Ministerie van Justitie
Persbericht ministerraad
22 juni 2007
BELEID NA UITSPRAAK EUROPESE HOF AANGEPAST
De ministerraad heeft op voorstel van minister Hirsch Ballin en
staatssecretaris Albayrak van Justitie ingestemd met enkele aanpassingen in
het asielbeleid als gevolg van het onherroepelijk worden van de uitspraak
van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens inzake de Somaliër Salah
Sheekh. Met deze aanpassingen is het kabinet van mening dat de toetsing van
asielaanvragen aan artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van
de Mens (EVRM) door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in lijn zal
zijn met de terzake geldende jurisprudentie van het Hof.
Op 23 mei 2007 is het verzoek tot intern appèl bij de Grote Kamer van het
Hof in de zaak van Salah Sheekh afgewezen. Het kabinet was van mening dat
drie aspecten van de uitspraak verduidelijking behoefden, te weten het
'singled out criterium', het slachtofferschap en het feit dat de nationale
rechtsmiddelen niet volledig waren uitgeput. Nu dit verzoek is afgewezen en
de uitspraak van het Hof onherroepelijk is geworden, dient gevolg te worden
gegeven aan de uitspraak.
Uit de overwegingen valt af te leiden dat het Hof het 'singled out'-
vereiste nuanceert ten aanzien van eerdere jurisprudentie. Indien een
vreemdeling tot een kwetsbare minderheidsgroep in zijn land van herkomst
behoort - waarbij van belang kan zijn dat hij persoonlijk reeds nadelige
gevolgen heeft ondervonden als lid van deze groep - én deze groep in het
algemeen geen bescherming tegen mensenrechtenschendingen kan verkrijgen,
kan worden aangenomen dat deze vreemdeling bij terugkeer naar het land van
herkomst een reëel risico loopt op een met artikel 3 EVRM strijdige
behandeling. De toets aan artikel 3 EVRM zal zodanig worden aangepast dat
bij de beoordeling van het individualiseerbare risico van een asielzoeker,
wiens relaas geloofwaardig wordt geacht, de algehele situatie in een land,
inclusief de generieke omstandigheden (zoals het behoren tot een kwetsbare
minderheidsgroep), wordt betrokken.
In het landgebonden asielbeleid kunnen dan - indien van toepassing -
bepaalde categorieën van asielzoekers worden aangewezen voor wie de
algehele situatie in het land van herkomst van dien aard moet worden
geacht, dat in samenhang daarmee wegens op zichzelf beperkte individuele
indicaties een dreigende schending van artikel 3 EVRM moet worden
aangenomen.
De algemene ambtsberichten van de minister van Buitenlandse Zaken worden
niet gediskwalificeerd door het Hof. Bij de beoordeling van asielzaken zal
echter explicieter dan nu ook andere informatie dan ambtsberichten van de
minister van Buitenlandse Zaken worden betrokken.
Het oordeel van het Hof om uitspraak te doen inzake de heer Salah Sheekh
zonder dat er hoger beroep was ingesteld bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State ziet specifiek op de
jurisprudentiële lijn van nationale rechterlijke instanties in met deze
zaak vergelijkbare gevallen. Het is aan de rechter om - in algemene zin -
jurisprudentiële lijnen te toetsen aan de jurisprudentie van het Hof en om
die waar nodig aan te passen, om te zorgen voor de eenheid binnen
rechtspraak.
RVD, 22.06.2007
Ministerie van Algemene Zaken