Ministerie van Financiën

Antwoorden op kamervragen Voorjaarsnota 2007

Vraag 1

Tijdens de algemene financiële beschouwingen 2006 is de motie aangenomen dat de regering bij de Voorjaarsnota met voorstellen zou komen tot introductie van een optioneel apart belastingtarief over een bepaald maximum aan inkomsten uit loondienst voor 65-plussers met een verlicht arbeidsrechtelijk regime voor sectoren waar krapte op de arbeidsmarkt dreigt. Hoe staat het met de uitvoering van deze motie?

Antwoord
Momenteel wordt een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden van een verlicht arbeidsrechtelijk regime voor 65-plussers. Die verkenning is aangekondigd in het kabinetsstandpunt "Wegnemen van belemmeringen voor doorwerken na 65 jaar" van 23 juni 2006. In deze verkenning, die naar verwachting dit najaar aan de Kamer zal worden aangeboden, zal de motie De Nerée worden meegenomen.

Vraag 2

Klopt het dat naar huidige inzichten het SZA-kader uit de Miljoenennota 2007 in 2007 met ongeveer 257 miljoen wordt overschreden? Zo niet, wat is dan de over- of onderschrijding van het SZA-kader uit de Miljoenennota 2007 naar huidige inzichten?
Klopt het dat naar huidige inzichten de onderschrijding van het kader Rb-eng uit de Miljoenennota 2007 in 2007 is verkleind van 0,9 miljard bij Miljoenennota 2007 tot circa 271 miljoen? Zo niet, wat is dan de over- of onderschrijding van het kader Rb-eng uit de Miljoenennota 2007 in 2007 naar huidige inzichten?
Klopt het dat naar huidige inzichten de overschrijding van het totale uitgavenkader uit de Miljoenennota 2007 in 2007 met ruim 2 miljard wordt overschreden? Is er in de drie sectoren bij Voorjaarsnota 2007 in 2007 sprake van een ruilvoetwinst of -verlies? Gaat de regering nog maatregelen treffen om de overschrijding van het uitgavenkader in 2007 te reduceren?

Antwoord
Bij Coalitieakkoord heeft een integrale afweging tussen uitgaven, inkomsten en saldo plaatsgehad, gericht op een begrotingsoverschot van 1% in 2011. De uitgavenkaders voor de huidige kabinetsperiode zullen -na doorrekening van het Coalitieakkoord door het CPB- worden vastgesteld op Prinsjesdag. De uitgavenkaders uit de Miljoenennota 2007 zijn opgesteld door het vorige kabinet. Het is weinig zinvol de huidige uitgavenramingen daaraan te toetsen, temeer omdat de definitie van de uitgavenkaders over de twee kabinetsperiodes niet gelijk zal zijn. Zo zullen de conjuncturele rentelasten buiten de kaders worden geplaats, maar wordt bijvoorbeeld de heffings- en invorderingsrente weer binnen het kader opgenomen. Daarom bevat de Voorjaarsnota geen kadertoetsing en is het bijvoorbeeld ook niet mogelijk een ruilvoetwinst- of verlies te kwantificeren.

Vraag 3

Bij Voorjaarsnota worden de eindejaarsmarges toegevoegd aan de begrotingen. Kan een overzicht worden gegeven per begroting van de onderuitputting in 2006, de maximale eindejaarsmarge, de bij Voorjaarsnota aan de begroting toegevoegde eindejaarsmarge, het deel van de eindejaarsmarge dat reeds is aangewend en het deel van de eindejaarsmarge dat nog kan worden belegd?

Antwoord 3
Onderstaande tabel toont een overzicht van de onderuitputting over 2006, de maximale eindejaarsmarge en de eindejaarsmarge die bij Voorjaarsnota aan de begrotingen is toegevoegd.

( mln) Onderuitputting 2006* Maximale EJM Uit te keren EJM** Staten-Generaal -5,3 -1,1 1,1 HCvS -3,0 -0,9 0,9 AZ -2,2 -0,4 0,4 Koninkrijksrelaties -2,7 -9,1 2,7 Justitie -37,2 -53,6 37,2 BZK (incl. arbeidsvoorwaarden) -75,2 -78,8 75,2 OCW -73,4 -254,7 73,4 Financiën (IXA en IXB) -34,5 -30,0 30,0 Defensie 21,3 -136,1 -21,3 VROM 11,5 -33,7 -11,5 V&W -38,9 -23,4 23,4 EZ 8,0 -14,9 -8,0 LNV -36,8 -21,1 21,1 SZW (Rbg-eng) -18,2 -3,0 3,0 SZA -203,9 -154,2 154,2 VWS -65,7 -34,4 34,4 Infrafonds -410,9 100% 410,9 HGIS*** -185,9 -181,5 104,4 GF -1,3 -1,0 1,0 Totaal -1154,2 -1030,7 932,5
* Een min betekent onderuitputting, een plus een overschrijding.
** Een plus betekent dat dit bedrag aan de begroting is toegevoegd, een min dat dit ten laste van de begroting is gebracht.

*** De totale eindejaarsmarge van de HGIS bedraagt 181,5 mln en wordt conform de HGIS-systematiek verdeeld over 3 jaren.

De eindejaarsmarges zijn bij Voorjaarsnota aan de departementale begrotingen toegevoegd, danwel ­ in het geval van een negatieve eindejaarsmarge (Defensie, VROM en EZ) ­ ten laste van de begroting gebracht. De Tweede Kamer wordt in de suppletore wetten nader geïnformeerd over de aanwending.

Vraag 4

Welke lessen uit het Jaarverslag 2006 konden worden verwerkt in deze Voorjaarsnota?

Antwoord
Het jaar 2007 is het eerste jaar van het kabinet. In februari is het Coalitieakkoord gepresenteerd. Hierin staan de beleidsprioriteiten voor de komende kabinetsperiode. Het Coalitieakkoord is dan ook de leidraad geweest voor de voorjaarsbesluitvorming.

Voor wat betreft de beleidsmatige conclusies naar aanleiding van de verantwoording 2006 raakt dit de discussie die in het Verantwoordingsdebat is gevoerd over het verbeteren van het verantwoordingsproces. Ik zal de Tweede Kamer hierover binnenkort, zoals toegezegd in het Verantwoordingdebat, nader informeren.

Vraag 5

Wat zijn de financiële gevolgen voor de schatkist wanneer het EU-Hof het advies van de advocaat- generaal overneemt inzake dividendbelasting voor buitenlandse bedrijven?

Antwoord
Er wordt vanuit gegaan dat met deze vraag gedoeld wordt op de conclusie van A-G Mengozzi in Hofzaak C-379/05 (Amurta). In het geval het Hof de conclusie van de A-G overneemt, worden de financiële gevolgen geraamd op maximaal enkele tientallen miljoenen euro's. Het exacte bedrag is afhankelijk van het aantal ingediende bezwaarschriften.

Vraag 6

Wat is de stand van zaken ten aanzien van het onderzoek, toegezegd tijdens de behandeling van het Belastingplan 2007, naar de gesignaleerde knelpunten rond de grondwaterbelasting en de mogelijkheid voor een vrijstelling voor de industrie van de grondwaterbelasting? Wanneer kan de Kamer de uitkomsten van het onderzoek tegemoet zien?

Antwoord 6
In de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag zal nader worden ingegaan op deze vragen. U kunt de nota dit najaar tegemoet zien.

Vraag 7

Kan de regering aangeven of er mogelijkheden zijn voor een vrijstelling van energiebelasting voor de keramische industrie? Zo ja, wat zijn de mogelijkheden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Zie antwoord vraag 6.

Vraag 8

Het EMU-saldo valt met 0,1% tegen i.v.m. de aangekondigde schuldsanering van de Antillen. Deze sanering hangt samen met de nog goed te keuren slotakkoorden. In hoeverre werkt het uitblijven van goedkeuring van de Slotakkoorden door in de voorziene schuldsanering in 2007 en wat zijn de verwachtingen omtrent de goedkeuring?

Antwoord
De totale schuld van de Nederlandse Antillen bedraagt circa 0,4% punt BBP. Voorzien is dat in 2007 een deel daarvan (0,1% punt BBP) door Nederland wordt overgenomen. Het betreft de schulden van Bonaire, Saba, Sint-Eustatius en Sint Maarten. Dit zijn voornamelijk betalingsachterstanden en het aandeel in de Antilliaanse schuld van deze eilanden. Voordat Nederland deze schulden in 2007 daadwerkelijk overneemt zal in ieder geval de toezichthouder operationeel moeten zijn. Als voortgang bij de onderhandelingen uitblijft zouden de uitgaven mogelijk niet neerslaan in 2007.

Vraag 9

Het EMU-saldo valt met 0.5% tegen door afname van de aardgasbatenraming ten gevolge van een daling van de geraamde olieprijzen en de zachte winter. Voor welk deel is deze afname te wijten aan de daling van de geraamde olieprijzen en voor welk deel aan de zachte winter? Wordt de raming van de aardgasbaten structureel aangepast naar aanleiding van de zachte winter 2006/2007? Met welke parameters wordt, naast de olieprijs, rekening gehouden bij de raming van de aardgasbaten?

