Datum: 25 juni 2007
Inlichtingen verkrijgbaar bij: Dinand Webbink (tel: 070-3383411), of
Jacqueline Timmerhuis (tel: 070-3383477
De beste Nederlandse leerlingen en studenten niet bij wereldtop
De beste Nederlandse leerlingen en studenten scoren op internationale
vaardigheidstoetsen lager dan hun tegenhangers in een aantal andere
landen. De zwakkeren in Nederland doen het internationaal vergeleken
daarentegen heel goed, waardoor Nederland gemiddeld genomen toch hoog
scoort. Voor de economische groei van hoogproductieve landen, zoals
Nederland, lijken excellente vaardigheidsniveaus echter belangrijk te
zijn. Onderzoek naar de mogelijkheden om beleid te voeren ter
bevordering van excellentie in Nederland lijkt daarom gewenst.
Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag
verschenen rapport 'Excellence for productivity?'. De studie
onderzoekt wat het meest van belang is voor productiviteit: een brede
basis van goed opgeleide werknemers of juist toppers. Het onderzoek
vergelijkt de scores van Nederlandse leerlingen en studenten met die
van andere landen op drie verschillende internationaal vergelijkbare
toetsen, in onder meer wiskunde en taal. Hierbij wordt bekeken hoe de
betere en zwakkere Nederlanders scoren ten opzichte van de betere en
zwakkere leerlingen en studenten in andere landen.
Belang van excellentie voor productiviteit
De vraag is waar wij het meest baat bij hebben: een brede basis van
vaardigheden of juist toppers. Een brede basis van goed opgeleide
werknemers maakt het mogelijk om nieuwe technologieën snel over te
nemen. Toppers kunnen daarentegen belangrijk zijn voor innovatie door
het bedenken van nieuwe technieken en toepassingen. Recente
economische studies laten zien dat hoge vaardigheidsniveaus belangrijk
zijn voor productiviteit. Dit geldt in sterkere mate voor
hoogproductieve landen zoals Nederland. Naarmate een land productiever
is, valt er minder te imiteren van andere landen en moet het land zelf
meer innoveren.
Hoe goed zijn Nederlandse leerlingen en studenten?
Nederland daalt op de internationale ranglijst naarmate het
vaardigheidsniveau hoger is. Nederland scoort gemiddeld genomen wel
hoog. Dit is vooral te danken aan de zwakkere leerlingen. Zo behoort
de zwakste vijf procent tot de top 5 van de 30 OESO-landen. Maar de
betere leerlingen en studenten scoren niet bijzonder hoog vergeleken
met hun tegenhangers in andere landen. De beste één procent van
Nederland staat op plaats 13 in de rangorde van de OESO. De top wordt
hier gevormd door Zuid-Korea, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland,
Zwitserland en Finland. Dit beeld van de Nederlandse prestaties is
vergelijkbaar voor verschillende internationale toetsen en
leeftijdsgroepen. Ook is op basis van deze internationale toetsen geen
afname van de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs zichtbaar. Een
aparte analyse van het hoger onderwijs laat zien dat ook hier de
rangorde van Nederland daalt bij hogere vaardigheidsniveaus. Daarnaast
blijkt dat het aandeel hoger opgeleiden in Nederland lager is dan dat
in een aantal andere rijke landen, vooral de Scandinavische.
Nader onderzoek gewenst
De analyses wijzen erop dat er ruimte is voor verbetering van
vaardigheden van de beste Nederlandse leerlingen en studenten. Een
dergelijke verbetering lijkt belangrijk voor de groei van de
productiviteit in Nederland, gezien het eerder besproken recente
economisch onderzoek. Het is nog niet direct duidelijk of en hoe deze
verbetering te realiseren is. Hiervoor is verder onderzoek nodig.
De Bijzondere CPB Publicatie 'Excellence for productivity?', ISBN
978-90-5833-320-9, is te bestellen bij:
Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefax: 070-3383350
E-mail: bibliotheek@cpb.nl
Prijs: 15,- euro
De publicatie is tevens (gratis) beschikbaar als PDF-bestand.
Centraal Planbureau