abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
27 juni 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VenW/DGP-2007/4950 -
Onderwerp
Hanzelijn
Geachte voorzitter,
Bij de behandeling van de begroting van Verkeer en Waterstaat voor het jaar 2007 op
26 en 30 oktober 2006 zijn door de leden Dijksma en Slob vragen gesteld over het
budget voor de Hanzelijn en de aanbestedingen, tegen de achtergrond van eerdere
discussie over de kruising van de Hanzelijn met de IJssel. Naar aanleiding van deze
vragen heeft mijn ambtsvoorganger de Kamer een vertrouwelijke brief toegezegd en
heeft tevens de bereidheid uitgesproken naar aanleiding van deze brief met de Kamer,
eveneens vertrouwelijk, van gedachten te wisselen. Aan dit verzoek heb ik voldaan met
mijn vertrouwelijke brief van 30 mei 2007.
Naar aanleiding van de mededeling (kamerstuk 27 569 nr. 19) dat deze brief ter inzage
is gelegd bij het Centraal Informatiepunt, verzocht u mij deze brief te splitsen in een
vertrouwelijk en een openbaar gedeelte, waarin ook de politieke conclusies worden
opgenomen. U heeft aangegeven het openbare deel te willen betrekken bij het verzamel
AO spoor. Bijgaand voldoe ik aan uw verzoek.
Uitgaande van de projectomschrijving voor de Hanzelijn, zoals is vastgelegd in de
aanlegbeschikking voor de Hanzelijn van 5 juli 2005, constateer ik op basis van
informatie van ProRail dat het verantwoord is om het budget van de Hanzelijn te
verlagen met een bedrag van 14,9 mln. (prijspeil 2006). Daarbij is rekening gehouden
met het resultaat van de aanbestedingen, alsmede, overeenkomstig hetgeen mijn
ambtsvoorganger hierover heeft opgemerkt bij de behandeling van de begroting
Infrastructuurfonds 2007, het risicoprofiel van toekomstige aanbestedingen. Deze
aanpassing zal worden verwerkt in de begroting infrastructuurfonds 2008.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VenW/DGP-2007/4950
Met betrekking tot de besteding van dit bedrag van 14,9 mln. is in de vertrouwelijke
brief van 30 mei 2007 het volgende opgemerkt.
(citaat)
In de begroting Infrastructuurfonds 2005 is aangegeven dat als gevolg van het
ministerraadsbesluit `Doelmatiger aanbesteden' de projectbudgetten van Hanzelijn
en Regionet zijn verlaagd met 3% (nominaal resp. 20,5 en 5,2 mln.) en dat bij
de overige projecten deze niet meer kon worden verwerkt, ondermeer als gevolg
van afgeronde aanbestedingen of juridische verplichtingen. Het restant van de
taakstelling bedroeg op dat moment 200 mln. tot 2012. In de begroting 2007
resteert hiervan nog een bedrag van 145,5 mln. dat vooralsnog in mindering is
gebracht op het beschikbare budget voor de Tweede Fase Herstelplan Spoor
(uitgaven en ontvangsten van ProRail ten behoeve van beheer en onderhoud).
Aanbestedingsresultaten dienen dus primair te worden ingezet om dit bedrag te
realiseren. Dat geldt ook voor aanbestedingsresultaten van de Hanzelijn.
(einde citaat)
Ter toelichting kan ik hier nog aan toevoegen dat als de meevallers niet zouden worden
ingezet om de reeds ingeboekte aanbestedingsresultaten te dekken, dit zou leiden tot
een budgettair tekort dat in eerste instantie ten koste zal gaan beheer en
instandhouding.
In de vertrouwelijke brief wordt tevens ingegaan op de relatie tussen de
aanbestedingsresultaten en de IJsselkruising. Alvorens te citeren uit de vertrouwelijke
brief, hecht ik er aan uit de voorgaande passage de conclusie te trekken dat er geen
relatie bestaat tussen de aanbestedingsresultaten van de Hanzelijn en een andere
oplossing voor de Ijsselkruising. Zolang er sprake is van het genoemde nog te dekken
ingecalculeerd aanbestedingsresultaat, is er bij het project Hanzelijn geen geld `over',
dat voor een uitbreiding van het project kan worden ingezet.
Verder wijs ik u op de uitdrukkelijke wens van de Kamer en de betrokken regio's om de
Hanzelijn zo spoedig als mogelijk in gebruik te nemen, de daartoe stekkende motie De
Nerée tot Babberich (november 2002) en de toezegging in het regeerakkoord
Balkenende II om deze motie op de toegezegde wijze uit te voeren. Nadien is naar
aanleiding van vragen medegedeeld dat de Hanzelijn in 2012/2013 (dienstregeling
2013) in gebruik zal worden genomen. Deze toezeggingen staan voor mij niet ter
discussie. In de vertrouwelijke brief wordt hierover het volgende opgemerkt:
(citaat)
In het begrotingsoverleg op 26 en 30 oktober 2006 is door enkele leden andermaal
een relatie gelegd tussen aanbestedingsresultaten en de discussie over een brug dan
wel tunnel voor de kruising van de Hanzelijn met de IJssel. Daarbij is de vraag
opgeworpen of de tunnel alsnog zou kunnen worden aangelegd. Ter verduidelijking
hecht ik er aan om hier opnieuw kort op in te gaan. Ik begin daarbij met de vraag of
het (los van de wenselijkheid) mogelijk zou zijn om de tunnel alsnog aan te leggen,
gegeven het naar mijn stellige overtuiging niet ter discussie staande uitgangspunt
dat de Hanzelijn in 2012 (dienstregeling 2013) in gebruik moet worden genomen.
