Doop motorschip M.S. Lauwersborg
Toespraak | 22-06-2007 | Delfzijl | Staatsecretaris Tineke
Huizinga-Heringa
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Ik vind het enorm leuk om hier te zijn. En niet alleen omdat ik
daarstraks de Lauwersborg mocht dopen. Delfzijl heeft gewoon iets. Ede
Staal zong er al over: de hoaven, de kroanen en de krougen... Ik kan
mij best voorstellen dat hij zich hier thuis voelde. In zo'n omgeving
kan een kennismaking met de maritieme sector van de stad niet meer
stuk.
Ik ben onder de indruk van wat ik vandaag zie. Delfzijl had een
langzame start, maar de bedrijvigheid in het havengebied geeft alle
vertrouwen in de toekomst. Steeds meer bedrijven overwegen zich hier
te vestigen en sommige hebben de stap al gezet.
De nieuwe fabriek van Holland Malt is daar natuurlijk een sprekend
voorbeeld van. Als fundament onder de vooruitgang in Delfzijl vinden
we daarnaast oudgedienden zoals Wagenborg. Al bijna 110 jaar vormt dit
bedrijf een spil in de economische activiteiten in de regio.
Wagenborg is bij het grote publiek vooral bekend van de
passagiersdiensten naar Schiermonnikoog en Ameland. Maar er gebeurt
veel meer bij Wagenborg. Met 170 schepen hoort dit bedrijf
bijvoorbeeld tot de grootste short sea operators in Europa. En gezien
de ingebruikname van de Lauwersborg is de groei er nog niet uit.
Investeringen als deze juichen we als overheid natuurlijk van harte
toe. Short Sea Shipping is samen met de binnenvaart hét moderne
alternatief voor het wegvervoer binnen Europa. Het is een goedkope,
betrouwbare en milieuvriendelijke manier om goederen te vervoeren. Het
Kabinet is hier al geruime tijd van overtuigd. Daarom vinden we het
belangrijk Short Sea Shipping zich verder kan ontwikkelen. In de Nota
Mobiliteit staat niet voor niets dat de sector in 2010 zo'n 40 miljoen
ton vracht voor zijn rekening moet nemen. Het lijkt erop dat die
ambitie wordt waargemaakt. In 1997 stond de teller op 24 miljoen ton.
In 2005 al op 37,6 miljoen ton.
Mijn ambtenaren evalueren momenteel de afgelopen tien jaar van het
zeescheepvaartbeleid. Uit voorlopige cijfers blijkt dat de Nederlandse
vloot goed op stoom ligt. De meeste rederijen behalen mooie
bedrijfsresultaten.
De zeescheepvaart heeft een belangrijke aanjaagfunctie. Ook de rest
van het maritieme cluster ontwikkelt zich daardoor goed. We zien
allerlei ondersteunende bedrijven die ervoor zorgen dat de vloot
letterlijk en figuurlijk op koers blijft. Opslag, overslag,
bevoorrading, administratie - samen vormen ze een maritiem cluster dat
werk biedt aan ongeveer 187.000 mensen. Ook scheepswerven behoren
natuurlijk tot het maritieme cluster. Koninklijke Niestern Sander, de
bouwer van de Lauwersborg en andere kwalitatief hoogwaardige schepen,
is daar een mooi voorbeeld van. Alle bedrijven samen in het maritieme
cluster zijn goed voor een jaaromzet van zo'n bijna 13,5 miljard euro.
Daarmee levert het cluster een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse
economie.
De overheid stimuleert de zeescheepvaart met allerlei fiscale
regelingen. We hebben onder meer de Tonnage Tax-regeling, die het voor
reders aantrekkelijk maakt zich op Nederlands grondgebied te vestigen.
En we hebben de fiscale afdrachtvermindering, die het voor reders
aantrekkelijk maakt Nederlandse zeevarenden in dienst te nemen. Uit de
evaluatie waar ik het zojuist over had, blijkt dat meer dan 90 procent
van de bedrijven binnen het maritieme cluster gebruik maakt van
fiscale regelingen. Dat is dus positief. Dit geldt ook voor de
populariteit van de fiscale afdrachtvermindering Die wordt ook goed
benut. Toch denk ik dat het nog beter kan. Het aantal Nederlandse
zeevarenden op de koopvaardijvloot schommelt al jaren rond de 4.500,
maar we kunnen veel meer mensen gebruiken op de Nederlandse vloot.
Binnenkort praten we in Den Haag met stakeholders om ons voor te
bereiden op de nieuwe scheepvaartvisie die wij in de tweede helft van
dit jaar willen publiceren. De arbeidsmarktsituatie zal dan ook aan de
orde komen. Maar ik zou de werkgevers vandaag al willen oproepen de
fiscale voordelen tot het uiterste te benutten, zodat het aantal
Nederlandse zeevarenden verder kan groeien. Het zou goed zijn als wij
daarover binnenkort afspraken met elkaar kunnen maken.
Dames en heren,
In de nieuwe zeevaartvisie zullen we ook uitgebreid aandacht besteden
aan het milieu. De ontwikkelingen op dit gebied leveren een dubbel
gevoel. Enerzijds gaat het goed. Sinds een paar jaar wordt er
bijvoorbeeld veel minder geloosd op het water. Verder zien we dat de
uitstoot van de zeescheepvaart van het klimaatgas CO2 per tonkilometer
nog steeds lager is dan die van het wegtransport.
Daar staat tegenover dat de invloed van de zeescheepvaart op de
luchtkwaliteit verontrustend is. Ik heb het dan over de uitstoot van
fijn stof, stikstofoxide en zwaveloxide . Zeeschepen stoten per
tonkilometer vervoerde vracht meer van dergelijke stoffen uit dan
vrachtwagens. Niet doordat de schepen vuiler zijn geworden, maar
doordat vrachtwagens steeds schoner worden. Dat kan ik u niet kwalijk
nemen, want ik begrijp dat scheepsmotoren veel langer meegaan dan
motoren van vrachtwagens. Het ontslaat ons niet van de verplichting
met elkaar een manier te vinden het milieuvoordeel terug te halen of
anderszins te compenseren. Nederland is zeer actief binnen de IMO om
de internationale regelgeving omtrent de uitstoot van vervuilende
stoffen door zeeschepen aan te scherpen.
Gelukkig neemt Wagenborg het milieu uiterst serieus. Dit blijkt uit
het feit dat aan boord van uw schepen continu metingen worden
verricht, waarmee u achterhaalt welk schip de minste brandstof,
smeerolie en koelmiddelen verbruikt. Op grond van die gegevens kunt u
vervolgens besparingsmaatregelen nemen. Dat is natuurlijk een
uitstekend initiatief.
Aan boord van de Lauwersborg zijn de zaken ook goed geregeld, zo heb
ik begrepen. Separatoren die voor een maximale reiniging van de
brandstof zorgen. Een water-olieafscheider die tot de modernste in
zijn soort behoort en veel minder olie loost dan internationaal nog is
toegestaan. En een warmteterugwininstallatie die warmte uit het
koelwater haalt. Dit soort voorzieningen is illustratief voor
Wagenborgs manier van werken.
Een manier van werken die goed aansluit bij de visie en doelstellingen
van het kabinet wat betreft milieubeleid en duurzaam ondernemen. Ik
hoop dan ook van harte dat u deze koers blijft volgen. Dan maken we
onze gezamenlijke ambities meer dan waar!
Dames en heren,
In navolging van de Lauwersborg wens ik ook u een behouden vaart!
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat