Gemeente Tilburg
25-6-2007
Centrum voor Jeugd en Gezin start op twee plekken in stad
Tilburg stuurt brandbrief naar minister Rouvoet
Vanaf 1 september komt er een Centrum voor Jeugd en Gezin bij de
Bisschop Janssensschool in Oud Noord en in een Brede School in de
Reeshof. Op 1 januari 2008 zal er daadwerkelijk een fysiek inlooppunt
open gaan op beide plekken. In de centra zijn onderwijszorg, jeugdzorg
en jeugdgezondheidszorg samengebracht, kinderen en ouders kunnen er
terecht voor informatie en advies. Ook wordt er een methode ontwikkeld
voor de afstemming tussen hulpverlening, zorgcoördinatie en
indicatiestelling. In totaal is voor de centra ruim acht ton
geserveerd. Er eerder bij willen zijn, het kind centraal, onderwijs
als anker en samenwerking onder gemeentelijke regie zijn de
uitgangspunten die het college voor de ontwikkeling van de centra
heeft vastgesteld.
Wethouder Hugo Backx (Jeugdbeleid): "Tilburg maakt hiermee
daadwerkelijk een start met het Centrum voor Jeugd en Gezin. Meer en
betere samenwerking kan en moet leiden tot betere zorg voor kinderen
en hun ouders. In de centra krijgt deze verdergaande samenwerking
vorm. Het wordt hét uithangbord voor gezinnen met vragen of problemen.
Het onderwijs krijgt een centrale rol in de centra, vandaar dat we op
twee plekken bij een school van start gaan."
Pilots
Onder regie van de gemeente worden de uitgangspunten in deelprojecten
verder uitgewerkt, in nauwe samenwerking met de betrokken partners. Er
komt een pilot die gericht is op versterking van de samenwerking
tussen de zorgadviesteams, de zorginstellingen en het Veiligheidshuis
in het voortgezet onderwijs, met name het vmbo.
In de urgentiegebieden Kruidenbuurt, Groenewoud en Stokhasselt komt
een proef om de hulpverlening per cliënt te verbeteren: sneller,
daadkrachtiger en meer gecoördineerd.
En er komen dus twee fysieke centra in Oud Noord en de Reeshof.
Naar verwachting zullen de eerste resultaten van de pilots begin 2008
bekend zijn. In de tussentijd gaan lopende initiatieven, zoals de
versterking van opvoedingsondersteuning en het Elektronisch
Kinddossier, uiteraard gewoon door. Ook komt er binnenkort al een
website en een centraal telefoonnummer, waar ouders en kinderen voor
informatie en vragen terecht kunnen.
Brandbrief
Samen met de zes andere grootste gemeenten in Nederland participeert
Tilburg in het convenant Opvoeden in de buurt met het Ministerie van
VWS. In dit convenant staat de nadrukkelijke opdracht om te komen tot
een visie op het Centrum voor Jeugd en Gezin. Begin juni werd via de
media duidelijk dat Tilburg nog niet in aanmerking komt voor de extra
middelen van het Rijk voor de ontwikkeling van de centra. Het Rijk wil
dit geld eerst inzetten voor de vier grote steden en de gemeenten die
op de lijst staan van
40 probleemwijken.
"Dat betekent dat we pas in een later stadium een forse impuls kunnen
geven aan de ontwikkeling van de centra in onze stad", aldus Backx.
"Maar ook de extra inzet voor hulp aan gezinnen, die nu mogelijk is
door extra rijksmiddelen uit het convenant, zouden we dan moeten
terugdraaien. Dat terwijl we één van de koplopers in het land zijn op
het gebied van jeugdbeleid; er lopen al diverse initiatieven en bij de
betrokken partners leven hoge verwachtingen. In een brandbrief aan
minister Rouvoet van Jeugd en Gezin hebben we er daarom op
aangedrongen het extra geld voor Tilburg volgend jaar al beschikbaar
te stellen. Tilburg staat immers in de startblokken."
Visie Tilburg
Advies vragen over opgroeien en opvoeden moet veel gewoner worden voor
ouders. Ze moeten makkelijk de juiste plek kunnen vinden. Het Centrum
voor Jeugd en Gezin in Tilburg biedt een centrale plek hiervoor. Het
centrum is vooral ook een samenwerkingsverband van
jeugdgezondheidszorg en andere instellingen. Ieder kind heeft recht op
bescherming, bijzondere zorg en op optimale voorwaarden voor
ontwikkeling. Ouders moeten altijd een beroep kunnen doen op hulp en
ondersteuning bij de opvoeding. Ook gaan de centra ervoor zorgen dat
problemen vroegtijdig worden gesignaleerd en aangepakt. De centra
komen in Tilburg vooral op plaatsen waar ouders en kinderen te vinden
zijn, zoals op (Brede) scholen, consultatiebureaus, peuterspeelzalen
en kinderdagverblijven.