Cariësbehandeling zonder boren uitkomst voor bange kinderen


SNEEK, 20070622 -- Het vullen van gaatjes in tanden of kiezen lijkt voortaan mogelijk zonder dat vooraf wordt geboord. Slechts het zacht geworden aangetaste dentine (tandbeen) wordt verwijderd met een klein scherp lepeltje. Daarna worden de in de holte aanwezige bacteriën gedood met ozon. Na een aantal behandelingen is het dentine weer hard genoeg en kan een normale vulling worden aangebracht. Voorheen moest het dentine dat niet met de hand kon worden verwijderd, worden weggeboord voordat een vulling werd aangebracht. Vooral voor kinderen met angst voor de tandarts zou deze nieuwe methode een uitkomst zijn.

In Zwitserland is bij een groep kinderen van 3 tot 11 jaar, die door hun eigen tandarts waren verwezen voor behandeling onder narcose omdat ze te angstig waren, onderzocht of behandeling met ozon wél mogelijk was zonder narcose en of het cariësproces kon worden gestopt. Bij 28 kinderen, merendeels meisjes, werden steeds een of twee grotere cariësdefecten behandeld met ozon en een of twee kleinere als controle beschouwd. Na handmatige verwijdering van het zachte dentine werden in totaal 41 grotere gaatjes gedurende 8 maanden 5 keer behandeld met ozon en 41 kleinere gaatjes niet. De ozonbehandeling bestond uit het gedurende 20 seconden blootstellen van de carieuze caviteit aan ozongas door middel van een kapje over het gebitselement.

Cariës of tandbederf is aantasting van het glazuur van het gebit door zuren en micro-organismen, waarna in het zachtere dentine holtevorming optreedt. Ozon doodt de micro-organismen in de carieuze caviteit en zet organische zuren om, waardoor het gedemineraliseerde dentine weer mineralen kan opnemen en zijn oorspronkelijke hardheid terugkrijgt. Uit dit onderzoek bleek inderdaad dat het dentine in de behandelde caviteiten na de derde behandeling significant harder was dan in de onbehandelde gaatjes. Van de met ozon behandelde caviteiten was 60% in hardheid verbeterd, terwijl dit in de controlegroep slechts 20% was. Van de onbehandelde caviteiten was bovendien meer dan 30% verslechterd, tegen minder dan 10% van de behandelde caviteiten. Om ethische redenen werden de grotere caviteiten behandeld en dienden de kleinere als controle, zodat de verbeteringen in hardheid van het dentine in werkelijkheid groter zijn dan de statistische gegevens doen vermoeden.

Opvallend was dat volgens de ouders slechts 60% van de kinderen in dit onderzoek bang was voor de tandarts, terwijl dit volgens de verwijzende tandartsen alle kinderen betrof. Na de eerste sessie bleek de angst voor de tandarts bij 82% van de kinderen verminderd en na de laatste sessie zelfs bij 93%. Na afloop van het onderzoek was het bij bijna 94% van de kinderen mogelijk de gaatjes in hun melkgebit op conventionele wijze te vullen, zonder dat ze volledige narcose kregen.

Geen van de kinderen had last van bijwerkingen van de plaatselijke - pijnloze - behandeling met ozon en ook de ouders namen geen bijwerkingen bij hun kinderen waar. Bijna alle ouders (92%) waren bereid meer te betalen voor een ozonbehandeling dan voor een conventionele restauratieve behandeling van het gebit van hun kind, en 89% zou opnieuw aan een vergelijkbaar onderzoek deelnemen.