ChristenUnie
Bijdrage debat over leerlinggebonden financiering
Bijdrage debat over leerlinggebonden financiering
dinsdag 26 juni 2007 11:03
De heer Slob (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter. Mijn fractie heeft om heropening van het debat
gevraagd, omdat de brief die ons tijdens het eerdere debat is
toegezegd, nog enige vragen oproept. Die hebben betrekking op de zorg
over de huisvesting en op de categorie meervoudig gehandicapte
leerlingen.
De inrichting van de afdeling voor vso is een groot probleem, omdat de
gemeenten niet in beweging komen voordat de wet door de Tweede en de
Eerste Kamer is behandeld. Dit probleem is alleen maar groter geworden
nu de behandeling in de Tweede Kamer behoorlijk is vertraagd en de
behandeling in de Eerste Kamer dus ook vertraging oploopt. Dit
probleem hebben wij veroorzaakt, maar de gevolgen zijn voor de
scholen. Ik vind dit een onplezierige situatie. Daarom dien ik de
volgende motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de inrichting van vso-afdelingen op scholen voor
speciaal onderwijs per 1 augustus 2007 door de regering niet haalbaar
wordt geacht vanwege de vertraging van het wetgevingsproces door de
val van het vorige kabinet;
overwegende dat in de tijdelijke regeling nog geen rekening wordt
gehouden met de huisvestingscomponent;
overwegende dat het voor de betreffende scholen niettemin van groot
belang is tijdig voorbereidingen te kunnen treffen om de huisvesting
geschikt te maken voor het inrichten van een vso-afdeling;
tevens overwegende dat de zorg voor huisvesting een
verantwoordelijkheid van gemeenten is, maar dat tot nu toe er nog
niets gebeurd is;
verzoekt de regering, in het overleg met de VNG over de huisvesting
voor de vso-afdelingen, zich er voor in te spannen dat er financiële
duidelijkheid komt voor de betreffende scholen, met als doel dat zo
snel als mogelijk huisvesting kan worden gerealiseerd,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Slob, Kraneveldt-van der Veen
en Ferrier. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij
krijgt nr. 11 (30956).
Mevrouw Verdonk (VVD):
Voorzitter. Ik wil twee vragen ter verduidelijking stellen. De heer
Slob sprak over de vertraging van de behandeling van dit wetsvoorstel.
Wanneer wordt de wet van kracht?
Het dictum van de motie is eigenlijk gelijk aan de toezegging die de
staatssecretaris in haar brief doet, namelijk dat er financiële
duidelijkheid komt voor de betreffende scholen met als doel dat zo
snel als mogelijk huisvesting kan worden gerealiseerd. Zou de heer
Slob dit dictum niet wat kunnen aanscherpen en wat concretere vragen
kunnen stellen? Dan zouden wij deze motie waarschijnlijk wel kunnen
steunen.
De heer Slob (ChristenUnie):
Het wetsvoorstel is vertraagd doordat vorig jaar omstreeks deze tijd
het kabinet viel en het enige tijd heeft geduurd voordat er een nieuw
kabinet was gevormd. De doelstelling was dat de wet op 1 augustus
aanstaande in werking zou treden; dan was er ook duidelijkheid geweest
over de financiën. Door de politieke omstandigheden spreken wij nu pas
over de wet en dit betekent dat de behandeling in beide Kamers niet
voor 1 augustus 2007 kan worden afgerond. De scholen zullen daardoor
nog langer op het geld moeten wachten.
Ik ben het ermee eens dat de formulering van de motie wellicht wat
scherper had gekund, ware het niet dat de gemeenten verantwoordelijk
zijn voor de huisvesting. Ik beoog met deze motie om enig extra
gewicht te geven aan het overleg met de VNG opdat waar het kan zo snel
als mogelijk en misschien zelfs wel met terugwerkende kracht, het geld
voor de huisvesting beschikbaar komt.
Mevrouw Verdonk (VVD):
Voorzitter. In de brief staat dat scholen nu al een voorziening kunnen
aanvragen, maar dat de gemeenten op dit moment nog niet verplicht zijn
om hiertoe over te gaan. Zou het niet beter zijn om in het dictum te
zetten dat gemeenten wordt verplicht of dringend wordt aangeraden, dus
dat zij een dringend advies van de staatssecretaris krijgen, om dit
wel te gaan doen? Over zo veel scholen gaat het niet en dit is
belangrijk.
De heer Slob (ChristenUnie):
We moeten in de gaten houden welke afspraken al door het Rijk zijn
gemaakt. Het is wettelijk vastgelegd hoe met de huisvesting moet
worden omgegaan. Als we dat anders willen, moeten we de betreffende
wet weer veranderen en dat lijkt me wat ingewikkeld.
Mevrouw Verdonk (VVD):
Ik had het over "dringend advies".
De heer Slob (ChristenUnie):
Ik heb er geen enkele moeite mee om de woorden van mevrouw Verdonk
over te nemen als toelichting op deze motie, dus dat we de
staatssecretaris zeer dringend oproepen om deze motie uit te voeren en
de Kamer zo snel mogelijk te rapporteren over de uitkomsten. Als we
elkaar hierin kunnen vinden, dank ik mevrouw Verdonk zeer voor de
vragen die de zaak wat aanscherpten.
Voor de meervoudig gehandicapte leerlingen heb ik de vorige keer ook
aandacht gevraagd. Ik had al een amendement in voorbereiding omdat ik
het wat vreemd vind dat zij buiten de regeling vallen, terwijl er in
één school al een vso-afdeling is die wordt gefinancierd en leerlingen
soms ook via de brede instroom op scholen komen en er wel extra geld
voor hen beschikbaar is. Ik maak uit de brief op dat de
staatssecretaris dit laatste erkent en de mogelijkheid van
rechtsongelijkheid ziet.
Daarnaast verwacht zij dat de leerlingen niet in staat zullen zijn om
het vso-programma te volgen dat is geformuleerd in bepaalde artikelen
in de wet. Verder vindt zij de kosten wel erg hoog. Ik ben benieuwd
wat bij de staatssecretaris het zwaarst heeft gewogen. Gaat het hier
om het kostenaspect, terwijl de staatssecretaris dit eigenlijk wel wil
en zich bewust is van de rechtsongelijkheid? In dat geval kunnen we
gaan zoeken naar mogelijkheden om de kosten te zijner tijd te dekken.
En haar verwachting dat de leerlingen niet in staat zijn om een
vso-programma te volgen, wil ik toch wat meer onderbouwd zien: de ene
mg-leerling is immers de andere niet en in er zitten leerlingen tussen
met een IQ tot zeventig, van wie we meer mogen verwachten dan van
leerlingen met een lager IQ. Mijn concrete vraag aan de
staatssecretaris is als volgt: kan zij de Kamer toezeggen dat zij dit
zal onderzoeken en de Kamer daarover zal rapporteren? Zo hebben we bij
de begroting zicht op waar dit concreet over gaat en kunnen we, als we
dit nodig achten, deze leerlingen laten meeprofiteren van de vergrote
financiële middelen voor de vso-afdelingen.