Investeren in infrastructuur brengt Oeganda in beweging
25 juni 2007
Als de Oegandese overheid investeert in de fysieke infrastructuur,
betaalt zich dat terug. Deze verhoging van de output en productiviteit
in verschillende sectoren lijkt ook substantieel genoeg om symptomen
van de zogenaamde 'Dutch disease' tegen te gaan: het verschijnsel dat
de muntwaarde stijgt en de economische positie van een land
verslechtert door investeringen met ontwikkelingsgeld. Op 29 juni
promoveert de Oegandese onderzoeker Aldret Albert Musisi met dit
onderzoek aan het Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag.
Musisi stelt dat de Oegandese overheid rond de 24 procent van het
Bruto Nationaal Product, de drempelwaarde, moet besteden aan
infrastructuur. Dan heeft de investering zowel op de middellange als
op de lange termijn een sterk positief effect op de verschillende
sectoren. Uit het onderzoek blijkt dat slechts eenvijfde van de
onderzochte Oegandese districten deze drempelwaarde haalt. Overigens
lijken investeringen in elektriciteit het meest op te leveren en
profiteert vooral de dienstensector duidelijk van investeringen in
infrastructuur. Maar ook andere typen investeringen en de commerciële
sector laten positieve resultaten zien. Musisi pleit er dan ook voor
om investeringen in infrastructuur vanuit de overheid tot
topprioriteit te maken omdat het alle sectoren raakt en een goed
middel is om 'capaciteit' in het land te verhogen.
Versterking van sociaal-economisch onderzoek
Musisi's onderzoek heeft bijgedragen aan de versterking van het
onderzoek bij de Ministeries van Financiën, Ruimtelijke Ordening en
Economische Ontwikkeling van Oeganda. De onderzoeksafdeling van het
Ministerie van Financiën is verder ontwikkeld en dankzij de
samenwerking met het ISS is een ontwikkelingsproject opgestart van
onder andere het Economic Policy Research Centre, de belangrijkste
denktank van de Oegandese regering. Tijdens dat project bleek dat de
Oegandese overheid belangrijke informatie mist, waarvoor samen met het
ISS de Social Accounting Matrix (SAM) is opgezet. Deze matrix zal naar
verwachting resulteren in een computermodel dat gebruikt kan worden
voor sociaal-economisch onderzoek in Oeganda.
Tegen heersende opvattingen in
De resultaten van Musisi's onderzoek druisen in tegen de heersende
tendens om financiering door de overheid in ontwikkelingslanden terug
te dringen. Zo moedigt de Wereldbank private investeerders aan om de
markt in ontwikkelingslanden aan te boren, omdat dat effectiever zou
zijn dan ontwikkelingshulp. Maar als de Oegandese overheid rond de 24
procent van het Bruto Nationaal Product zou besteden aan de
infrastructuur in het land, heeft dat een sterk positief effect op de
dienstverlenende en de commerciële sector. Investeren in
infrastructuur kan volgens Musisi dus wel degelijk aanzienlijk
bijdragen aan het bestrijden van armoede en het verbeteren van de
(lokale) economie.
Aldret Albert Musisi's onderzoek werd gesteund door NWO-WOTRO, Science
for Global Development.
..............................
Noot voor de redactie,
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek