Technische Universiteit Delft

'Bruin water' uit de kraan met 90 procent terug te dringen

De oorzaak van het 'bruine water' dat af en toe uit de kraan komt, ligt niet in het roesten van gietijzeren waterleidingen maar in het bezinken van deeltjes die al bij de zuivering in het drinkwater komen. Dat heeft onderzoeker ir. Jan Vreeburg van de TU Delft en Kiwa Water Research ontdekt. Bruin water uit de kraan is volgens hem met 90 procent terug te dringen, bijvoorbeeld door de aanleg van zogenaamde zelfreinigende netten. Brandweerkorpsen zijn hier echter vaak op tegen, volgens Vreeburg ten onrechte, omdat er bij deze netten minder bluswater beschikbaar zou zijn. Vreeburg promoveert op maandag 25 juni aan de TU Delft op dit onderwerp.

Onderzoeker Jan Vreeburg van de TU Delft en Kiwa Water Research heeft zich tijdens zijn promotieonderzoek gericht op zogenoemd 'bruin water'. Bruin water is de belangrijkste en hardnekkigste waterkwaliteitsklacht die drinkwaterbedrijven krijgen. Hij schat voorzichtig dat het in Nederland 30.000 tot 60.000 keer per jaar voorkomt, maar dat dit maar 3000 tot 6000 keer tot een geregistreerde klacht leidt. Vooral als het bruine water uit de kraan komt wanneer de wasmachine draait, zijn de gevolgen voor de (was van de) drinkwaterconsument erg vervelend.

Bezinken
Vreeburgs resultaten wijzen op een andere oorzaak van bruin water dan altijd werd aangenomen. De belangrijkste oorzaak blijkt niet te zitten in roestende gietijzeren leidingen maar in deeltjes die met het drinkwater aan het leidingnet worden gegeven. Deze deeltjes bezinken en vormen een laagje sediment dat af en toe los spoelt en de bruine waterkleur veroorzaakt. De deeltjes blijken overigens wel voor een groot deel ijzerdeeltjes te zijn (verder zit er veel organisch materiaal tussen), maar deze zijn niet van gietijzeren leidingen afkomstig; ze komen uit het grondwater en uit het zuiveringsproces.

Oplossingen
Vreeburg draagt drie oplossingen aan die volgens hem gezamenlijk het bruinwater-probleem met 90 procent zouden terugdringen. De eerste is het verlagen van het aantal deeltjes door betere zuivering of door het inbouwen van een extra waterzuiveringsstap. Ten tweede noemt Vreeburg het periodiek spuien van het net. Het regelmatig schoonmaken van de netten met de aloude techniek van het waterspuien blijkt zeer effectief te zijn, mits aan een set van nieuwe en strenge randvoorwaarden in de planning en uitvoering wordt voldaan. Volgens Vreeburg gebeurde het spuien vroeger (voor de introductie van de nieuwe regels) vaak slordig en ondoordacht. De derde belangrijke oplossing voor bruin water is de aanleg van een nieuw soort netten. In het leidingnet zelf is de stroomsnelheid bepalend voor de ophoping van deeltjes. Bij een hogere stroomsnelheid bezinken er minder deeltjes. Dit is het geval bij de nieuwe, zogenoemde zelfreinigende netten. Vreeburg: 'In plaats van alles aan elkaar vast te knopen en vooral groot te maken, worden nu steeds vaker vertakte netten met kleinere diameters aangelegd met een spectaculair positief effect op de waterkwaliteit. Bovendien zijn deze netten 20 procent goedkoper dan conventionele netten, doordat er minder materiaal nodig is.'

Brandweer
Probleem bij dit laatste punt is dat veel gemeentelijke brandweerkorpsen tegen de nieuwe netten zijn. Door de kleinere leidingdiameters bedraagt de hoeveelheid bluswater die de brandweer maximaal uit een brandkraan kan halen namelijk niet meer, zoals altijd gebruikelijk was, 60 kub per uur, maar 30 kub per uur. Volgens Vreeburg is 30 kub per uur in de praktijk nog steeds meer dan voldoende en loopt de veiligheid op geen enkele manier gevaar door de nieuwe netten. Sinds het begin van deze eeuw is ondanks de (vermeende) belangenstrijd tussen brandweerkorpsen en waterleidingbedrijven ongeveer 4500 km (4% van het leidingnet) leiding gelegd in de zelfreinigende variant.

Sprinklers
Vreeburg tekent bij deze brandveiligheidsdiscussie overigens aan dat er een oplossing bestaat die er voor zorgt dat brandkranen vrijwel volledig overbodig worden, namelijk als men in ieder nieuw huis sprinklers zou installeren. Een experiment in Scottsdale (Arizona, USA) heeft aangetoond dat bij een dergelijke aanpak ook het aantal brandslachtoffers omlaag zal gaan. De standaard installatie van sprinklers in ieder nieuw huis zal volgens Vreeburg tussen de 800 en de 1500 euro kosten.

Meer informatie
Jan Vreeburg, 06-53388354, j.h.g.vreeburg@tudelft.nl
Roy Meijer, Wetenschapsvoorlichting TU Delft, 015-2781751, r.e.t.meijer@tudelft.nl