Scandinaviërs hebben opvangproblemen al opgelost
maandag 25 juni 2007
Door een slimme inrichting van het gebouw is de school te gebruiken voor
onderwijs én opvang. Hoe de Zweden en Denen dat doen beschrijven Josette
Hoex en Liesbeth Schreuder (NJi) in Trouw.
H.C. Andersen Skolen Odense.
"Klaslokalen, het gangensysteem, de hal en de sportzaal zijn voor
meerdere doelen inzetbaar. Afhankelijk van de gebruikers en het
tijdstip wordt een ruimte gebruikt voor instructie, experiment, voor
creatieve werkvormen of als werkplaats", aldus Hoex en Schreuder. "In
Odense (Denemarken) staat de H.C Andersen Skolen, voor kinderen en
jongeren van 6 tot 16 jaar. Een deel van de onderwijsruimten wordt ook
door het vrijetijdscentrum gebruikt, bijvoorbeeld de muziekstudios, de
aula, de kantine en de bibliotheek. Ook worden er cursussen voor
ouders gegeven. Het vrijetijdscentrum opent om half zeven s morgens.
De schooltijden zijn van 8.00 tot 13.00 uur. Daarna gaat 70% van de
kinderen naar het vrijetijdscentrum, dat open is tot 19.00 uur. Het
personeel van het vrijetijdscentrum wordt wel in de school ingezet,
het omgekeerde komt niet voor."
BredeScholen
"Deze opzet, waarbij onderwijs en vrijetijdsvoorziening samenleven
onder één dak, sluit aan op de behoefte in Nederland. Op diverse
BredeScholen krijgt dat ook al vorm. Klagen over ruimtegebrek terwijl
de meeste klaslokalen in Nederland na 15.00 uur leegstaan lijkt dan
ook niet zo op zn plaats. Wij onderkennen dat de bestaande
schoolruimte niet zonder meer geschikt is als vrijetijdsvoorziening.
In het recente AOb-onderzoek naar de mening van leerkrachten over
verplichte opvang gaf maar liefst 43% aan dat hun gebouw ongeschikt is
voor opvang voor en na schooltijd. Volgens 33% was de schoolruimte na
de lessen ook niet beschikbaar als opvangruimte: omdat het gebouw na
schooltijd nog gebruikt wordt door het onderwijspersoneel. Een
oplossing van het ruimtegebrek zonder daarbij (pedagogische) kwaliteit
in te leveren, vraagt dus wel iets méér dan de 7000 euro waarvan
iedere school nu de ombouw moet bekostigen. Een eenmalige
stimuleringsregeling vanuit het Rijk zou een belangrijk verschil
maken. Scholen en buitenschoolse opvang kunnen daarmee hun gebouwen en
buitenspeelruimte multifunctioneel (her)inrichten. Daarbij zou ook de
al lang gehoorde wens van schoolkantines kunnen worden meegenomen. Met
behulp van creatieve architecten moet dit mogelijk zijn. Het belang
van ouders en kinderen vraagt dus niet zozeer om méér ruimte, maar
vooral om betere ruimte."
Klik hier om het complete artikel van Josette Hoex en Liesbeth
Schreuder (Afdeling Educatie & Opvang/kinderopvang van het Nederlands
Jeugdinstituut NJi) te lezen. Het is op 25 juni 2007 gepubliceerd in
Trouw (De Verdieping).