Toptalent begint bij ambitie
27.06.2007 / 11:00 / Rubriek: Binnenland / Organisatie: Raad voor cultuur
Raad voor cultuur
Advies Raad voor Cultuur over de ontwikkeling van filmtalent
Andere mentaliteit en scherpere
keuzes nodig voor meer toptalent film
Den Haag In veel filmgenres is de ontwikkeling en doorstroming van talent een probleem. Er
is weinig talent dat zich internationaal kan meten. Waar dat talent wel bestaat, in de
documentaire- en animatiesectoren, stagneert de verjonging en vernieuwing waardoor de rol
van Nederland op termijn aan betekenis verliest. Dat schrijft de Raad voor Cultuur in zijn
advies Toptalent begint bij ambitie, over de ontwikkeling van filmtalent aan minister
Plasterk. De Raad roept onder meer op tot ruimte voor excellentie, bundeling van
scholingsmogelijkheden en meer internationale oriëntatie.
Talent wordt door de Raad onderscheiden in aanstormend, bewezen en toptalent. Toptalent
definieert de Raad als talent dat zich internationaal kan meten. Omdat film van nature
een internationaal karakter heeft, moet talentontwikkeling uiteindelijk gericht zijn op
een internationale toets.
De Raad ziet vier algemene oorzaken voor de gebrekkige ontwikkeling en doorstroming van
(top)talent in de filmsector: onvoldoende focus op (top)talent; gebrekkige afstemming,
verkokering en lacunes bij de opleidingen; onvoldoende aandacht voor verdieping en
innovatie en gebrek aan internationale oriëntatie.
Een doeltreffend stimuleringsbeleid voor (top)talent vraagt om samenwerking en een lange
adem. Van de sector wordt een mentaliteitsomslag gevraagd en de bereidheid om
prioriteiten te stellen Van de kant van de overheid zijn samenhangende maatregelen en
extra geld noodzakelijk.
Om talentontwikkeling transparant en toetsbaar te maken, roept de Raad de sector op om
gezamenlijk ambities te formuleren in elk van de filmgenres, en daarbij de moed te hebben
scherpe keuzes te maken. Op basis van die geformuleerde ambities kunnen langlopende
programma's worden opgesteld om die ambities te realiseren. De Raad adviseert de minister
om een intendant aan te stellen voor de coördinatie van dat proces.
Daarnaast adviseert de Raad de minister om de versnippering in het scholingsaanbod tegen
te gaan door alle met publiek geld gefinancierde initiatieven op het terrein van
postacademische of professionele scholing en coaching te bundelen in één
instelling, namelijk het Binger Filmlab.
Verder bepleit de Raad meer ruimte voor excellentie. Voor aanstaand toptalent dient een
prestigieus vrijplaats- of artist-in-residenceprogramma te worden opgezet, evenals een
select beurzenprogramma voor toptalent dat zich in het buitenland verder wil ontwikkelen.
Om de internationale oriëntatie te verbeteren adviseert de Raad een aanscherping van
het internationale promotiebeleid en een verhoging van het budget voor internationale
co-producties bij het Nederlands Fonds voor de Film.
Een succesvol talentontwikkelingsbeleid vraagt duidelijke keuzes van de fondsen en een
actieve rol van de Nederlandse Publieke Omroep. De Raad adviseert de minister de fondsen
de ruimte te geven hun subsidiebeleid aan te scherpen volgens het motto 'meer voor minder'
en de obstakels in de subsidiesystematiek weg te nemen die talent, durf en ondernemerschap
in de weg zitten. De fondsen moeten daarnaast de mogelijkheid krijgen om gezichtsbepalende
intendanten aan te stellen voor alle genres.
De Raad gaat er tot slot vanuit dat de Publieke Omroep zijn rol als opdrachtgever,
financier en vertoner - evenals zijn collega's in andere Europese landen - met
overtuiging invult. Niet alleen op het gebied van speelfilms, maar ook als het gaat om
kinderfilms, documentaires, animatie en crossovers. De Raad bepleit dat de minister
afspraken hierover opneemt in zijn prestatiecontract met de Nederlandse Publieke Omroep.
Noot voor redacties (