Antwoord
De gasbaten worden bepaald door een veelheid van factoren, waarvan olieprijs, euro/dollar koers en productie de belangrijkste grootheden zijn. De tegenvaller bij Voorjaarsnota is voor ongeveer de helft toe te schrijven aan de daling van de olieprijzen en voor de helft aan de lagere productie als gevolg van de zachte winter. Er wordt vooralsnog van uitgegaan dat de warme winter van 2006-2007 incidenteel was. Er wordt geen structurele doorwerking verondersteld.

Vraag 10

Gesteld wordt dat nieuwe informatie over de uitvoering van de begroting 2007 leidt tot een belasting van het beeld 2007 met 0.2% BBP, die grotendeels toe te schrijven is aan extra productie in de zorg ten opzichte van voorgaande jaren. Welke andere uitvoeringsinformatie dan extra productie in de zorg draagt bij aan deze verslechtering van het BBP?

Antwoord
De uitvoeringstegenvaller leidt niet tot een verslechtering van het BBP, maar tot een verslechtering van het tekort als percentage van het BBP.

De uitvoeringstegenvaller in de zorg bedraagt 0,2% BBP. De uitvoeringsmee- en tegenvaller bij de overige departementen houden elkaar nagenoeg in evenwicht. Enkele grote posten zijn de lagere schuldkwijtschelding aan ontwikkelingslanden (189 mln), de kosten voor afwikkeling van oude huursubsidiejaren, de verwachte toename van de huurtoeslag en de vertraging bij het interimwetsvoorstelbetaalbaarheidsheffing huurwoningen (304 mln), de middelen voor toename van het aantal leerlingen (129 mln) en de hogere FES-uitgaven als gevolg van de onderuitputting in 2006 (475 mln). Hier staat tegenover de intertemporele schuif in het Infrastructuurfonds (-693 mln) en de toegenomen winstafdracht van de Nederlandse Bank (-139 mln).

Vraag 11

Waren de kosten van de aangekondigde schuldsanering van de Antillen door het vorige kabinet niet meegenomen in de raming? Waarom niet?

Antwoord
Nadat de Antillen aangaven in te kunnen stemmen met de gestelde voorwaarden aan de schuldsanering, zijn de afspraken hierover in de laatste periode van het vorige kabinet definitief geworden en neergeslagen in twee Akkoorden. Het vorige kabinet heeft in de Voorlopige Rekening 2006 daarom melding gemaakt van de kosten van de schuldsanering voor het jaar 2007. Op pagina 5 van deze Voorlopige Rekening is in de box `Doorkijk 2007' de volgende passage opgenomen: `De afspraken die eind 2006 met de Antillen gemaakt zijn met betrekking tot de schuldendienst en betalingsachterstanden zullen in 2007 leiden tot een verslechtering van het budgettaire beeld met 0,1% BBP'. Op het eerstmogelijke meerjarige verwerkingsmoment, de Voorjaarsnota, zijn de afspraken derhalve verwerkt.

Vraag 12

Wordt een deel van de tegenvaller verklaard door de doorwerking van de te lage zorgkostenraming van het vorige kabinet?

Antwoord
De raming van de zorguitgaven is destijds gebaseerd op een MLT van het CPB. Hierin was een raming opgenomen van de zorguitgaven op basis van op dat moment actuele inzichten in ontwikkelingen van de demografie, trends, lonen en prijzen etc. Een deel van de tegenvaller wordt verklaard doordat de productie in de zorg achteraf gezien hoger blijkt dan destijds is geraamd.

Vraag 13

Kan een overzicht worden gegeven van de feitelijke ontwikkeling van de olieprijs, de dollarkoers, de gasbaten (verdeeld naar belastingontvangsten en niet-belastingontvangsten) in de laatste twee jaren? Is de olieprijs de laatste jaren volatieler dan daarvoor? Welke gevolgen zou dit moeten hebben voor de ramingen?

Antwoord
In de onderstaande figuur wordt de maandelijkse ontwikkeling van de olieprijs en de euro/dollarkoers in 2005 en 2006 in beeld gebracht.

Ontwikkeling olieprijs en euro/dollarkoers 80 1,35 70

1,3 s' 60
sr ro lal ue o 50 1,25 n i d rse insijr 40 o
1,2 pr 30 rkall iel od/ O 20

1,15 rou 10 E 0 1,1
-01 -03 05 -07 09 -11 01 -03 -05 07 -09 11 5- 5- 6- 6- 6- 2005 2005 200 2005 200 2005 200 2006 2006 200 2006 200 Maanden Olieprijs euro/dollar koers

In 2005 bedroegen de niet- belastingontvangsten 5,882 mld euro en belastingontvangsten 1,802 mld. In 2006 bedroegen de niet-belastingontvangsten 7,973 mld euro en belastingontvangsten 1,970 mld

De olieprijs de afgelopen jaren volatieler geworden. Zo is de standaarddeviatie van de maandgemiddelden van de olieprijs in US-dollars opgelopen van 2,8 $ in 2002 tot 5,4 $ in 2007.

De wereldolieprijs hangt af van talloze economische, politieke, commerciële en meteorologische factoren. De olieprijzen waarop de ramingen mede gebaseerd worden, zijn afkomstig van het Centraal Planbureau (CPB). Het CPB raamt zo accuraat mogelijk op basis van de op dat moment voorliggende gegevens. Ieder jaar wordt bij Voorjaarsnota en Miljoenennota de raming aangepast naar de laatste inzichten.

Vraag 14

Gesteld wordt dat er sprake is van een positieve ontwikkeling bij het saldo van de lokale overheden. Welke oorzaken liggen hieraan ten grondslag?

Antwoord 14
De positieve ontwikkeling voor 2007 is ontleend aan de enquête van het begrotingsjaar 2007 en de resultaten van de kwartaal- en jaarstatistiek (IV-3). Deze cijfers laten een verbetering zien van het saldo van de lokale overheden voor het realisatiejaar 2006 (evenwicht in procent BBP) ten opzichte van de raming tijdens de Miljoenennota 2006 (een tekort van 0,3 procent BBP voor het jaar 2006). Door te veronderstellen dat een deel van de (verbeterde) realisatie voor het jaar 2006 zich doorvertaald in latere jaren, treedt voor 2007 een positieve ontwikkeling op (0,1 procent BBP ten opzichte raming Miljoenennota 2007). Reden voor genoemde veronderstelling is dat het EMU-saldo decentrale overheden, zoals gebleken in 2003, ook een conjuncturele component heeft. De huidige gunstige conjuncturele situatie vertaalt zich daarmee ook door in een beter decentraal EMU-saldo voor 2007.
Het EMU-saldo van de lokale overheid is echter met onzekerheid omgeven. Onzekerheden zijn bijvoorbeeld conjunctureel van aard (grondopbrengsten) en de mate waarin de lokale overheden erin slagen om hun investeringen te realiseren (wegen, riolen, dijken) tot 2011.

Vraag 15

De voorziene stijging van de contractlonen is gestegen met 0,25% tot 2,25%. Kan inzicht worden gegeven in de oorzaken van deze stijging en een eventuele invloed van de nieuwe rijks-cao met een voorziene stijging in 2007 van circa 3,5%?

Antwoord
In het Centraal Economisch Plan (CEP) heeft het CPB haar raming voor de contractloonstijging in de markt op basis van de actuele inzichten in de marktsector opwaarts bijgesteld. Het CPB baseert zich bij deze raming op de cao's in de markt en laat overheids-cao's hierbij buiten beschouwing. Overheidscao's zoals de cao Rijk hebben dus geen directe invloed op dit cijfer. Wel kan een in een overheidscao afgesproken loonontwikkeling van invloed zijn op loonafspraken in cao's in de marktsector. Dit effect komt daarmee indirect in de CPB-raming voor de contractloonstijging in de markt.

Rekening houdend met de afspraken in de cao Rijk over omzetting van secundaire arbeidsvoorwaarden in primair loon, past de in sector Rijk afgesproken loonstijging binnen de huidige CPB-meerjarenraming voor de contractloonontwikkeling.

Vraag 16

Gesteld wordt dat er aantal technische mutaties verwerkt is in de Voorjaarsnota. Welke technische mutaties zijn dit?

Antwoord
Technische mutaties hebben doorgaans betrekking op aansluitingsverschillen tussen de begrotingen op kasbasis en het EMU-saldo op transactiebasis. In de Voorjaarsnota gaat het om een kastranscorrectie bij de EU-afdrachten, welke wel in de kas van 2007 wordt ontvangen maar toegerekend wordt aan 2006.

Vraag 17

In de tabel met macro-economische kerngegevens van de Voorjaarsnota is de variabele pNB (prijsontwikkeling van de Nationale Bestedingen) niet opgenomen. Waarom is de variabele pNB niet opgenomen in de tabel met macro-ecnomische kerngegevens? Klopt het dat de pNB-deflator voor 2007 in de Voorjaarsnota is bijgesteld naar circa 1,0356? Zo nee, wat is dan de pNB-deflator voor 2007 naar actuele inzichten? Kan de regering de variabele pNB, zoals reeds toegezegd bij de beantwoording van Kamervragen naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2005, voortaan opnemen in de Voorjaarsnota?

Antwoord
De prijs van de nationale bestedingen wordt in de regel gebruikt om de uitgavenkaders te indexeren. Op dit moment zijn er echter geen uitgavenkaders (zie ook het antwoord op de vragen 2 en 20). Om deze reden is ervoor gekozen om deze keer de prijs van de nationale bestedingen niet op te nemen in de tabel met macro economische variabelen. Bij de volgende budgettaire nota zullen de uitgavenkaders opgesteld zijn en zal ik de variabele pNB standaard opnemen in de tabel met macro economische variabelen. Zoals uit CPB bronnen af te leiden is, is de pNB-deflator inderdaad 1,0356.

