Openbaar Ministerie

Evaluatierapport zedenzaak

middelburg, 25 juni 2007

Vonnis en rapport in de zedenzaak van 2 april 2007

Begin juni heeft de gezagsdriehoek van het korps Zeeland zich gebogen over het vonnis van de rechtbank Middelburg in de zaak tegen een 60 jarige man uit Vlissingen. Hierbij heeft de driehoek ook het rapport dat in opdracht van de hoofdofficier is opgesteld over de gang van zaken rond het onderzoek en de vervolging in deze zaak betrokken. De driehoek heeft de uitspraak van de rechtbank en de bevindingen uit het rapport besproken en kennis genomen van de verbeterpunten die door de rapporteur zijn geformuleerd. Hieruit is het volgende naar voren gekomen.

Integere opsporing in de zaak

Uit het vonnis en het onderzoek komt duidelijk naar voren dat de integriteit van de opsporing in de zaak niet in het geding is geweest. Kwalificaties als bewuste manipulatie bij verhoren of tunnelvisie zijn in deze zaak niet aan de orde.

Wel zijn er fouten gemaakt bij het toepassen van procedures ten aanzien van verhoren. De schriftelijke weergave van verhoren had zorgvuldiger en uitgebreider moeten zijn. Een meer afstandelijke houding van de verhoorders ten opzichte van de slachtoffers was wenselijk geweest. Tenslotte had de officier zich, als eindverantwoordelijke voor de opsporing, in een vroegere fase van het onderzoek moeten bemoeien met de wijze van verhoren en verslaglegging.

Kortom: de kwaliteit van de opsporing en vervolging had beter gemoeten.

Bandopnames van studioverhoren

De bandopnames die gemaakt zijn van de studioverhoren in Eindhoven zijn van slechte kwaliteit. Er is geconstateerd dat de verwijzingen die de rechtbank in het vonnis naar deze opnames maakt, op belangrijke passages niet woordelijk overeenkomen met de werkelijk gedane uitspraken. Beluistering van de bandopnames maakt voor de rapporteur duidelijk dat het bewuste slachtoffer uit eigen beweging verklaringen aflegt over onzedelijke handelingen van verdachte. Er is geen sprake van manipulatie van de verklaringen door de verhoorders.

Bewijsnood

Dat er geen veroordeling in de zaak is uitgesproken is niet enkel het gevolg van gemaakte fouten. Deze fouten hebben de bewijspositie aangetast, maar daarnaast zijn er ook andere vragen gerezen over het bewijs. Eén van de slachtoffers heeft gelogen over het overtreden van de schorsingsvoorwaarden door de verdachte. Deze leugen heeft bij de officier op zitting twijfels opgeroepen met betrekking tot de overtuigingskracht van het bewijs. Daarom heeft de officier, alles overziend, vrijspraak geëist en is, nadat de rechtbank het OM niet ontvankelijk had verklaard, geen hoger beroep ingesteld tegen dat vonnis.

Verbeterpunten

Op de geconstateerde verbeterpunten wordt door de hoofdofficier en korpschef actie ondernomen. Procedures moeten worden nageleefd. Opsporingsambtenaren en officieren van justitie moeten zich volop bewust zijn van het belang van goede verhoren van slachtoffers en daders in zedenzaken en de verslaglegging daarvan. Bovendien moeten beeld- en geluidsopnamen die gebruikt worden voor de beoordeling van de feiten, kraakhelder zijn.