Context beïnvloedt mening over nieuwe energiebronnen
22 juni 2007
Wat burgers vinden van innovaties wordt beïnvloed door de situatie
waarin mensen hun mening vormen. Zo wordt de mening over nieuwe
energietechnologieën beïnvloed door gedachten over andere
energiebronnen. Dit effect is sterker, naarmate mensen minder kennis,
betrokkenheid of tijd hebben voor het vormen van een oordeel. Daarom
is het belangrijk om duurzame energieopties in hun samenhang te
promoten, stelt ingenieur Wouter van den Hoogen. Hij promoveert op 27
juni aan de Technische Universiteit Eindhoven.
Mensen vormen regelmatig oordelen over nieuwe technologieën zoals
nieuwe energieopties, terwijl ze maar zeer beperkte kennis over die
technologieën hebben. Het onderwerp is vaak complex en mensen zijn er
niet erg bij betrokken of beperkt in hun tijd. Het onderzoek van
Wouter van den Hoogen geeft aanleiding om te veronderstellen dat de
oordelen van mensen over diverse energiebronnen aan elkaar gerelateerd
zijn. De promovendus stelt dat het belangrijk is om een geïntegreerde
communicatiestrategie toe te passen voor de acceptatie van elk van de
duurzame energiebronnen die op de Nederlandse markt worden
geïntroduceerd. De promotie van één specifieke energiebron kan ten
koste gaan van de acceptatie van een andere nieuwe energiebron.
Van den Hoogen bekeek in zeven experimenten wat de randvoorwaarden
zijn waarbinnen zogenoemde 'contexteffecten' plaatsvinden. Er is
sprake van een contexteffect als de mening van mensen over nieuwe
technologieën afhangt van subtiele verschillen in de context waarin de
technologie geïntroduceerd wordt. De experimenten betroffen het
onderwerp energie uit biomassa. Mensen bleken alleen gevoelig te zijn
voor subtiele verschillen in context als ze een zwakke basishouding
hebben ten opzichte van het onderwerp. Hadden mensen een zwakke mening
en werd net voor de beoordeling van biomassa een andere energiebron
terloops vermeld, dan werd hun oordeel over het gebruik van biomassa
geassimileerd naar de beoordeling van de andere energiebron.
Biomassa werd positiever beoordeeld als zonlicht in de context werd
genoemd, dan wanneer steenkool werd genoemd. Dit komt doordat mensen
de informatie in de context gebruiken als interpretatiekader voor het
beoordelen van het onbekende object. Dit assimilatie-effect trad in de
experimenten overigens niet altijd op. Soms was er als gevolg van
vergelijking met de context juist sprake van een contrast-effect:
biomassa werd dan beter gewaardeerd als het met steenkool werd
vergeleken dan wanneer er een vergelijking met zonne-energie werd
gemaakt. Terwijl de assimilatie-effecten ook optraden als mensen
belemmerd werden om na te denken, bleken contrast-effecten mentale
inspanning te vergen.
Het promotieonderzoek maakt onderdeel uit van het programma 'Biomass
as a sustainable energy source: environmental load, cost-effectiveness
and public acceptance' dat wordt gefinancierd door het NWO/SenterNovem
Stimuleringsprogramma Energieonderzoek. Het programma streeft naar
ontwikkeling van bèta-/gammakennis voor de transitie naar een duurzame
energievoorziening.
..............................
Nadere informatie voor de pers,
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek