De Nederlandse Bank


DNB publiceert Statistisch Bulletin juni 2007

Persbericht

Details persbericht
Datum 27 juni 2007

In dit nummer: Een nieuwe statistiek voor meer inzicht in het retailbetalingsverkeer, Behalen pensioenfondsen de rendementen die ze nastreven?, Grensoverschrijdend effectenbezit voor het eerst boven EUR 1.000 miljard, Internationale kredietverlening door Nederlandse banken.

Daling kort spaargeld

De eenvoudig opneembare spaargelden van huishoudens met een opzegtermijn van maximaal drie maanden, de belangrijkste categorie deposito's, zijn de afgelopen maanden gedaald, in april tot EUR 204 miljard. Al in de tweede helft van 2006 trad een stabilisatie rond EUR 210 miljard op, waarmee een einde kwam aan de jarenlange stijging van deze spaargelden die huishoudens in het eurogebied bij Nederlandse banken aanhouden, ook op internetspaarrekeningen. Het spaargeld dat voor langere tijd wordt vastgezet, is daarentegen sterk toegenomen. Stond in januari nog EUR 27 miljard van huishoudens in het eurogebied op vaste deposito's, inmiddels is dat bedrag opgelopen tot EUR 36 miljard. Deze verschuiving van kort naar 'lang' - bij de meeste deposito's gaat het om looptijden tot maximaal één jaar - weerspiegelt grotendeels renteontwikkelingen: de rente op het voor maximaal een jaar vastgezet geld is wél gestegen, met meer dan een procentpunt in anderhalf jaar, maar op snel opneembaar spaargeld niet

Behalen pensioenfondsen de rendementen die ze nastreven?

Ultimo 2006 beheerden Nederlandse pensioenfondsen zo'n EUR 700 miljard aan beleggingen. Een zorgvuldig beheer daarvan is van groot belang. De verplichtingen aan toekomstige gepensioneerden zullen immers voor een belangrijk deel voldaan moeten kunnen worden uit de opbrengst van de beleggingen. Om die verplichtingen na te komen, beleggen pensioenfondsen de premies in diverse financiële instrumenten zoals onroerend goed, aandelen en participaties, en vastrentende waarden. Zij trachten door daarin actief te handelen een overrendement te behalen ten opzichte van zogeheten benchmarks die ze vooraf kiezen. Voor beleggingen in effecten zijn de Nederlandse pensioenfondsen daarin in de periode 1999 tot en met 2006 daadwerkelijk geslaagd. Over deze hele periode bezien is het (gecumuleerde) overrendement op de portefeuille met verhandelbare effecten uitgekomen op zo'n 1¾ procentpunt. De spreiding van de bijdragen daaraan van individuele pensioenfondsen was overigens aanzienlijk.

Grensoverschrijdend effectenbezit voor het eerst boven EUR 1.000 miljard

Nederlanders en buitenlanders bezaten aan het eind van 2006 voor het eerst beide meer dan EUR 1.000 miljard van elkaars effecten (aandelen en verhandelbare schuldpapieren). Het Nederlandse bezit aan buitenlandse en het buitenlandse bezit aan Nederlandse effecten overschreden die 'magische' grens gelijktijdig. Al een aantal jaren ontlopen ze elkaar weinig en ook in 2006 verschilde de groei niet veel. Ditmaal waren het de buitenlandse beleggers die een wat hoger rendement behaalden op hun portefeuille met Nederlandse effecten. Nederlandse beleggers zagen ondanks koerswinsten en hogere rentevergoedingen hun buitenlandse effecten wat minder in waarde stijgen door de daling van de wisselkoers van onder andere de dollar

Internationale kredietverlening door Nederlandse banken

De internationale kredietverlening door vestigingen van Nederlandse banken in binnen- en buitenland is vorig jaar met 13 procent toegenomen tot bijna EUR 1.600 miljard. Dat is een aanzienlijk bedrag, zo'n 60 procent van het geconsolideerde balanstotaal, dat De Nederlandsche Bank dan ook uit hoofde van haar toezichtfunctie kritisch beoordeelt op eventuele risico's. Die risico's hangen bijvoorbeeld af van het land van de debiteur of de garant staande moedermaatschappij. In de verdeling van de kredietverlening naar land is het afgelopen jaar weinig veranderd. Economisch ontwikkelde landen blijven van Nederlandse banken het meeste krediet ontvangen. Wel is het lokaal verstrekte krediet aan de sterk groeiende economieën van India en China opnieuw flink toegenomen.

Een nieuwe statistiek voor meer inzicht in het retailbetalingsverkeer

Hoe vaak pinnen Nederlanders? Hoe vaak chippen ze? En hoe wijdverbreid is elektronisch bankieren bij consumenten en bedrijven tegenwoordig? Voor een antwoord op die vragen hebben banken en DNB in 2004 het initiatief genomen tot een statistiek van het betalingsverkeer. De eerste cijfers, over de jaren 2005 en 2006, laten zien dat in het binnenlandse betalingsverkeer zowel het aantal betalingen als de waarde ervan sterk blijven groeien. Pinnen in winkels is helemaal ingeburgerd, gezien de bijna 1,5 miljard transacties in 2006. Maar ook thuis of in bedrijven kiezen Nederlanders steeds meer voor elektronisch betalen. Voor meer informatie zie het aparte persbericht hierover dat vandaag verschijnt op de website van DNB.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans (tel. 020-5243100, 06-52496961) en Herman Lutke Schipholt (020-5242712, 06-52496900).