NEN


Normen monsterneming water herzien

dinsdag 26 juni 2007, 14:50

Na een aantal jaren ervaring met NEN 6600-1 (bemonstering afvalwater) en NEN 6600-2 (bemonstering oppervlaktewater) is vastgesteld dat beide normen aan herziening toe zijn. In de herziene versie van de normen is de materiaalkeuze van de bemonsteringshulpmiddelen op basis van een onderzoek aangepast. Verder is een aantal technische wijzigingen doorgevoerd en zijn onnodige verschillen tussen beide normen weggewerkt.

Onderzoek naar materiaalkeuze bemonsteringshulpmiddelen De huidige normen stellen eisen t.a.v. de materiaalkeuze van de bemonsteringshulpmiddelen. Teflon (PTFE) is als materiaal in alle bemonsteringssituaties toegestaan, maar het materiaal is duur in aanschaf en emmers van teflon zijn nauwelijks of niet te verkrijgen. Voor het onderzoek naar organische verbindingen is corrosievast staal (RVS - roestvast staal) aanbevolen en voor onderzoek naar metalen is polyetheen (PE) aanbevolen. In de praktijk betekent dit dat met twee verschillende emmers bemonsterd moet worden in het geval dat het te bemonsteren afvalwater of oppervlaktewater onderzocht moet worden op zowel metalen als organische verbindingen. Ervaring leert dat deze werkwijze omslachtig en mogelijk onnodig is. Waterschap Rivierenland heeft in 2006 onderzoek gedaan of het gebruik van RVS bemonsteringshulpmiddelen effect heeft op de concentratie metalen die in het monster worden teruggevonden. Uit dit onderzoek is gebleken dat dit niet het geval is. In de nieuwe normontwerpen is dan ook het gebruik van RVS hulpmiddelen voor alle te meten parameters toegestaan.

Wijzigingen
Naast de wijziging in toepassing van RVS hulpmidden zijn beide normen technisch en redactioneel aangepast aan de huidige werkwijze. Een voorbeeld is de specificatie van de monsterschep. Om discrepantie met NEN-EN-ISO 5667-3 (conservering van watermonsters) te voorkomen, is alle specifieke informatie over conserveren en transport van monsters verwijderd en resteert alleen nog de referentie naar NEN-EN-ISO 5667-3. Ook zijn onnodige verschillen tussen NEN 6600-1:2002 en NEN 6600-2:2002 gelijkgetrokken.

Specifieke wijzigingen in Ontw. NEN 6600-1:2007 zijn:
* Het minimale volume van een deelmonster was 50 ml, en is nu voor vacuüm 50 ml en voor in-line 25 ml;

* Een verzamelmonster moest voorheen uit minimaal 100 deelmonsters bestaan. In het nieuwe normontwerp staat dat een verzamelmonster een representatieve afspiegeling moet zijn van de te bemonsteren afvalwaterstroom. Voor vacuümbemonstering komt dat neer op minimaal 100 deelmonsters (voor zover technisch mogelijk) en voor in-line bemonstering minimaal 200 deelmonsters.
* Monsterneming voor analyse op minerale olie is een aparte paragraaf geworden.

Planning
Zowel Ontwerp NEN 6600-1 als Ontwerp NEN 6600-2 zal eind juni 2007 verschijnen, voor een kritiektermijn tot 1 oktober 2007.

Informatie en bestellen
Beide normontwerpen kunnen worden besteld bij NEN Klantenservice, telefoon (015) 2 690 391 of via de Normshop op www.nen.nl. Meer informatie is te krijgen bij NEN Klantenservice of bij NEN Milieu, telefoon (015) 2 690 303, e mail: milieu@nen.nl zie ook de volgende gerelateerde onderwerpen:
NEN 6600-1:2002 nl (Norm) NEN 6600-2:2002 nl (Norm) Milieu NEN MilieuMail (Publicatie)