Vraag 18

Welke maatregelen worden nog in 2007 nog geëffectueerd om de groeiende schaarste aan arbeidskrachten en het risico van een te sterke loonontwikkeling te verminderen?

Antwoord
Het huidige Kabinet zet in op het verhogen van de arbeidsparticipatie om de spanning op de arbeidsmarkt te verminderen.
Het kabinet heeft deze problematiek centraal gesteld in het overleg met sociale partners en VNG. Met de VNG is inmiddels een deelakkoord participatie gesloten waarin is afgesproken dat SZW en de VNG zich gezamenlijk inzetten voor het aan het werk helpen (of indien dit niet mogelijk is maatschappelijk participeren) van 100.000 extra mensen (75.000 bijstandsgerechtigden, 25.000 niet- uitkeringsgerechtigden).1 Verder vindt er 27 juni een participatietop met sociale partners en de VNG plaats, waarin naar verwachting verdere afspraken worden gemaakt om de arbeidsparticipatie te verhogen.

Vanwege het tijdstip van het aantreden van het Kabinet is het uitvoeringstechnisch niet mogelijk om bovenop de maatregelen die al in de begroting 2007 waren opgenomen, nog in 2007 additionele en effectieve maatregelen te treffen. In het coalitieakkoord en beleidsprogramma zijn beleidsmaatregelen opgenomen die in de jaren na 2007 ingevoerd zouden kunnen worden. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan de inkomensafhankelijke arbeidskorting, verhogen arbeidskorting ouderen en geleidelijk afschaffen van de overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting.


1 Een daling van 45.000 bijstandsgerechtigden van deze 75.000 uitkeringsgerechtigden zit overigens al in de MLT-ramingen van het CPB. Materieel is het streven dus 30.000 extra daling.

Vraag 19

Hoe kan de opwaartse bijstelling van de werkloosheid voor 2007, van 345.000 naar 355.000 personen, worden verklaard nu het aantal vacatures toeneemt en daardoor de krapte op de arbeidsmarkt toeneemt?

Antwoord
De opwaartse bijstelling van de werkloosheid voor 2007 vindt zijn oorzaak in de bijstelling van de werkloosheid die voor 2006 heeft plaatsgevonden. In het CEP 2007 is namelijk op basis van CBS- uitvoeringsgegevens over 2006 het werkloosheidsniveau 2006 met 13.000 personen opwaarts bijgesteld ten opzichte van de ramingen in de MEV 2007. De spanning op de arbeidsmarkt en het oplopende aantal vacatures, samenhangende met een opgang in de conjunctuur, wordt zichtbaar in de ontwikkeling van de werkloosheid van 2006 naar 2007. In het CEP wordt een forse daling van de werkloosheid van 58.000 personen ten opzichte van 2006 geraamd. De daling van de werkloosheid komt in het CEP zelfs iets hoger uit dan ten tijde van de MEV werd voorzien.

Werkloze 2006 2007 daling 2006-2007 beroepsbevolking
MEV 2007 400 345 -55 CEP 2007 413 355 -58

Vraag 20

Waarom zijn de uitgavenkaders voor het kabinet Balkenende IV nog niet vastgesteld? Waarom hanteert de regering voor 2007, bij gebrek aan nieuwe uitgavenkaders, niet de uitgavenkaders uit de Miljoenennota 2007?

Antwoord
De uitgavenkaders worden vastgesteld in de Miljoenennota 2008, de eerste begroting van Balkenende IV. Eerst dan heeft het CPB naar verwachting de middellangetermijn-doorrekening van de effecten van het Coalitieakkoord gereed. Deze doorrekening vormt de basis van de op te stellen kaders. De uitgavenkaders uit de Miljoenennota 2007 zijn door het opstellen van het Coalitieakkoord achterhaald. Zie ook het antwoord bij vraag 2.

Vraag 21

Kan een overzicht worden gegeven van uitgavenposten uit het Coalitieakkoord die al in 2007 een effect kunnen hebben? Kan een overzicht worden gegeven van de uitgavenkaders 2007 met daarnaast de eventuele ophogingen als gevolg van het coalitieakkoord respectievelijk tegenvallers die niet met meevallers of ombuigingen worden gecompenseerd?

Antwoord
De begroting 2007 is opgesteld door het vorige kabinet. De meeste maatregelen uit het Coalitieakkoord hebben effect vanaf 2008, omdat het niet eenvoudig is aanpassingen aan te brengen lopende de begrotingsuitvoering. De reeksen "Coalitieakkoord" die zijn opgenomen in de Voorjaarsnota zijn ten behoeve van de herkenbaarheid ontleend aan de financiële bijlage van het Coalitieakkoord. De financiële bijlage van het Coalitieakkoord bevat een beperkt aantal maatregelen die betrekking hebben op het jaar 2007. Het gaat met name om de extra middelen voor WAO/WIA/Brugbanen in pijler 4 en de taakstellende post "Dekking Boedelbrief Financiën". De middelen voor WAO, WIA en brugbanen komen in 2007 niet geheel tot besteding. Daar staat tegenover dat uitwerking van het Coalitieakkoord heeft geleid tot aanpassingen in de uitgavenraming voor ondermeer het generaal pardon. Per saldo is het effect afgerond 0,0% BBP.

De rijksuitgaven zijn in bijlage 1 van de Voorjaarsnota wel opgenomen volgens een indeling naar uitgavenkaders, maar de uitgavenkaders voor 2007 van het vorige kabinet zijn niet langer van toepassing. Zie verder het antwoord op vraag 2.

Vraag 22
Het aantal vacatures neemt snel toe. Hoe verloopt deze toename en kan een overzicht worden gegeven van het aantal vacatures over de afgelopen jaren? Kan een overzicht gegeven worden van het aantal vacatures in verschillende sectoren.

Antwoord
Het aantal openstaande vacatures, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, kwam volgens het CBS in het eerste kwartaal van 2007 uit op 212 duizend. Dit zijn er 10 duizend minder dan een kwartaal eerder. De lichte daling volgt op een periode van ruim drie jaar waarin het aantal vacatures bijna voortdurend is gestegen. Op basis van de lichte daling in het eerste kwartaal kan nog niet worden geconcludeerd dat een omslagpunt is bereikt.

Bron: CBS

De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal vacatures in de afgelopen vijf jaar uitgesplitst naar de sectoren landbouw, bosbouw en visserij, nijverheid, Commerciële dienstverlening en niet-commerciële dienstverlening.

Onderwerpen Vacatures voor de trendbreuk Openstaande vacatures Bedrijfskenmerken Perioden x 1000
Totaal 2002 jaarcijfer 149,3 2003 jaarcijfer 109,4 2004 jaarcijfer 118,3 2005 jaarcijfer 149,8 2006 jaarcijfer 194,6 Landbouw, 2002 jaarcijfer 3 bosbouw en 2003 jaarcijfer 2,1 visserij 2004 jaarcijfer 3,1 2005 jaarcijfer 4 2006 jaarcijfer 4 Nijverheid 2002 jaarcijfer 28 2003 jaarcijfer 17 2004 jaarcijfer 17,2 2005 jaarcijfer 22,7 2006 jaarcijfer 33,5 Commerciële 2002 jaarcijfer 75,9 dienstverlening 2003 jaarcijfer 58,5 2004 jaarcijfer 66,7 2005 jaarcijfer 88,7 2006 jaarcijfer 114 Niet 2002 jaarcijfer 42,4 commerciële 2003 jaarcijfer 31,8 dienstverlening 2004 jaarcijfer 31,4 (geen huish) 2005 jaarcijfer 34,5 2006 jaarcijfer 43,1 © Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen 2007- 06-15

Vraag 23

De werkloosheid voor 2007 wordt opwaarts bijgesteld van 345 naar 355 duizend. Hoe kan deze bijstelling worden verkaard nu het aantal vacatures toeneemt en de spanning op de arbeidsmarkt toeneemt?

Antwoord
Zie het antwoord op vraag 19

Vraag 24

Nederland heeft in 2007 0,3 miljard teruggekregen in verband met de lagere uitgaven van de EU. Zijn er nog andere meevallers te verwachten vanuit de EU-afdrachten? Hoe worden bijvoorbeeld de door de commissie opgelegde kartelboetes verwerkt?

Antwoord
De 0,3 miljard terugontvangen middelen hebben betrekking op minder EU-uitgaven dan geraamd in 2006. Dit zegt niets over de uitputting van de middelen in 2007; het is ook nog te vroeg om daarover een uitspraak te doen. Het is nog onduidelijk hoe de kartelboetes zullen worden verwerkt. Ontvangen kartelboetes zouden kunnen leiden tot lagere afdrachten.

Vraag 25

In de Voorjaarsnota wordt 189 miljoen extra beschikbaar gesteld voor ontwikkelingssamenwerking in verband met vermindering van de kwijtschelding van de schulden. Kan dit bedrag nader worden gespecificeerd? Waarom worden minder schulden kwijtgescholden aan ontwikkelingslanden in 2007. Welke ontwikkelingslanden betreft dit?

Antwoord
In de voorjaarsnota is de raming voor schuldkwijtschelding geactualiseerd op basis van de meest recente inzichten. De lagere schuldkwijtschelding voor 2007 heeft met name betrekking op de Democratisch Republiek Congo, die niet op tijd aan de voorwaarden voor kwijtschelding in 2007 zal voldoen. Een van die voorwaarden waaraan DR Congo nog niet voldoet, is het behalen van het HIPC Completion Point.

Vraag 26

In 2007 is sprake van hogere rentelasten. Hoe kan deze tegenvaller worden verklaard?

Antwoord
De geraamde rentelasten voor de staatsschuld zijn gebaseerd op een prijs- en volumecomponent. Het beroep op de kapitaal- en geldmarkt, de volumecomponent, is opwaarts bijgesteld als gevolg van tegenvallende saldo-ontwikkeling. Hierdoor stijgen de geraamde rentelasten. De prijscomponent betreft de rekenrente. Als rekenrentes worden gehanteerd de ramingen voor de korte en lange rente van het CPB. De lange rente voor 2007 is bij de VJN neerwaarts bijgesteld van 4,25% naar 4,1%. Hierdoor dalen voor 2007 de geraamde rentelasten voor nieuwe uitgiftes op de kapitaalmarkt. De korte rente is opwaarts bijgesteld van 3,5% naar 4,0%. Als gevolg daarvan stijgen de geraamde rentelasten voor financiering op de geldmarkt. Per saldo resulteert voor 2007 een stijging van de geraamde rentelasten.

Vraag 27

Waarom wordt een in 2007 ontvangen EU-meevaller over 2006 toegerekend aan 2006 en een in 2007 betaalde zorgtegenvaller over 2006 aan het saldo 2007?

Antwoord
De EU-meevaller heeft betrekking op een teruggave van teveel betaalde contributie in 2006. Volgens de Europese boekhoudkundige spelregels voor de bepaling van het EMU-saldo moet een nacalculatie van de bijdrage van lidstaten over een jaar gesaldeerd worden in het jaar waarop de afdracht betrekking had. De ontvangst in de kas van 2007 moet dus worden toegerekend aan 2006. De zorgtegenvaller heeft een ander karakter. Het gaat hierbij namelijk niet om hogere uitgaven in 2006 die worden toegerekend aan 2007, maar om daadwerkelijk hogere uitgaven in 2006 en 2007. De tegenvaller in de zorg is dus niet eenmalig in 2006, maar doet zich in elk jaar vanaf 2006 voor en belast daarmee niet alleen het EMU-saldo 2007 maar ook dat van 2006.

Vraag 28

Wat is de reden dat in 2007 minder wordt uitgegeven aan infrastructurele projecten? Voor welke infrastructurele projecten geldt dit? Wanneer komt dit geld alsnog voor deze projecten tot besteding en welke gevolgen heeft het uitstel voor de kostenontwikkeling?

Antwoord
De kasschuif van - 693 mln op blz. 3 van de Voorjaarsnota betreft op hoofdlijnen de volgende mutaties:

· Het voordelig saldo over 2006 van 410 mln is in eerste instantie (conform regelgeving) aan 2007 toegevoegd. Deze middelen heeft VenW echter in 2007 niet geheel nodig en schuiven daardoor door naar latere jaren.

· Aanpassingen als gevolg van herijkingen van kasritmes zonder dat projectmijlpalen worden aangepast dan wel een gevolg van projectvertragingen- en versnellingen (2007: 257 mln).
· Een verschuiving van de contractuele aanvangsdatum van de HSL-Zuid leidt tot latere ontvangsten (2007: 65 mln).

De gelden zijn met name doorgeschoven naar 2009 en later. Het heeft geen gevolgen voor de totale kosten omdat de mijlpalen ongewijzigd blijven. De betalingen vallen alleen voor een deel in een ander jaar dan geraamd.

Een meer uitvoerige toelichting is opgenomen in de eerste suppletoire begroting 2007 van het Infrastructuurfonds.

Vraag 29

Gesteld wordt dat het kabinet extra middelen beschikbaar stelt om de groei van het aantal zorgleerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs en het reguliere onderwijs op te kunnen vangen. Van hoeveel zorgleerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs en het reguliere onderwijs in 2007 en verder werd uitgegaan in de Miljoenennota 2007? En in de Voorjaarsnota 2007? Zijn de ramingen voor deelname aan het reguliere onderwijs op basis van demografische ontwikkelingen opwaarts of neerwaarts bijgesteld? Hoe groot was de mutatie als gevolg van demografische ontwikkelingen?

Antwoord
Het aantal zorgleerlingen in het (V)SO en het aantal (ambulant begeleide) rugzakleerlingen in Miljoenennota 2007, alsmede het aantal daaraan toegevoegde leerlingen in Voorjaarsnota 2007, is als volgt (leerlingen x 1.000) :

2007 2008 2009 2010 2011 MN 2007
Zorgleerlingen (V)SO op

01-10 60,1 60,2 60,4 60,6 60,6 Rugzakleerlingen 24,6 24,6 24,6 24,6 24,6

wijziging VJN 2007
Zorgleerlingen (V)SO op

01-10 4,1 4,0 3,8 3,6 3,6 rugzakleerlingen 9,3 12,7 12,7 12,7 12,7

Totaal MN 2007 + VJN
Zorgleerlingen (V)SO op

01-10 64,2 64,2 64,2 64,2 64,2 rugzakleerlingen 33,9 37,3 37,3 37,3 37,3

De ramingen voor deelname aan het reguliere onderwijs op basis van demografische ontwikkelingen is neerwaarts bijgesteld. Het aantal leerlingen aan de WPO-scholen (BaO en SBaO) is op basis van de referentieraming 2007 als volgt naar beneden bijgesteld (leerlingen x 1.000) :

2007 2008 2009 2010 2011 MN 2007
Leerlingen WPO op 01-
10 1.600,5 1.602,8 1.596,4 1.587,9 1.572,0

wijziging VJN 2007
Leerlingen WPO op 01-
10 -6,4 -10,2 -16,9 -22,1 -26,9

Totaal MN 2007 + VJN
Leerlingen WPO op 01-
10 1.594,1 1.592,6 1.579,5 1.565,8 1.545,1

Vraag 30

Kan een nadere toelichting worden gegeven op de gewijzigde kasbehoefte bij infrastructurele projecten?

Antwoord
Voor het antwoord wordt verwezen naar het antwoord bij vraag 28.

Vraag 31

Welk deel van de macrobijstellingen is het gevolg van bijstellingen uit het CEP? Welk deel is het gevolg van realisatiecijfers? Waarom komt het in het Coalitieakkoord beschikbare geld voor WAO/WIA/Brugbanen in 2007 niet volledig tot beschikking? Worden de middelen alternatief aangewend? Zo ja, hoe?

Antwoord
De neerwaartse aanpassing van het EMU-saldo ad -0,5% BBP als gevolg van macro-economische bijstellingen is volledig het gevolg van nieuwe macro-economische inzichten van het CPB.

In het Coalitieakkoord is afgesproken dat de WAO-, WAZ- en Wajonguitkeringen van volledig arbeidsongeschikten worden verhoogd van 70% naar 75. Uitvoeringstechnisch is deze verhoging mogelijk per 1 juli a.s.. Hierdoor komt een deel van de in 2007 gereserveerde middelen voor de uitkeringsverhoging niet tot besteding. Deze incidentele vrijval is intertemporeel ingezet om de structurele kosten die zijn ontstaan door de uitspraak van de Centrale Raad voor Beroep (CRvB) over de urenomvang maatman te dekken.
In het nieuwe schattingsbesluit wordt voor de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage uitgegaan van een maximale urenomvang van 38 uur (de maatman). De CRvB heeft geoordeeld dat deze maximering van de urenomvang dient te worden aangepast. Het kabinet heeft besloten de uitspraak van de CRvB te volgen en het schattingsbesluit op dit punt aan te passen. UWV zal de uitkering van verzekerden, waarvan de uitkering als gevolg van de maximering urenomvang is beëindigd of verlaagd, opnieuw vaststellen met inachtneming van de uitspraak van de CRvB (terugwerkende kracht tot 22 februari). Van degenen die nog een bezwaar- of beroep hebben lopen, vervalt de oorspronkelijke beschikking en wordt de uitkering met terugwerkende kracht gecorrigeerd tot het moment van neerwaartse bijstelling.

Vraag 32

Kan er een toelichting gegeven worden op de keuze voor de raming van de olieprijs op 70 dollar per vat? En kan daarbij een overzicht gegeven worden van eerdere ramingen in voorgaande Miljoenennota's, ook ten opzichte van de op dat moment geldende koers?

Antwoord
De olieprijzen waarop de Miljoenennota ramingen gebaseerd worden, zijn afkomstig van het Centraal Planbureau (CPB). De raming van de olieprijs van 70 dollar per vat, komt uit de Macro Economische Verkenningen

Onderstaand overzicht geeft de raming in de MEV en de olieprijs in de maand september van het jaar waarin de MEV wordt gepubliceerd.

MEV olieprijs in 2003 2004 2005 2006 2007 september 2002 24 28,38 2003 24,5 27,5 27,08 2004 24 36 43,25 2005 35 52 62,91 2006 50 68 61,71 2007 70

Vraag 33

Kan nader worden gespecificeerd hoe de tegenvaller van 250 miljoen voor de medisch specialistische zorg tot stand is gekomen? Kan eveneens aangegeven worden van hoeveel PGB- houders werd uitgegaan in de raming bij Miljoenennota 2007 voor 2007? En bij de Voorjaarsnota 2007?

Antwoord
Medisch specialisten worden in 2007 met een lumpsum bekostigd, welke achteraf wordt bijgesteld naar rato van de productiestijging van ziekenhuizen. Door de gestegen productie van ziekenhuizen dient derhalve ook de lumpsum van medisch specialitsten te worden bijgesteld. Bij de raming van de Miljoenennota 2007 werd uitgegaan van 91.000 persoonsgebonden- budgethouders ultimo 2006 en een groei van 500 budgethouders per maand in 2007. Het uiteindelijke aantal budgethouders bedroeg echter 95.000. Er werd van uitgegaan dat als gevolg van de overheveling van huishoudelijke verzorging naar de gemeenten sprake zou zijn van een lagere groei van het aantal budgethouders dan in de voorgaande jaren. Bij Voorjaarsnota 2007 is rekening gehouden met de sterkere groei van het aantal budgethouders in 2006 dan geraamd en met een groei in 2007 van 700 budgethouders per maand. Tevens wordt uitgegaan van een geringere mate van onderbesteding van de toegekende budgetten (10% in plaats van 15%).

Vraag 34

Gesteld wordt dat zich in voorgaande jaren binnen het totaalkader overschrijdingen van het zorgkader in de uitvoering voorgedaan hebben. Waarom wordt deze wetenschap klaarblijkelijk niet op de juiste wijze in de raming van de zorguitgaven betrokken? Kan een overzicht gegeven worden van de overschrijdingen van het zorgkader in de uitvoering van voorgaande jaren?

Antwoord
De Financieel Jaarverslagen van het Rijk van de voorgaande jaren geven het onderstaande beeld: 2003 2004 2005 2006 Overschrijding budgettair kader zorg (stand FJR in mrd.) 0,9 1,5 0,6 0,9 Overschrijding totale kader 0,4 -2,8 -1,9 -0,3

Het CPB maakt iedere 4 jaar in de MLT een nieuwe raming van de zorguitgaven voor de komende periode. Daarbij worden alle relevante factoren betrokken; gerealiseerde productiecijfers van de afgelopen periode en ramingen van de demografie, technologische ontwikkeling, loon- en prijsstijgingen etc. In de nieuwe MLT (van afgelopen september) heeft dat voor de komende kabinetsperiode geleid tot een hogere raming van de groei van de zorguitgaven dan in alle voorgaande MLT's werd geraamd (5,5% per jaar). Het CPB zal dit cijfer overigens nog actualiseren en op Prinsjesdag publiceren.

Vraag 35

Waarom is de tegenvaller van de FES-uitgaven in 2007 niet gelijk aan de onderuitputting in 2006? Betekent dit dat projecten een vertraging hebben van meer dan een jaar? Is niet al het onbenutte FES-geld uit 2006 doorgeschoven naar 2007? Kan een overzicht worden gegeven vanaf 2002 van de jaarlijkse onderuitputting van het FES en de daarmee samenhangende plussen die bij Voorjaarsnota worden ingeboekt?

Antwoord
De onderuitputting van FES-uitgaven in 2006 is niet gelijk aan de extra uitgaven in 2007 aangezien middelen die in 2006 niet tot besteding zijn gekomen in sommige gevallen over meerdere jaren worden uitgesmeerd. Dat betekent niet automatisch dat projecten een vertraging dan meer dan één jaar hebben. De `onderuitputting' betreft vaak enveloppes die binnen het Fes gereserveerd zijn en waarvoor nog geen planning bekend is. Op het moment dat de enveloppe wordt belegd met concrete projecten worden de kasritmes aangepast, wat kan leiden tot een mutatie met een meerjarige doorwerking. Het Fes kende de afgelopen jaren de volgende onderuitputting. In 2002: 191 mln, 2003: 227 mln, 2004: 155 mln, 2005: 255 mln en 2006: 509 mln. Vanwege de fondsconstructie kent het Fes geen eindejaarsmarge. Middelen die in enig jaar niet tot besteding zijn gekomen worden altijd doorgeschoven naar latere jaren.

Vraag 36

Welk deel van de overschrijding bij de huisartsen wordt gecompenseerd door actualisatie van de afspraken tussen de Landelijke Huisartsen Vereniging, Zorgverzekeraars Nederland en VWS? Waarom worden in de Voorjaarsnota alle tegenvallers in de Zorg vlak doorgetrokken naar latere jaren als de regering voornemens is maatregelen te treffen om de tegenvallers in latere jaren juist niet te laten plaatsvinden.

Antwoord
Met de actualisatie van de afspraken tussen de Landelijke Huisartsen Vereniging, Zorgverzekeraars Nederland en VWS wordt de overschrijding bij de huisartsen op het beschikbare bedrag voor inschrijvingen, consulten en passanten gecompenseerd. Het andere deel van de overschrijding bij de huisartsen, voornamelijk door hogere uitgaven voor de module praktijkondersteuning en door meer verrichtingen in het kader van de module modernisering en innovatie, wordt niet gecompenseerd.

Tegenvallers worden inhoudelijk beoordeeld op de oorzaken. Indien de oorzaak incidenteel van karakter is, wordt een tegenvaller niet structureel verwerkt, maar incidenteel. De tegenvallers die in deze voorjaarsnota zijn verwerkt hebben echter een structureel karakter, zoals vaak in de zorg. De oorzaken zijn gelegen in een hogere stijging van de productie dan geraamd, er is geen reden om aan te nemen dat deze groei incidenteel van aard is geweest. De maatregelen die worden getroffen richten zich deels op het voorkomen van nieuwe tegenvallers, deels op compensatie van tegenvallers. De maatregelen -die leiden tot lagere zorguitgaven- worden eveneens structureel danwel incidenteel verwerkt, afhankelijk van het karakter van de maatregelen.

Vraag 37
Wordt met "bijlage 4" van het Financieel Jaarverslag 2006 bedoeld "bijlage 3"?

Antwoord
Nee. Op pagina 7 van de Voorjaarsnota (onder tabel 5) wordt verwezen naar bijlage 4 (`de belasting- en premieontvangsten in 2006') van het Financieel Jaarverslag.

Vraag 38

Deelt de regering de mening dat wat wordt gepresenteerd onder het kopje "beleid" eigenlijk geen kabinetsbeleid is maar een verdienste van de zorgverzekeraars, omdat zij de nominale premie lager hebben vastgesteld? Hoe verhoudt de lager dan verwachte zorgpremie in 2007 zich tot de tegenvallende zorguitgaven van ruim 1,3 miljard in 2007? Zijn de extra premie- en belastinginkomsten structureel?

Antwoord
In 2006 zijn we overgegaan op het nieuwe zorgstelsel waarbij concurrentie een grotere rol speelt. De stelselwijziging is erop gericht dat verzekeraars kwalitatief betere zorg gaan inkopen voor hun verzekerden tegen een zo laag mogelijk prijs. De meevallende premie in 2007 is een gevolg van de felle concurrentie tussen verzekeraars om marktaandeel. De stelselwijziging die de overheid heeft doorgevoerd heeft dit mogelijk gemaakt.
Van de tegenvallende zorguitgaven is grofweg de helft gerelateerd aan de cure. Deze hogere zorguitgaven kunnen niet meer in 2007 zelf opgehaald worden via een hogere premie, deze staat immers vast. Conform de geldende systematiek kunnen hogere zorguitgaven in 2007 voorzover bekend lopende het uitvoeringsjaar worden meegenomen in de premie van 2008. Hogere zorguitgaven die niet meer in de premie voor 2008 kunnen worden verwerkt worden meegenomen in de premie van 2009. Er is dan ook geen relatie tussen de lagere premie 2007 en de hogere zorguitgaven.
De raming van de belasting- en premieontvangsten voor 2007 is in de Voorjaarsnota met 1,2 miljard euro opwaarts bijgesteld ten opzichte van de MN 2007. Hiervan is 0,2 miljard incidenteel van aard. Deze incidentele opbrengst is het gevolg van een vertraging die is opgetreden in 2006 in de inning van de loonheffing, die in 2007 naar verwachting wordt ingelopen. Dit heeft overigens geen relatie tot de zorg.

Vraag 39

Staat er 0,0% als effect van het Coalitieakkoord op het EMU-saldo in 2007 omdat dit effect daadwerkelijk 0 is, of is het effect nog niet berekend?

Antwoord
Zie antwoord vraag 21.

Vraag 40

Het Coalitieakkoord heeft in 2007 geen effect op het EMU-saldo. Hoe moeten in dit licht de kosten van het pardon voor de asielzoekers van voor invoering van de Vreemdelingenwet 2001 gezien worden? En zijn er inmiddels andere mutaties in de begroting bekend door uitwerking van het Coalitieakkoord?

Antwoord
Zie antwoord vraag 21.

Vraag 41

Kan voor de landen van de Eurozone een overzicht worden gegeven van het EMU-saldo in 2006 en de meest recente ramingen voor het EMU-saldo 2007? Hoe groot was de EMU-schuld in absolute zin eind 2006? Hoeveel is de EMU-schuld in absolute zin afgenomen in 2006? Hoe groot is de EMU- schuld naar verwachting ultimo 2007? Kan voor de landen in de Eurozone een overzicht worden gegeven van de EMU-schuld 2006 en de meest recente ramingen voor de EMU-schuld 2007?

Antwoord
De navolgende tabel bevat voor de landen van de Eurozone de cijfers uitgedrukt in % BBP over het EMU-saldo 2006 en 2007 en de EMU-schuld 2006 en 2007. Cijfers inzake de EMU-schuld in absolute bedragen zijn gepresenteerd in de tabel eronder. Het betreft dan de jaren 2005 en 2006. Cijfers in absolute waarden voor 2007 zijn nog niet beschikbaar. In deze laatste tabel valt op dat slechts enkele landen in 2006 een absolute daling van de overheidsschuld kunnen laten zien en dat Nederland de grootste schulddaling laat zien.

Ontwikkeling EMU-saldo en EMU-schuld in de Eurozone; in % BBP
EMU-saldo EMU-schuld 2006 2007 2006 2007 België 0,2 -0,1 89,1 85,6 Duitsland -1,7 -0,6 67,9 65,4 Ierland 2,9 1,5 24,9 23,0 Griekenland -2,6 -2,4 104,6 100,9 Spanje 1,8 1,4 39,9 37,0 Frankrijk -2,5 -2,4 63,9 62,9 Italië -4,4 -2,1 106,8 105,0 Luxemburg 0,1 0,4 6,8 6,7 Nederland 0,6 -0,7 48,7 47,7 Oostenrijk -1,1 -0,9 62,2 60,6 Portugal -3,9 -3,5 64,7 65,4 Slovenië -1,4 -1,5 27,8 27,5 Finland 3,9 3,7 39,1 37,0 Eurozone -1,6 -1,0 69,0 66,9 Bron: Europese Commissie

Ontwikkeling EMU-schuld in absolute bedragen;
in miljoenen euro
2005 2006 mutatie België 278.126 278.980 +854 Duitsland 1.521.580 1.566.884 +45.304 Ierland 44.229 43.765 -464 Griekenland 194.666 204.218 +9552 Spanje 390.882 389.040 -1.842 Frankrijk 1.136.825 1.142.178 +5.353 Italië 1.510.926 1.575.346 +64.420 Luxemburg 1.801 2.255 +454 Nederland 266.329 256.982 -9.347 Oostenrijk 155.563 159.509 +3.946 Portugal 94.717 100.526 +5.809 Slovenië 7.837 8.276 +439

Finland 65.053 65.678 +625 Eurozone 5.668.535 5.793.637 +125.102 Bron: Europese Commissie

Vraag 42

Wat gebeurt er met het onbenutte FES-geld uit 2006? Wordt dit automatisch doorgeschoven naar 2007?

Antwoord
Zie antwoord vraag 35.

Vraag 43

De Europese Commissie verwacht in de Spring Forecast voor het jaar 2008 een overschot van 0,4% BBP. De officiële Spring Forecast raming bedraagt echter 0,0% BBP. Wat is de verklaring voor dit verschil?

Antwoord
In de Voorjaarsnota is een raming van de Europese Commissie vermeld (Spring Forecast) voor het jaar 2008 van 0,4% BBP. De officiële Spring Forecast, gebaseerd op ongewijzigd beleid en dus exclusief het Coalitieakkoord, bedraagt echter 0,0% BBP. In de Spring Forecast geeft de Europese Commissie aan dat bij volledige implementatie van het Coalitieakkoord het EMU-saldo zou verbeteren met ongeveer 0,4% BBP. Omdat ik uitga van volledige implementatie van het Coalitieakkoord is in de Voorjaarsnota het cijfer van 0,4% BBP genoemd. De Commissie heeft echter nog geen oordeel uitgesproken over de haalbaarheid van de maatregelen in het Coalitieakkoord.

Vraag 44

Gesteld wordt dat in 2008, in tegenstelling tot 2007, wordt verwacht dat de inkomsten sneller zullen stijgen dan het BBP. Wat wordt met deze bewering bedoeld en waarop is deze verwachting gebaseerd?

Antwoord
De grondslagen waarover belastingen en premies volksverzekeringen worden geheven houdt (direct of indirect) verband met de BBP groei, maar de relatie is vaak niet precies evenredig. De belangrijkste grondslagen voor de ontwikkeling van de inkomsten zijn de particuliere consumptie en de loonontwikkeling.

Voor 2008 geldt dat de (nominale) loonontwikkeling volgens het CPB beduidend groter zal zijn dan de groei van het BBP, waardoor ook de loonheffing hoger uit zal komen. En omdat deze een substantieel deel (82,3 miljard) uitmaakt van de totale inkomsten, zorgt dit ervoor dat de groei van de inkomsten als geheel hoger uitkomt dan de groei van het BBP. In 2007 is de geraamde loonontwikkeling iets lager en meer in lijn met de groei van het BBP, waardoor de groei van de ontvangsten in 2007 niet hoger is dan de groei van het BBP. Daarnaast geldt dat in 2008 de kostprijsverhogende belastingen (die afhankelijk zijn van de particuliere consumptie) nagenoeg even sterk stijgen als de BBP-groei, terwijl zij in 2007 licht achterblijven bij de BBP-groei.

Vraag 45

Met hoeveel ambtenaren groeit het personeelsbestand van AZ als er 10 mln. extra wordt ingezet op de algemene coördinatie van het regeringsbeleid?

Antwoord
Voor de coördinatie van het algemene regeringsbeleid is voor de periode 2008 - 2011 10 mln. en structureel daarna 5 mln. aan de begroting van AZ toegevoegd. Uitgangspunt is dat er met dit geld geen personele uitbreiding zal plaatsvinden bij AZ. De gelden zijn met name bestemd voor programma's, onderzoeken en materiële uitgaven. De uitgaven zullen ook niet geheel bij het ministerie van AZ worden besteed maar ook bij en samen met andere ministeries, colleges en raden, en zijn bestemd voor: (1) Het stimuleren van het interdepartementaal ontkokerd en samenhangend werken. Hiervan wordt onder andere de organisatie, productie en presentatie van het beleidsprogramma gefinancierd. (2) Samen met de ministeries van Justitie en BZK, met de Raad van State en met de griffies van beide Kamers der Staten-Generaal wordt een programma opgesteld om de juridische en constitutionele kwaliteit van beleidsvorming en ­besluitvorming te ondersteunen. (3) Voor investeringen in de rijksbrede kennis en strategie. Dit betreft onder meer de versterking van de strategische functie (WRR).

Vraag 46

Binnen de Koninkrijksrelaties-begroting worden middelen beschikbaar gesteld voor eenmalige begrotingssteun aan de eilanden om een aantal urgente problemen op te lossen. Welke urgente problemen kunnen door de eilanden opgelost worden met de eenmalige begrotingssteun van 7 miljoen in 2007?

Antwoord
Land en eilandgebieden hebben zelf kunnen aangeven wat prioriteit genoot. Voor de aanwending van de aan het Land beschikbaar gestelde middelen heeft Reda Sosial een bestedingsplan opgesteld. De besteding richt zich op de volgende zorggebieden: wijkaanpak, jeugdontwikkeling, ouderenzorg, verslavingszorg en economische bedrijvigheid. Binnen deze gebieden zullen in totaal zo'n 30 projecten worden uitgevoerd op de vijf eilandgebieden. Het Bestuurscollege van Bonaire heeft gekozen voor het uitvoeren van achterstallig onderhoud aan wegen en scholen, renovatie van huizen van kansarmen en een bijdrage aan een project voor zwakbegaafde jongeren van 12 t/m 17 jaar.
Saba heeft gekozen voor projecten op het gebied van de gezondheidszorg, toerisme marketing en de vervanging van de brandweerwagen op de luchthaven. De initiatieven van Sint Eustatius begeven zich op het vlak van de bestuurlijke ontwikkeling (o.a juridische ondersteuning Gezaghebber) en economische ontwikkeling (herstel van haven en wegen). Daarnaast is de bouw van een gymzaal en de aanschaf van een vuilniswagen voorgesteld. Sint Maarten wil haar aandeel van de begrotingssteun besteden aan het beroepsonderwijs.

Vraag 47

Binnen de Koninkrijksrelaties-begroting zijn voor schuldsanering beschikbare middelen overgeheveld van 2006 naar 2007, omdat Aruba niet aan de randvoorwaarde voor begrotingsevenwicht heeft voldaan. Betreft dit een eerste tranche van de schuldsanering of volgen er mogelijk nog meerdere tranches voor schuldsanering? Voldoet Aruba in 2007 wel aan de voorwaarde voor begrotingsevenwicht, zodat de middelen voor schuldsanering Aruba tot uitbetaling komen? Hoe wordt dit getoetst?

Antwoord
Het overgehevelde bedrag betreft de in de Aruba deal gereserveerde middelen over de jaren 2003 t/m 2006 (zijnde 4 jaren). In de Aruba deal is de zinsnede opgenomen dat "indien na drie aaneengesloten jaren niet aan de voorwaarde van balanced budget is voldaan, politiek overleg plaatsvindt over de schuldsanering, inclusief de aanwending van de dan gereserveerde middelen voor Aruba". Dit overleg had dus eigenlijk in 2006 moeten plaatsvinden, maar is uitgesteld tot 2007. In 2003 heeft een dergelijk overleg plaatsgevonden over de gereserveerde middelen in de jaren 2000 t/m 2002 en toen is tussen de landen overeengekomen de middelen aan te wenden voor de Nederlandse bijdrage aan het programma Rechtshandhaving.
Voor 2007 ligt een begrotingsevenwicht niet in de lijn der verwachtingen. Wel is er recent onderzoek verricht naar de overheidsfinanciën op Aruba. Hieruit kwam naar voren dat de overheidsfinanciën van Aruba er redelijk uit zien en zijn er plannen uitgewerkt om de begroting verder op orde te brengen en in 2009 een sluitende begroting te hebben.

Of er al dan niet sprake is van begrotingsevenwicht wordt bepaald aan de hand van de volgende definitie:

Niet aan rente bestede lopende uitgaven + kapitaaluitgaven + rentebetalingen op uitstaande schuld + netto verstrekte leningen mogen de inkomsten uit belastingen, niet-belastingen en giften niet overstijgen.

Vraag 48

Binnen de Justitiebegroting is sprake van een tegenvaller bij de legesopbrengst van de IND en voor verschillende regelingen binnen het integratiebeleid. Waarom valt de legesopbrengst bij de IND tegen? Waarom zijn de tegenvallende legesopbrengsten bij de IND deels autonoom en deels beleidsmatig? Voor welke regelingen binnen het integratiebeleid is geld vrijgemaakt? Hoeveel?

Antwoord
In 2007 doet zich een eenmalig onvermijdelijke tegenvaller voor bij de IND als gevolg van niet te ontvangen leges bij de IND. De verklaring is enerzijds een besparingsverlies als gevolg van een vertraagde ophoging van de leges voor naturalisatie. Dit wordt tegengehouden door de Antillen en Aruba. In de begroting zijn verder abusievelijk legesopbrengsten opgenomen voor producten waar geen leges voor kunnen worden geheven. Het besparingsverlies heeft het label beleidsmatig aangezien het departement dit had kunnen voorkomen. De gederfde legesopbrengsten konden zoals aangegeven niet worden geïnd en zijn autonoom. Justitie zal het legeshuis dit jaar herzien en de oorzaken achter deze tegenvaller wegnemen.

Binnen het integratiebeleid is geld vrijgemaakt voor twee regelingen. Voor de preventie van inter- etnische spanningen is voor 2007 4 mln. vrijgemaakt en jaarlijks 5 mln. in de jaren daarna. Voor de regeling Ruimte voor Contact is voor de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010 respectievelijk 4,6 mln., 3,9 mln., 3,5 mln. en 0,5 mln. vrijgemaakt.

Vraag 49

Waar is de 33 mln gebleven die is verdwenen bij de overheveling van 1.600 mln voor kinderopvang van SZW (p.34) naar OCW, waar slechts 1.567 is aangekomen?

Antwoord
Het bedrag van 1.600 mln wat is overgeheveld van SZW naar OCW is inclusief de overboeking van de loon- en prijsbijstelling van 33 mln. Bij OCW is dit bedrag opgesplitst en staat de 33 mln geboekt bij technische mutaties/diversen. Op p. 21 wordt dit nader toegelicht.

Vraag 50

Betreffende de OCW-begroting: is er bij de intertemporele compensatie sprake van het doorschuiven van middelen naar latere jaren of worden juist middelen uit latere jaren naar voren gehaald? Voor welke voorziene tegenvallers worden meevallers uit de studiefinanciering ingezet in 2007 en in 2008? Welke meevallers doen zich voor in 2010 en 2011? Op grond waarvan valt in 20011 65 miljoen vrij? Is dit een meevaller of een ombuiging?

Antwoord
Deze intertemporele compensatie betreft het doorschuiven van middelen naar latere jaren. Voor de jaren 2010 en 2011 gaat het dus om tegenvallers. Deze tegenvallers van de autonome raming 2007 in jaren 2010 ( 33,7 miljoen) en 2011 ( 65,0 miljoen) worden grotendeels verklaard door het gevolg van de doorwerking van de realisaties in de basis- en aanvullende beurs over 2006 en de eerste resultaten in januari 2007. Ook de gevolgen van de meer exacte berekeningen van de uitgaven aan deelnemers bol die nog onder de giftsystematiek vallen zijn hierin begrepen.

Vraag 51
Binnen de OCW-begroting zal herprioritering plaatsvinden op een aantal artikelen. Heeft deze herprioritering reeds plaatsgevonden? Zijn er activiteiten en dergelijke die niet meer plaatsvinden als gevolg van de herprioritering? Welke uitgaven worden verhoogd met de middelen die vrijkomen na de herprioritering?

Antwoord
Deze herprioritering heeft nog niet plaatsgevonden maar gebeurt bij de besluitvorming over de begroting 2008. Over de (budgettaire verwerking van de) herprioritering wordt u geïnformeerd in de ontwerp-begroting die Prinsjesdag naar de Staten-Generaal gezonden wordt.

Vraag 52

Betreffende de Financiën-begroting: van welke onvolkomenheden was sprake in de controleerwerkzaamheden van de Nederlandse Douane? Zijn de onvolkomenheden opgelost?

Antwoord
Verwezen wordt naar het gecombineerde antwoord op de vragen 1 en 6 bij de Wijziging van de begrotingsstaat van het ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2007 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Vraag 53

Defensie heeft in 2006 zijn budgetten overschreden. De overschrijding moet in 2007 worden gecompenseerd. Hoe wordt de doorwerking van de eindejaarsmarge in 2006 gecompenseerd?

Antwoord
De overschrijding van de Defensie begroting 2006 staat vooralsnog geboekt op de post Nominaal en Onvoorzien. Gedurende de uitvoering van de begroting 2007 zal bezien worden welke begrotingsartikelen ruimte bieden om deze 28 mln te compenseren.

Vraag 54

Als gevolg van de technische keuze dat Rijkswaterstaat niet meer onder het uitgavenkader van Verkeer en Waterschap valt, wordt de oorspronkelijke correctie op de agentschapsbijdragen 2006- 2011 in één keer teruggedraaid in 2007. Wat wordt bedoeld met "het uitgavenkader V&W" waar Rijkswaterstaat niet meer onder valt? Wat betekent de technische keuze dat Rijkswaterstaat niet meer onder het uitgavenkader van Verkeer en Waterstaat valt?

Antwoord
Sinds 1 januari 2006 is RWS een agentschap. Bij de start van het agentschap is afgesproken dat RWS onder het uitgavenkader van VenW valt. Hiermee vielen de uitgaven van RWS onder hetzelfde regime als alle andere uitgaven van VenW. De omvang van RWS en de onzekerheid die een startjaar met zich meebrengt was de aanleiding voor strakkere kassturing. Terugkijkend naar 2006 is deze extra controle niet meer nodig. Vanaf 2007 valt RWS onder het reguliere regime voor agentschappen, hetgeen de doelmatigheid van RWS ten goede komt. De in 2006 met RWS verbandhoudende correctie op het uitgavenkader van VenW (verlaging kader met 35 mln. voor de begrotingsperiode 2006-2011) is bij Voorjaarsnota volledig teruggedraaid.

Vraag 55

Kan het gebruik van de FES-brug voor de financiering van de overgangsfaciliteit MEP worden toegelicht aan de hand van de daarvoor geldende criteria? Brengt deze overgangsfaciliteit structureel kosten met zich mee? Hoe kan dat?

Antwoord
Het gebruik van de FES-brug heeft tot gevolg dat FES-waardige uitgaven uit het Infrastructuurfonds, die voorheen uit de bijdrage uit de begroting van VenW aan het Infrastructuurfonds werden gefinancierd, nu uit een bijdrage uit het FES worden gefinancierd. De middelen die vrijvallen als gevolg van de verlaging van de bijdrage uit de begroting van VenW worden ingezet voor de overgangsregeling MEP.
De bijdrage vanuit het FES voor de vergistingsregeling geldt voor 10 jaar, omdat subsidies die worden verstrekt in het kader van die regeling een looptijd van 10 jaar hebben.

Vraag 56.

Sluit het kabinet elke financiële bijdrage van zijn kant uit voor zover daarmee in 2010 meer dan 9% duurzame elektriciteit kan worden opgewekt?

Antwoord
Het kabinet zal in het kader van het project Schoner en zuiniger een afweging maken hoeveel middelen er vanuit de enveloppe energie (via de vernieuwde MEP) beschikbaar worden gesteld voor de opwekking van extra duurzame elektriciteit, bovenop de 9% doelstelling in 2010. Hierover zal de Kamer op Prinsjesdag worden geïnformeerd.

Vraag 57
Waarom werkt de bijstelling aardgasbaten niet door naar 2008-2011? Welke olieprijs ligt ten grondslag aan de ramingen voor die jaren?

Antwoord
De bijstelling aardgasbaten voor 2007 is vooral het effect van een forse neerwaartse bijstelling van de raming van de olieprijs in 2007 (van 70 naar 55 dollar per vat). Over de doorwerking naar 2008-2011 wordt u geïnformeerd bij Miljoenennota 2008. De ramingen voor die jaren zullen worden gebaseerd op de nog te verschijnen update van de middellangetermijnverkenningen van het CPB.

Vraag 58

Betreffende de SZA uitgaven: hoe groot is de jaarlijkse instroom in de IVA in de neerwaarts bijgestelde raming? Hoe groot was de jaarlijkse IVA-instroom in de Miljoenennotaraming? Is er bij de WWB sprake van een bijstelling van het volume naar boven vanwege de hogere werkloosheidsraming van het CPB? Zijn in de WW-raming ook realisatiecijfers verwerkt? Vallen de kinderopvanguitgaven na overheveling naar OCW onder het kader Rb-eng?

Antwoord
In de bijgestelde raming bedraagt de IVA-instroom 8.600 in 2007. In de Miljoenennotaraming bedroeg de IVA-instroom in 2007 12.000. Voor latere jaren blijft de instroomraming vooralsnog ca 12.000. Dan gaat namelijk ook de instroom vanuit de WGA een grotere rol spelen. Het WWB volume is neerwaarts aangepast. Op basis van de macroeconomische bijstelling van het CPB (werkloze beroepsbevolking) zou een lichte opwaartse bijstelling voor de hand hebben gelegen. De onverwacht sterke daling van het bijstandsvolume in de laatste maanden van 2006, heeft tot deze extra neerwaartse bijstelling van het WWB volume in 2007 geleid. De facto komt dit neer op het structureel laten doorwerken van de onverwachtse extra volumedaling in 2006. In de WW-raming zijn ook realisatiecijfers 2006 verwerkt op basis van de Januarinota van het UWV. De kinderopvanguitgaven vallen na overheveling naar OCW onder het kader Rb-eng.

Vraag 59

Met welke cijfers (raming, realisaties) is gerekend bij het berekenen van de bijstelling zorgtoeslag?

Antwoord
De bijstelling van de zorgtoeslag voor 2007 sinds Miljoenennota bedraagt -57,2 mln euro. Sinds MLT is de nominale premie neerwaarts bijgesteld wat daarmee ook een effect heeft op de zorgtoeslag. Conform de gebruikelijke systematiek wordt de premie op basis waarvan de zorgtoeslag wordt gebaseerd vastgesteld in november voor het komende jaar (in dit geval dus november 2006).

Vraag 60
Hoe lang is al sprake van "jaarlijks terugkerende onderuitputting"op de begroting van VWS? Hoe hoog is die onderuitputting geweest in de afgelopen 4 jaar? Waarom wordt het bedrag structureel gekort?

Antwoord
Er is al jaren sprake van onderuitputting. De laatste vier jaar ging het om de onderstaande onderuitputting. Gezien de trend die is waar te nemen, is besloten tot een structurele bijstelling van de uitgavenraming met een bedrag van 15 mln.

Onderuitputting 2003 2004 2005 2006 (x miljoen)
Uitgaven 22,6 9,6 67,5 65,7 Ontvangsten 24,4 10,7 -0,5 0 Totaal U + O 47,0 20,3 67,0 65,7

Vraag 61

Is het recente arbeidsvoorwaardenakkoord voor de rijksambtenaren nu geheel verwerkt in de rijksbegroting? Zo neen, waarom niet en welke bijstelling is dan nog te verwachten.

Antwoord
Het arbeidsvoorwaardenakkoord Rijk 2007-2010 past binnen de budgettaire ruimte en is verwerkt op de rijksbegroting. Wel zullen nog enkele delen van het budget moeten worden overgeheveld van de begroting van BZK, respectievelijk de aanvullende post loonbijstelling, naar de verschillende departementale begrotingen. Zo wordt de onderuitputting op het budget regeling ziektekostenvoorziening rijkspersoneel ad 26 miljoen in 2007 ingezet ter financiering van de cao. Dit bedrag staat nu nog op de begroting van BZK maar wordt bij Miljoenennota overgeboekt naar de departementale begrotingen. De kabinetsbijdragen 2008-2010 staan nu nog gereserveerd op de aanvullende post loonbijstelling. Conform de gebruikelijke loonbijstellingssystematiek zullen bij Voorjaarsnota 2008, 2009 en 2010 de jaartranches worden overgeheveld naar de departementale begrotingen.

Vraag 62a

Op welke begroting(en) denkt de regering de niet-belastingontvangsten op de aanvullende post voor 2007 ( 256,1 miljoen) te realiseren?

Antwoord
Dit bedrag zal worden ingevuld met nog nader in te vullen meevallers op de begrotingen. Op het moment van de Voorjaarsnota is er nog geen zicht op meevallers op de begrotingen. De verwachting is dat de eerste meevallers bij Najaarsnota zichtbaar zullen worden. Dan zal ook pas duidelijk zijn waar de meevallers zich precies voordoen, en dus op welke begrotingen het bedrag aan niet- belastingontvangsten gerealiseerd zal worden.

Vraag 62b

Waarom staan er ook in 2008 (­ 38,3 miljoen) en in 2009 (­ 38,7 miljoen) bedragen bij de post `Ramingstechnische veronderstelling in=uit' op de Aanvullende Post Algemeen?

Antwoord
Dit is het gevolg van de HGIS-systematiek. De eindejaarsmarge van de HGIS mag worden uitgespreid over drie begrotingsjaren in tegenstelling tot andere eindejaarsmarges. Deze uitzondering is gecreëerd om meer flexibiliteit te creëren in het kasmanagement, zodat schokken in de OS-begroting kunnen worden opgevangen. Daardoor wordt de in=uittaakstelling (waarbij ervan uitgegaan wordt dat de eindejaarsmarge die in enig jaar wordt uitgekeerd, aan het einde van dat jaar ook weer tot onderuitputting zal leiden) ook voor meerdere jaren ingeboekt.

Vraag 62c

Waarom vindt er binnen de integratie-enveloppe een verschuiving van middelen plaats? Worden er integratieactiviteiten naar voren gehaald?

Antwoord
Er vindt binnen de integratie-enveloppe een verschuiving van middelen plaats, om zo versneld invulling te kunnen geven aan de ambitie van het Kabinet om het rendement van de inburgering te verbeteren. De precieze uitwerking wordt op Prinsjesdag aan de Kamer bekend gemaakt.

Vraag 62d

Wanneer worden de middelen die gereserveerd zijn op de aanvullende post voor `Schuldsanering Antillen' overgeheveld naar een begrotingshoofdstuk en daadwerkelijk uitgekeerd? Welke voorwaarden zijn hieraan verbonden?

Antwoord
De middelen voor de schuldsanering van de Nederlandse Antillen staan vooralsnog op de aanvullende post omdat nog een besluit nodig was over de aangewezen route voor betaling van de middelen; daarbij komt dat het betalingstempo nog niet bekend is. Omdat op dit moment nog geen overeenstemming is over de vormgeving van het financieel toezicht, kan nog niet gestart worden met de saneringsoperatie. Indien op korte termijn overeenstemming met de kleine drie eilanden (Bonaire, St Eustatius en Saba) wordt bereikt, én de toezichthouder operationeel is, kan daarna een start worden gemaakt met het wegwerken van de betalingsachterstanden op deze eilanden.
De overige gereserveerde middelen voor het wegwerken van de schulden zullen mogelijk in tranches beschikbaar worden gesteld, waarbij de komende gesprekken met Sint Maarten en het Land NA en in de nabije toekomst ook met Curaçao het tempo van deze operatie mede zullen bepalen. Wat betreft de onderhandelingsvoorwaarden wordt aangesloten bij het Slotakkoord 2 nov. 2006 en het Overgangsakkoord d.d 12 feb. 2007. Daarnaast wordt gewaarborgd dat de rechtmatigheid en budgettaire beheersing van de saneringsoperatie in orde zijn. Deze meer technische voorwaarden zijn nog onderwerp van bespreking met de eilandgebieden.

Vraag 62e

Waarom wordt er tweemaal 25 miljoen gereserveerd voor E-overheid? Waarom staan deze middelen niet op een begrotingshoofdstuk? Betreft dit alleen een startimpuls? Wil dit zeggen dat er later nog meer uitgaven nodig zijn, waarvoor nog geen reservering is getroffen?

Vraag 62f
Kan een toelichting worden gegeven op de kostenraming voor E-overheid? Wie gaan profiteren van de E-overheid?

Antwoord 62e/f
Investeringen in de e-overheid moeten leiden tot betere publieke dienstverlening, toegankelijkere overheidsinformatie, een efficiëntere overheid, minder administratieve lasten voor burgers en bedrijven en een effectievere fraudebestrijding. De e-overheid wordt vormgegeven door de ontwikkeling van diverse basisvoorzieningen (Voortgangsrapportage e-overheid, TK 29 362, nr. 111). Onder meer de OESO constateerde dat investeringen in e-overheid-basisvoorzieningen onvoldoende van de grond komen. Een van de oorzaken is dat de baten vaak niet neerslaan bij de partij die de investeringen in de e-overheid heeft gepleegd. Er wordt daarom op dit moment 50 mln. uitgetrokken voor een startimpuls voor de e-overheid (bovenop de bestaande uitgaven aan e-overheid), voor de ontwikkeling van basisvoorzieningen. Met deze impuls wordt een oplossing geboden voor het door de OESO gesignaleerde probleem.

De investeringsimpuls van 50 mln. is gereserveerd op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën. Departementen kunnen op basis van goed onderbouwde projectvoorstellen hier een beroep op doen, waarna de middelen zo mogelijk nog dit jaar aan de betreffende begrotingen worden toegevoegd. Op basis van de ingediende projectvoorstellen zullen prioriteiten moeten worden gesteld, waarbij de behoefte in de samenleving, de verwachte baten van het project en de bijdrage van het project aan de doelstellingen van de e-overheid een belangrijke rol spelen.


---- --