Senternovem
22-06-2007 | Dertig procent energiebesparing in bestaande gebouwen
Gezamenlijk voorstel voor energiebesparing van marktpartijen aan minister
Cramer aangeboden
Een gezamenlijke aanpak van overheid, energieleveranciers,
woningcorporaties, bouw- en installatiebedrijven kan leiden tot een
structurele jaarlijkse energiebesparing van 30 procent in 300.000
woningen en utiliteitsgebouwen (kantoren e.d.). Daarmee is een
besparing mogelijk van 100 petajoule (PJ) in 2020, wat gelijk staat
aan een jaar lang warm stoken van alle woningen in de negen grootste
steden van Nederland.
Dat staat in het Nationaal energiebesparingsplan 'Meer met minder' van
de samenwerkende organisaties EnergieNed (federatie van
energiebedrijven in Nederland), Aedes (vereniging van
woningcorporaties) en het Platform EnergieTransitie Gebouwde Omgeving
(PeGO), met daarin onder andere Bouwend Nederland en UNETO-VNI. Met
het plan willen de samenwerkende marktpartijen in de energiesector en
gebouwde omgeving een bijdrage leveren aan de doelstellingen van het
kabinet op het gebied van energiebesparing, terugdringing van
CO2-uitstoot en duurzame energie. Daarvoor is wel essentieel dat de
overheid flankerend beleid vaststelt om energiebesparing te stimuleren
en belemmerende regelgeving weg te nemen.
Focus op bestaande woningen en gebouwen
'Meer met Minder' richt zich in de komende twaalf jaar op bestaande
bouw, omdat daar de grootste energiebesparing valt te realiseren.
Circa 75 procent van de bestaande bebouwing in Nederland komt in
aanmerking voor een flink aantal maatregelen op het gebied van
zuiniger en duurzamer energieverbruik, zoals betere isolatie,
efficiënte installaties en inzet van duurzame energie. 'Meer met
Minder' is erop gericht om het voor woning- en gebouweigenaren
aantrekkelijk en gemakkelijk te maken om energiebesparende maatregelen
door te voeren. Dat kan door eventuele barrières weg te nemen en
prikkels te introduceren voor het doen van de noodzakelijke
investeringen. Binnen die context kan een gezamenlijke, nationale
inspanning van energieleveranciers, marktpartijen in de gebouwde
omgeving, woningcorporaties en andere betrokken partijen de overheid
helpen de energiebesparingsdoelstelling te realiseren. Het plan
voorziet ook in de ontwikkeling van een aanpak voor energiebesparing
in de utiliteitsbouw.
Concrete maatregelen
'Meer met Minder' bevat een groot aantal concrete voorstellen, zoals
de introductie van pakketten waarmee eigenaren en gebruikers de
energieprestatie van hun woning of gebouw structureel kunnen
verbeteren. Deze aanpak stimuleert hen om meerdere energiebesparende
maatregelen tegelijkertijd te nemen en zo een substantiële sprong te
maken in de energieprestatie van hun woning of gebouw. Dit komt tot
uitdrukking in het energielabel voor gebouwen, dat in Nederland wordt
ingevoerd als uitvloeisel van Europese regelgeving. Hiervoor dienen
aantrekkelijke financieringsmogelijkheden te worden ontwikkeld, zoals
een eenvoudige aanpassing van de hypotheek of een groenkrediet
(eventueel in combinatie met een rentesubsidie). Het voorgestelde
systeem bevat ook prikkels voor de toepassing van innovatieve,
duurzame energiebesparende maatregelen, zoals zonneboilers of
warmtepompen.
Energiebesparing wordt gemakkelijk en aantrekkelijk
'Meer met minder' speelt in op de plaatsing van 13 miljoen 'slimme'
elektriciteits- en gasmeters in alle woningen en gebouwen. Hiermee
kunnen marktpartijen consumenten inzicht geven in hun eigen verbruik
en op basis hiervan toegesneden energieadviezen verstrekken voor
zuiniger energieverbruik. Daarnaast zullen er tot 2020 op grote schaal
energieboxen worden verspreid met daarin energiebesparende producten
als de standby-killer, energiemeter, tochtstrips en spaar/LED-lampen.
Bijdrage woningcorporaties
`Meer met Minder' sluit aan bij het initiatief van de
woningcorporaties `Antwoord aan de samenleving'. Daarin is ondermeer
opgenomen om tot een besparing van 20% te komen in het gasverbruik van
woningen in het totale Nederlandse corporatiebestand. De
woningcorporaties zullen een eigen plan van aanpak presenteren.
Bijdrage bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties
Veel onderdelen in 'Meer met Minder' komen voort uit het Platform
Energietransitie Gebouwde Omgeving (PeGO) waarin ondermeer zijn
vertegenwoordigd: Bouwend Nederland, UNETO-VNI, DE-koepel, Vereniging
Eigen Huis, de Stichting Spaar het Klimaat, Stichting Natuur & Milieu,
CE, TNO Bouw en Ondergrond. Bedrijfsleven, overheden en organisaties
werken binnen PeGO samen om op verschillende terreinen te komen tot
energiebesparing, innovaties en het bij elkaar brengen van ideeën,
nationaal en internationaal. Jan Terlouw is de voorzitter van het
PeGO.
Start in 2008
Het gezamenlijke voorstel van de samenwerkende organisaties en de
overheid zal de komende maanden worden uitgewerkt. Dit moet leiden tot
een implementatieplan met daarin ook concrete afspraken op het gebied
van flankerend overheidsbeleid. De start van de volledige uitvoering
van 'Meer met Minder' staat gepland in 2008. Enkele pilot-projecten
zullen al in de 2e helft van 2007 worden opgestart.
Contact
* EnergieNed, Sjoerd Marbus: 026 - 356 94 16
* Aedes, Linda Ezerman: 06 53 40 99 67
* PeGO, Pyter Hiemstra: 030 - 214 78 30
* Hubert Heutink (Bouwend Nederland): 079 325 22 03
* Kirsten Bruijel (UNETO VNI): 06 103 497 70
Meer informatie
EnergieTransitie Platform Gebouwde Omgeving
Rapport 'Nationaal Energiebesparingsplan Meer met Minder' 25-06-07
Samenvatting 'Nationaal Energiebesparingsplan Meer met Minder'
25-06-07