Persbijeenkomst op 22 juni 2007 mbt zaak OOMS Haulerwijk
Leeuwarden, 22 juni 2007
Aanleiding
Op woensdag 11 oktober 2006 rond 13.30 uur wordt in de slaapkamer van
zijn woning aan de Slotemaker de Bruïneweg te Haulerwijk, het
stoffelijk overschot van de 51-jarige Marinus Ooms aangetroffen door
de politie, nadat een bekende van de man geen gehoor kreeg bij de
woning. Uit sectie blijkt dat het slachtoffer door messteken om het
leven is gebracht. Dit moet zijn gebeurd in de nacht van 8 op 9
oktober 2006. Het slachtoffer was het slachtoffer was vastgebonden met
tie-wraps en tape.
Uit de woning van het slachtoffer worden enkele goederen vermist: een
leren portefeuille met stiksel aan de randen, een leren portemonnee,
een antraciet geldkistje met daarin enkele papieren en het rijbewijs
verdwenen. (Het rijbewijs was reeds op 10 oktober 2006 door een
automobilist aangetroffen langs de N31 van Drachten naar Leeuwarden.)
Â
Vanuit de 3 noordelijke politieregioâs wordt een Team Grootschalige
Opsporing (TGO) samengesteld, leider van het TGO is officier van
justitie Henk Mous, leider van het opsporingsteam is Klaas Aalbers van
de politie Fryslân. Het team bestaat bij de start van het onderzoek
uit ongeveer 25 man/vrouw.
Â
Â
Verloop onderzoek
Â
Sporenonderzoek
Op de plaats van het misdrijf worden gedurende een 7 dagen durend
forensisch onderzoek door de technische recherche en het NFI
(Nederlands Forensisch Instituut) tactische en forensische sporen
veiliggesteld en onderzocht.
Dit resulteert ondermeer in het aantreffen van sporen die leiden tot
meerdere DNA-daderprofielen en een aantal sporen waaruit kan worden
afgeleid dat er twee of meer daders bij het delict betrokken moeten
zijn geweest.
Â
Buurtonderzoek
Op 12 oktober 2006 wordt gestart met een groot buurtonderzoek. Het TGO
bestaat dan uit circa 25 mensen van verschillende disciplines. Dit
onderzoek wordt voortgezet op 13 oktober en na enkele dagen
afgesloten.
Op 13 oktober wordt het TGO uitgebreid tot 30 rechercheurs.
Op 16 oktober wordt onder de inwoners van Haulerwijk en omgeving een
brief verspreid waarin wordt verzocht eventuele wetenschap over de
zaak te melden.
Â
Projecten
Er worden vanaf Het begin van het onderzoekverschillende onderzoeken
gedaan binnen de sociale omgeving van het slachtoffer.
Aangezien het slachtoffer werkzaam was als maatschappelijk werker bij
het Ministerie van Defensie werd ook binnen de werkkring onderzoek
verricht waarbij de Koninklijke Marechaussee werd ingeschakeld.
Â
Vanaf 12 oktober 2006 wordt gestart met:
* Financieel onderzoek.
* B.N.M.O. (Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs-
en dienstslachtoffers
* Telecom
* Interessante personen
Â
Het team stelt tevens een aantal scenarioâs op:
* Roofmoord/ diefstal met geweld.
* Wraak/vergelding.
* Trauma.
* Seksueel delict.
* Persoonsverwisseling (later toegevoegd).
Â
Â
3 november 2006: Prioritering van de projecten.
* Infoverdieping. Dit project gaat vooral om het
natrekken van de binnengehaalde info
* Defensiezaken. Het totale klanten bestand van het
slachtoffer wordt nagelopen op mogelijke verdachte personen, die
passen binnen 1 of meerdere scenarioâs.
* Tactische sporen. Er wordt onderzoek gedaan naar de
achtergebleven attributen op de PD zoals tape, tie-wraps, pistool.
* Forensische sporen.
Â
Â
Opsporing via de Media
Op 17 en 31 oktober 2006 besteden de programmaâs Plysje Post en
Opsporing Verzocht aandacht aan de zaak.
Getoond worden een tasje (bestemd voor schoenen) van het merk GANT,Â
tape en bijzondere tie-wraps waarmee Ooms was vastgebonden/gekneveld.
Op 22 januari en 23 januari doet het rechercheteam - dat op dat moment
uit 35 mensen bestaat â via respectievelijk een persbericht en het
programma Opsporing Verzocht, een oproep aan iedereen die informatie
heeft over de zaak, zich te melden bij de politie of Meld Misdaad
Anoniem.
Â
In de uitzending van Opsporing Verzocht van 23 januari 2007 wordt
opnieuw aandacht besteed aan de zaak Ooms. Er worden onder meer
beelden getoond van een gasalarmpistool type ladykiller dat is
aangetroffen in de woning van Ooms en tevens wordt, teneinde zijn
identiteit te achterhalen dan wel om in contact te komen met de man
die zich op 6 november als eerste meldde aan het politiebureau aan het
Surinameplein in Amsterdam, het signalement van âRastaâ gegeven.