---
VenW/DGP-2007/4950
a) De mogelijkheid om de tunnel alsnog te realiseren zonder de datum van
indienststelling van de Hanzelijn te beïnvloeden zou theoretisch bestaan als het
mogelijk was om de Hanzelijn tijdelijk aan te sluiten op de huidige IJsselbrug en
gelijktijdig een wijzigingsprocedure te volgen t.b.v. een later alsnog te realiseren
tunnelkruising. Dit behoort om twee redenen niet tot de mogelijkheden:
o Het huidige tracébesluit en daarmee de bestemmingsplannen voorzien niet
in een dergelijke (tijdelijke) oplossing. Voor deze tijdelijke oplossing zou op
zichzelf al een wijzigingsprocedure nodig zijn, hetgeen onverenigbaar is met
de beoogde indienststellingsdatum.
o Bouwtechnisch vormt de ongelijkvloerse aansluiting tussen Hanzelijn en
Veluwelijn en de kruising met de IJssel één geheel. Het is dus fysiek niet
mogelijk om eerst een tijdelijke ongelijkvloerse aansluiting op de Veluwelijn
en de bestaande brug te bouwen en deze later alsnog om te bouwen naar
een tunneloplossing.
b) Voor wat betreft de mogelijkheid om zonder tijdelijke maatregelen het realiseren
van een tunneloplossing alsnog in te passen in de huidige planning van de
Hanzelijn, verwijs ik u naar mijn antwoord van 24 juni 2004 (kamerstuk 27 569
nr. 15) op de motie Slob van 29 april 2004. Daarin is aangegeven dat, indien
medio 2004 zou zijn gestart met een wijzigingsprocedure, dit al een vertraging
van twee à tweeënhalf jaar zou hebben veroorzaakt, die met het toenmalige
regeerakkoord verenigbaar niet was. Bij de huidige stand van de
aanlegwerkzaamheden zou die vertraging minstens 4 à 5 jaar bedragen.
Overigens wijs ik u er op dat de kostenramingen voor een tunneloplossing, die bij
eerdere gelegenheden zijn verstrekt, bij de huidige stand van de
aanlegwerkzaamheden geen actualiteitswaarde meer hebben.
Op grond van het bovenstaande ben ik van mening dat een verdere discussie over
de wenselijkheid van een tunneloplossing, of over de mogelijkheid om deze alsnog
te financieren, een geheel theoretisch karakter zou hebben.
(einde citaat)
Tenslotte wordt in de vertrouwelijke brief ingegaan op het toekomstperspectief van de
brugoplossing en het fietspad aan de IJsselbrug. Met betrekking tot deze laatste
toezeggingen kan ik inmiddels melden dat ik, in afwachting van mijn besluit op de
definitieve beschikkingsaanvraag van ProRail voor deze aanvulling, ProRail heb verzocht
de aanbestedingsprocedure te vervolgen op basis van de integrale variant met fietspad.
(citaat)
Toekomstperspectief van de brugoplossing
Voor wat betreft de vragen die betrekking hebben op het toekomstperspectief van
de brugoplossing, zowel uit het oogpunt van milieu als van capaciteit, verwijs ik u
naar de eerder genoemde uitgebreide inhoudelijke brief van 18 oktober 2006
(kamerstuk 27 569 nr. 18) waarin ik op verzoek van de Kamer een reactie heb
gegeven op de brief van de gemeente Hattem van 24 augustus 2006.
---
VenW/DGP-2007/4950
Fietspad aan de IJsselbrug
Het voorgaande is tevens van invloed op de wijze waarop tot financiële dekking
kan worden gekomen van de toezegging van mijn ambtsvoorganger in de brief van
18 oktober 2006 (kamerstuk 27 569 nr. 18). In deze brief is op verzoek van de
Kamer een reactie gegeven op de brief van de gemeente Hattem van 24 augustus
2006. Daarin is onder meer de bereidheid uitgesproken om aan ProRail te verzoeken
aan te geven of realisering van een fietspad aan de IJsselbrug binnen het
beschikbare budget mogelijk zou zijn, als aanvullende inpassingsmaatregel. Als
verdere voorwaarden zijn genoemd dat de regio zorg draagt voor de aansluitende
fietspaden en dat de realiseringskosten het vastgestelde budget voor de brug,
vermeerderd met de raming voor het fietspad, niet te boven gaan. Indien aan de
verdere voorwaarden is voldaan, zal de dekking voor deze toezegging niet worden
gezocht binnen de aanbestedingsresultaten, maar binnen de aanlegbegroting Spoor
worden gevonden
(einde citaat)
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat