31 031 XII-2 Jaarverslag en slotwet ministerie van Verkeer en Waterstaat 2006
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vraag 1: Volgens de Algemene Rekenkamer bestaat er in de nieuwe situatie na verscheidene
reorganisaties behoefte aan ervaren professionals. Zou u kunnen aangeven hoe bij de
reorganisatie het behoud van professionals en hun kennis en ervaring is gewaarborgd, op welk
vlak en in welke mate er momenteel sprake is van een tekort aan professionals en wat u gaat
doen om dit op te lossen?
Binnen VenW sturen we met behulp van de functieprofielen uit het functiegebouw doelgericht op
kwaliteit van mensen. In resultaat- en kwaliteitsgerichte gesprekken tussen medewerker en manager
houden we goed in de gaten welke resultaten wij als VenW moeten boeken en wat hiervoor nodig is
aan kennis en ervaring. Een reorganisatie verandert niets aan dit principe hetgeen betekent dat als er
een reorganisatie is bij VenW we ook dan gericht sturen op behoud van kwaliteiten (kennis en kunde)
die nodig zijn voor de te boeken resultaten binnen VenW. Om de juiste mensen binnen te halen
beschikken we over een gerichte arbeidsmarktstrategie gericht op o.a. de schaarse functies
(projectmanagers GWW en ICT, inkopers, financials, juristen), zoals bijvoorbeeld gerichte werving,
beurzenbeleid, gericht relatiemanagement met opleidingsinstituten, stagecoördinatiepunten en een
arbeidsmarktcommunicatieconcept dat hierbij ondersteunt. Verder hebben we HR beleid dat erop is
gericht om ten alle tijde de juiste mens op de juiste plek te hebben. Passende arbeidsvoorwaarden en
gerichte HR-instrumenten zoals resultaat- en kwaliteitgerichte functioneringsgesprekken tussen
managers en medewerker, personele vlootschouwen, leerlijnen per functieprofiel en mogelijkheden
voor loopbaanoriëntatiegesprekken met een expert zijn voorbeelden hiervan. We ervaren met name
schaarste onder ervaren specialistische professionals (ook de komende tijd) zoals civiel technici,
wetgevings- en contractjuristen, ICT'ers en financials. Ook is en blijft het lastig om ervaren
projectleiders binnen te halen.
Vraag 2. Er is al een aantal jaren sprake van onvolkomenheden in het verplichtingenbeheer en
het financieel beheer en materieelbeheer bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Welke
maatregelen neemt u om deze problemen dit jaar op te lossen?
Het financieel beheer is voldoende op orde. Het is alleen nog voor verdere verbetering vatbaar. Naar
die verbetering streef ik. Ik heb diverse acties ondernomen om verdere verbetering te realiseren. Zo
zal mijn Departementale Auditdienst dit jaar een operational audit uitvoeren voor de belangrijkste
ontvangstprocessen, worden alle verplichtingen boven een bepaald bedrag ( 25.000) persoonlijk en
tijdig door mijn Inspecteur-Generaal aangegaan en heb ik het controleregime op IVW verscherpt.
Vraag 3. De Algemene Rekenkamer constateert tekortkomingen in het toezicht door
Rijkswaterstaat op de door aannemers uitgevoerde opdrachten. Deelt het kabinet deze
mening? Zo ja, wat wil zij hier in de toekomst aan doen? Zo nee, waarom niet?
De door de Algemene Rekenkamer geconstateerde tekortkomingen zijn in belangrijke mate in lijn met
de controlebevindingen van mijn Departementale Auditdienst. Deze bevindingen zijn zeer verschillend
van aard en omvang. De beheersing van deze relatief nieuwe contractvormen, zoals innovatieve
contracten en prestatiebestekken, zijn voor Rijkswaterstaat (RWS) een belangrijk aandachtspunt.
Door RWS zijn veel structurele maatregelen getroffen, welke nog niet over de volle breedte bij alle
lopende contracten waarneembaar zijn. Er zijn verschillende verbetermaatregelen ingezet: op het
gebied van kennis van en deskundigheid over deze contractvormen door opleidingen en trainingen, op
het gebied van uitwerken van en communiceren over de werkwijze van systeemgerichte
contractbeheersing en op het gebied van beheersing van deze contractvormen, met extra aandacht
voor het aanspreken van het management en projectleiding bij het niet naleven van de interne
beheersregels en het aanvullend doen uitvoeren van gerichte audits.
---
Vraag 4. Is het een bewuste keuze van Verkeer en Waterstaat om zich bij het verbeteren van het
financieel beheer te richten op de grotere geldstromen? Zo ja, waarom is deze keuze gemaakt?
Binnen VenW wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van een risico analyse voor de inrichting
van de controlemaatregelen en het toezicht. Dit brengt met zich mee dat veelal de grote financiële
geldstromen meer aandacht krijgen bij controle en toezicht. Dit neemt niet weg dat bij de inrichting van
de administratieve organisatie ook voor de kleinere financiële transacties voldoende waarborgen in de
processen zijn ingebouwd om tot een goed financieel beheer te komen.
Vraag 5. De Algemene Rekenkamer concludeert dat in het jaarverslag niet altijd wordt
aangegeven of doelen al dan niet zijn gerealiseerd. Waarom wordt dit nagelaten?
De AR heeft geconstateerd dat het Jaarverslag 2006 meer informatie over doelen, prestaties en inzet
van middelen geeft dan het jaarverslag 2005. Dit neemt niet weg dat er nog ruimte voor verbetering is.
Bij enkele doelstellingen is onder het kopje doelbereiking niet concreet aangegeven of de doelstelling
is bereikt. Dit is vooral ingegeven door het feit dat veel doelstellingen in latere jaren bereikt zullen
worden of doordat gegevens over 2006 nog niet bekend waren. Volgend jaar wordt er naar gestreefd
om waar mogelijk concreter in te gaan op de doelbereiking.
Vraag 6. De implementatie van een nieuw financieel systeem is niet probleemloos verlopen.
Zijn er in het verbeterprogramma ook lessen getrokken voor toekomstige grootschalige
organisatorische en/of ICT veranderingen binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat?
De implementatie van het nieuwe financieel systeem bij V&W is, in de tweede helft van 2006, door
een extern bureau onderzocht. Ondanks problemen die zich ook hebben voorgedaan, luidde de
eindconclusie uit het onderzoeksrapport dat de implementatie, mede gelet op de omvang en
complexiteit, goed was verlopen.
De voornaamste les die voor de toekomst uit deze implementatie getrokken is, betreft de aanpak van
de organisatorische veranderingen die met de invoering van een dergelijk systeem samenvallen. Deze
organisatorische veranderingen werden bij deze implementatie, in tegenstelling tot de andere zaken,
decentraal geregisseerd. In de toekomst zal ook op dit punt voor een centrale departementale regie
worden gekozen.
Vraag 7. De minister vindt blijkens het rapport dat op het terrein van het contractbeheer en de
verplichtingen in 2007 verdere verbeteringen nodig zijn. Welke vervolgmaatregelen zullen op
dit terrein worden genomen? Zou u daar specifiek kunnen ingaan op maatregelen voor de
kleinere verplichtingen (blz. 14) en het toezicht op de urencontracten (blz. 13)?
De verbeteracties die in de loop van 2006 in gang zijn gezet, worden voortgezet. De verbetering van
de kwaliteit en beheersing van processen krijgt vorm door: het beter benutten van de informatie uit het
financieel systeem (SAP) opgeleverde overzichten, de uitrol en implementatie van de module
`Inkoopondersteuning' in SAP en het toezicht op de naleving van de processen.
Daarnaast worden momenteel voorstellen voor de vereenvoudiging van het financieel beheer
ontwikkeld. Hierbij gaat het om vereenvoudiging, uniformering en standaardisering van de
ondersteunende processen, welke tegemoet komen aan het oplossen van de gesignaleerde
knelpunten. De kleinere verplichtingen maken onderdeel uit van deze vereenvoudigingsvoorstellen.
De maatregelen met betrekking tot de beheersing van de urencontracten zijn gericht op de verbetering
van het gebruik van SAP, de rolverdeling tussen de dienstonderdelen en de Shared Services
Organisatie en het aanspreken van betrokkenen bij het niet naleven van de procedures.
---
Vraag 8. Hoe beoordeelt u de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer om te komen tot een
VenW-breed verbeterprogramma voor het beheer van urencontracten?
De door de Algemene Rekenkamer geconstateerde gebreken in het beheer van de urencontracten
zijn grotendeels te verklaren uit aanloopproblemen met het gebruik van SAP en de ingevoerde
veranderingen in de taakverdeling tussen de dienstonderdelen en de Shared Services Organisatie.
Hierop zijn gerichte acties ondernomen. Ook de wijze waarop de keuze van de contractvorm tot stand
komt zal daarbij worden betrokken. Ik verwacht dat met de hieruit voortvloeiende maatregelen het
beheer van de urencontracten verbetert, zodat op dit moment voor mij geen aanleiding is voor het
opstellen van een VenW-breed verbeterprogramma.
Vraag 9. Volgens de Algemene Rekenkamer zouden de directoraten-generaal van Verkeer en
Waterstaat beter op de hoogte moeten zijn van de normen op basis van de eisen uit de nieuwe
RPE. Wat is uw reactie op deze aanbeveling?
De Regeling inzake het Periodieke Evaluatieonderzoek en beleidsinformatie van de Rijksoverheid
(RPE) is in 2006 door het ministerie van Financiën herzien. De gevolgen van deze herziening waren in
eerste instantie niet op alle gebieden even duidelijk. Inmiddels heeft over de implementatie van de
herzien RPE overleg plaatsgevonden met het ministerie van Financiën en is een inhaalslag gemaakt
met de implementatie van deze regeling. Als gevolg van deze inhaalslag zal VenW in de komende
begroting een dekkende programmering van beleidsdoorlichtingen presenteren, zoals de RPE
voorschrijft.
Vraag 10. De Algemene Rekenkamer merkt op dat er bij een groot aantal prestatiebestekken
tekortkomingen zijn geconstateerd. Zo heeft RWS op onderdelen niet volgens het beheersplan
getoetst, was het uitgevoerde toezicht onvoldoende traceerbaar of werd de weghuur
onvoldoende gedocumenteerd. Waardoor zijn deze tekortkomingen ontstaan en zijn er
adequate maatregelen genomen om het aantal tekortkomingen bij prestatiebestekken dit jaar
terug te dringen?
De door de Algemene Rekenkamer geconstateerde tekortkomingen zijn in belangrijke mate in lijn met
de controlebevindingen van mijn Departementale Auditdienst. Deze bevindingen zijn zeer verschillend
van aard en omvang. De beheersing van deze relatief nieuwe contractvormen, zoals innovatieve
contracten en prestatiebestekken, zijn voor Rijkswaterstaat (RWS) een belangrijk aandachtspunt.
Door RWS zijn veel structurele maatregelen getroffen, welke nog niet over de volle breedte bij alle
lopende contracten waarneembaar zijn. Er zijn verschillende verbetermaatregelen ingezet: op het
gebied van kennis van en deskundigheid over deze contractvormen door opleidingen en trainingen, op
het gebied van uitwerken van en communiceren over de werkwijze van systeemgerichte
contractbeheersing en op het gebied van beheersing van deze contractvormen, met extra aandacht
voor het aanspreken van het management en projectleiding bij het niet naleven van de interne
beheersregels en het aanvullend doen uitvoeren van gerichte audits.
Vraag 11. Gaat het ministerie van Verkeer & Waterstaat maatregelen nemen om de
tekortkomingen die de ARK heeft geconstateerd bij een groot aantal contractdossiers (het
ontbreken van urenverantwoording onder direct oogtoezicht, het ontbreken van
compenserende beheersmaatregelen, zonder direct oogtoezicht) op korte termijn te
verminderen? Zo ja, welke?
De door de Algemene Rekenkamer geconstateerde gebreken in het beheer van de urencontracten
zijn grotendeels te verklaren uit aanloopproblemen met het gebruik van SAP en de ingevoerde
veranderingen in de taakverdeling tussen de dienstonderdelen en de Shared Services Organisatie.
Hierop zijn gerichte acties ondernomen. Ook de wijze waarop de keuze van de contractvorm tot stand
komt zal daarbij worden betrokken. Ik verwacht dat met de hieruit voortvloeiende maatregelen het
beheer van de urencontracten verbetert, zodat op dit moment voor mij geen aanleiding is voor het
opstellen van een VenW-breed verbeterprogramma.
---
Vraag 12. De Algemene Rekenkamer plaats vraagtekens bij het gebruik van juridische
arrangementen waarbij belasting- en aanbestedingsregels worden ontweken met als doel om
een medeoverheid een voordeel te gunnen. Een andere partij (medeoverheid of private partij)
wordt hierdoor echter benadeeld. Wat vindt de minister van dergelijke constructies? Kunnen
deze in de toekomst niet beter worden uitgesloten?
Het gebruik van bedoelde juridische arrangementen passen binnen de geldende wet- en regelgeving.
Deze juridisch arrangementen blijven evenwel uitzonderingen. In deze gevallen is veelal sprake van
verschillende maatschappelijke vraagstukken - waarbij verschillende overheden zijn betrokken - die in
elkaar grijpen. Centraal daarbij staat om in goede samenwerking tot een gemeenschappelijke
oplossing van de gesignaleerde problematiek te komen binnen de geldende wet- en regelgeving. Ik
acht het niet wenselijk om bij voorbaat dergelijke juridische arrangementen geheel uit te sluiten, maar
overweeg deze arrangementen slechts bij hoge uitzondering te gebruiken. Overigens zijn
voorwaarden voor de bestuurlijke overeenkomsten aangescherpt.
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat