenverlichting - vraagtekens kunnen worden geplaatst bij de
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VenW/DGTL/07.8763
invoering van een kentekenplicht voor land- en bosbouwtrekkers. Daarom heeft zij
aangekondigd dat zij de daarop volgende periode zou gebruiken om een exacter beeld
te krijgen van de tot dan toe globaal ingeschatte administratieve lasten van
kentekening. Inmiddels zijn de administratieve lasten nauwkeurig berekend.
Uit deze berekening is gebleken dat de invoering van louter een kentekenplicht een
bedrag van totaal ruim 53 miljoen aan kosten en administratieve lasten veroorzaakt
( 5.6 miljoen aan kosten voor conversie van 250.000 voertuigen en zware
aanhangwagens, 10.6 miljoen aan kosten voor kentekenplaten en volgplaten en
36.8 miljoen aan administratieve lasten). Dat is een gemiddelde last van 662,50 per
betrokken bedrijf. De kosten en administratieve lasten van de voorgenomen
aanvullende maatregelen (invoering van een rijbewijsplicht en verhoging van de
toegestane maximum snelheid) zijn dan buiten beschouwing gelaten. In een scenario
waarin alleen 200.000 trekkers worden gekentekend en er niets wordt gedaan voor
aanhangwagens, beloopt het totaal aan kosten en administratieve lasten ruim 27.8
miljoen ( 4.5 miljoen aan kosten voor conversie van 200.000 voertuigen, 2.5
miljoen aan kosten voor kentekenplaten en 20.8 miljoen aan administratieve lasten).
Per bedrijf betekent dit een gemiddelde last van 347,50.
Deze uitkomsten heb ik moeten afwegen tegen de opbrengsten in termen van
verkeersveiligheid, het doel dat wordt beoogd met het voornemen om een
kentekenplicht voor land- en bosbouwtrekkers in te voeren in combinatie met een
rijbewijsplicht en een verhoging van de toegestane maximumsnelheid. De
administratieve lasten zouden zijn te rechtvaardigen als daar substantiële positieve
effecten op de verkeersveiligheid tegenover staan. Het aantal dodelijke slachtoffers
door ongevallen op de openbare weg waarbij een trekker is betrokken, bedraagt
gemiddeld over een periode van 10 jaar 17 per jaar. In dit aantal zijn zowel de
trekkersbestuurders als de andere verkeersdeelnemers meegerekend. Hoewel er een
positief effect op de verkeersveiligheid mag worden verwacht als de kentekenplicht
wordt gekoppeld aan de invoering van een hogere maximumsnelheid, de invoering
van een trekkerrijbewijs en een strengere handhaving, valt niet met zekerheid te
zeggen in hoeverre de bijdrage aan de reductie van dat aantal verkeersdoden
substantieel is. Hieruit ontstaat een beeld van hoge administratieve lasten enerzijds en
onzekere opbrengsten in termen van verkeersveiligheid anderzijds.
Het bovenstaande brengt mij ertoe dat ik vooralsnog geen aanleiding zie om het
voornemen tot invoering van een kentekenplicht voor land- en bosbouwtrekkers door
te zetten. Dit betekent tevens dat de daarmee gepaard gaande invoering van een
rijbewijsplicht en verhoging van de toegestane maximumsnelheid niet zullen worden
geëffectueerd, want deze laatste kunnen zonder kentekenplicht niet worden
gehandhaafd. Ik volg daarmee de kamermeerderheid en voer de motie Atsma uit.
Tegelijkertijd wil ik niet berusten in het relatief hoge aantal verkeersslachtoffers
waarbij landbouwvoertuigen betrokken zijn. Daarom wil ik kijken of er mogelijkheden
zijn om op andere manieren het aantal slachtoffers terug te dringen. Ik zal daartoe
---
VenW/DGTL/07.8763
nader onderzoek laten doen naar de oorzaken van de ongevallen en aan de hand
daarvan laten uitzoeken of er alternatieve maatregelen zijn die daarbij passen.
Van de verdere voortgang zal ik u op de hoogte houden.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat