Sensoren `on speaking terms'
Draadloze sensoren houden samen waterkwaliteit in de gaten
Draadloze sensornetwerken veroveren de wereld van de logistiek, de
klimaatbeheersing en de milieumonitoring. Zo kunnen ze onder meer het
kwetsbare watermilieu in het Great Barrier Reef in de gaten houden.
Maar hoe communiceren al die sensoren met elkaar, zonder teveel
energie te verbruiken? Onderzoeker Lodewijk van Hoesel van het Centrum
voor Telematica en Informatietechnologie (CTIT) van de Universiteit
Twente heeft methoden ontwikkeld waarin sensoren met hun buren
`praten' terwijl ze niet worden aangestuurd door een centrale
regisseur.
Draadloze sensornetwerken zijn `hot'. Waar de plaatsing van sensoren
in het verleden een probleem was door de benodigde bedrading, kunnen
autonoom opererende draadloze sensoren overal geplaatst worden. Om de
waterkwaliteit te monitoren in het Great Barrier Reef, gebouwen
optimaal te verlichten en te verwarmen, om productkwaliteit in de
gaten te houden. De sensoren wisselen informatie uit en zijn ook
doorgeefluik voor informatie van andere sensoren. Het is de kunst om
dat op een zo efficiënt mogelijke manier te doen.
Het gaat er daarbij niet alleen maar om, alle gemeten informatie te
verzamelen en ergens centraal te verwerken: het netwerk interpreteert
zélf al, en weet ook wanneer een sensor op een bepaalde plaats
informatie moet delen met zijn buren. Het zenden van informatie moet
tot een aanvaardbaar minimum worden beperkt, want dat vergt verreweg
het meest van de batterij. Dat waren voor Van Hoesel de
randvoorwaarden: niet te veel informatie uitzenden, maar wel genoeg om
het netwerk intelligent te maken en sensoren te laten samenwerken.
Hij doet dit via een Medium Access Control (MAC) protocol, en gaat
daarbij uit van zelforganisatie. De draadloze sensoren kijken autonoom
naar het gebruik van het netwerk in hun omgeving en besluiten dan zelf
of ze gaan uitzenden of niet. Ze kijken daarbij naar hun directe
buren, maar ook naar iets verder gelegen buren. Dit heeft, volgens Van
Hoesel, grote voordelen voor het energieverbruik en voorkomt
conflicten.
Deze aanpak is nog te verbeteren door ook passieve sensoren te
introduceren, die wel informatie geven maar niet actief meedoen aan de
`multihop' communicatie. Passieve sensoren verbruiken minder energie
en verlengen de levensduur van het netwerk als geheel. Ook heeft Van
Hoesel gekeken naar de kwetsbaarheid van het netwerk voor aanvallen
van buiten, en presenteert hij daarvoor maatregelen.
Lodewijk van Hoesel, die op 21 juni promoveerde, is samen met Paul
Havinga en Stefan Dulman oprichter van Ambient Systems dat
gespecialiseerd is in draadloze sensornetwerken. De onderneming won
kort opeen de ICTRegie Award van de organisatie ICTRegie en de Van den
Kroonenbergprijs voor Jong Ondernemerschap van de Universiteit Twente,
en werkt onder meer samen met het Australian Institute of Marine
Science in het Great Barrier Reef. Zie voor meer informatie
www.ambient-systems.net.
Contactpersoon voor de pers: Wiebe van der Veen, tel (053) 4894244
Top
Laatst gewijzigd op 25-06-2007 14:21:17 door Webmaster
Universiteit Twente