Parket neemt
Amsterdam, 27 juni 2007
Het Openbaar Ministerie in Amsterdam (het arrondissementsparket
Amsterdam) is niet bevoegd een strafrechtelijk onderzoek te starten
naar de toenmalige ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie voor
de dood van Pim Fortuyn. De advocaat van de familie Fortuyn had hierom
gevraagd. De vervolging van bewindspersonen dient namelijk ingesteld
te worden door de Hoge Raad. Om die reden kan het OM in Amsterdam de
aangifte niet in behandeling nemen.
Begin juni van dit jaar deed de broer van Pim Fortuyn aangifte bij het
OM in Amsterdam van dood door schuld. Deze aangifte was gericht tegen
de ministers die verantwoordelijk waren voor de beveiliging van Pim
Fortuyn.
Artikel 119 van de Grondwet bepaalt echter dat ministers en
staatssecretarissen, wegens ambtsmisdrijven in functie, terecht dienen
te staan voor de Hoge Raad. De opdracht tot vervolging wordt gegeven
bij Koninklijk Besluit of door een besluit van de Tweede Kamer. Uit
het voorgaande volgt dat het OM in Amsterdam, mocht er al aanleiding
bestaan voor het starten van een onderzoek, niet ontvankelijk is in de
vervolging van de toenmalige ministers van Binnenlandse Zaken en
Justitie. Om die reden kan het OM in Amsterdam de aangifte niet in
behandeling nemen. Het OM heeft de advocaat van de familie hiervan op
de hoogte gebracht.
Openbaar Ministerie