Â
Naar aanleiding van de uitzendingen van genoemde opsporingsprogrammaâs
komen in totaal 120 tips binnen, daarbuiten komen nog zoân 30 tips
binnen. Alle tips worden zorgvuldig nagetrokken. Dit levert wel de
nodige informatie op, maar zorgt niet voor een doorbraak in het
onderzoek. Alle tipgevers ontvangen binnen kort een brief van de
politie waarin uiteen wordt gezet wat er met hun tip is gebeurd.
Aanhoudingen
Op 6 november 2006 rond 16.00 uur, meldt een man zich aan het
politiebureau aan het Surinameplein in Amsterdam en vraagt om een
gesprek. De dienstdoende agent gaat op zoek naar een geschikte
locatie. De man loopt echter in de tussentijd het bureau weer uit.
Zijn personalia zijn op dat moment niet bekend, hij wordt daarom -
gelet op zijn haardracht - aangeduid met de naam âRastaâ. Enkele uren
later meldt de 21-jarige R.K. zich aan het bureau en verklaart kort
samengevat dat hij weet dat er iemand zou hebben verklaard dat hij
iemand zou hebben doodgestoken, dat dat niet waar is maar dat hij er
wel bij betrokken is geweest. Later zegt hij niets meer te willen
verklaren.
Â
Na deze verklaringen wordt R.K. op 7 november aangehouden. Aangezien
de verdachte vanaf dat moment ontkent, dan wel niets meer verklaart,
wordt het onderzoek in volle omvang voortgezet. Uit het
sporenonderzoek is immers duidelijk geworden dat er meerdere personen
betrokken zijn geweest bij de gewelddadige dood van Ooms.
Â
Begin 2007 Er wordt een beloning van 20.000 euro uitgeloofd door de
hoofdofficier van justitie voor diegene die informatie heeft die leidt
tot de oplossing van het misdrijf en het aanhouden van een/de
dader(s). Dit bedrag is overigens niet uitgekeerd.
Â
Â
Â
Â
Vervolg onderzoek naar overige betrokkenen/verdachten
Â
* Het team richt zich vervolgens op de geografische
en sociale omgeving waarbinnen R.K. zich heeft begeven. Zo blijkt na
onderzoek in Amsterdam en Drachten naar de verblijfplaats van R.K.,
dat deze in verband kan worden gebracht met een aantal andere
misdrijven, gepleegd in Amsterdam en Drachten. Hij wordt er onder
andere van verdacht dat hij in Drachten, in de zomerperiode van 2006
een aantal inbraken en een gewapende overval heeft gepleegd. In die
zaken worden tevens enkele medeverdachten aangehouden die voor deze
afzonderlijke feiten worden vervolgd.
* Dankzij intensief speurwerk komt op een gegeven
moment, eind november 2006, de 23-jarige M.K. prominent naar voren als
zijnde een kennis van R.K. Het blijkt dat R.K. een tijdlang heeft
verbleven in zijn woning in Amsterdam.
* Op 4 december wordt M.K. gehoord als getuige.
Tevens vindt er een zoeking plaats waarbij gezocht wordt naar spullen
van R.K. in de woning van M.K. te Amsterdam.
* M.K. verdwijnt , maar wordt op 5 december in
Frankrijk aangehouden voor een drugsdelict en vastgezet in Parijs.
Het team verneemt dit pas medio februari 2007 toen Frankrijk een
rechtshulpverzoek deed aan Nederland.
* Doordat M.K. na zijn 1^e verhoor niet meer te
vinden is in Amsterdam wordt besloten om een onderzoek in zijn woning
in te stellen. Op 8 december vindt er een tweede zoeking plaats in de
woning van M.K. Bij deze zoeking wordt gericht gezocht naar sporen die
mogelijk verband houden met de moord op Ooms. Er worden DNA-sporen
veiliggesteld, afkomstig van een tandenborstel. Het profiel komt
overeen met aangetroffen DNA-sporen op de plaats delict. Het DNA is
niet afkomstig van R.K.
* Nadat het team medio februari verneemt dat M.K.
vastzit in Parijs, gaat er een rechtshulpverzoek uit naar de Franse
autoriteiten zodat bij M.K. wangslijm kan worden afgenomen. Het
verkregen DNA-profiel wordt vergeleken met het DNA-profiel van een
daderspoor, aangetroffen in de woning van Ooms. Deze twee blijken te
matchen met het DNA-profiel van sporen die waren veiliggesteld in de
woning van M.K. Dit betekent een doorbraak in het onderzoek.
* Op 27 februari wordt in Amsterdam de zogenoemde
âRastaâ aangehouden, het blijkt een 21-jarige man uit die plaats te
zijn. Hij wordt in verzekering en bewaring gesteld maar komt op 13
maart weer op vrije voeten. Een DNA-vergelijking valt negatief uit en
er zijn verder onvoldoende ernstige bezwaren tegen hem. Hij geldt nog
wel als verdachte.
* Doordat zowel de groep rondom R.K. als M.K. in met
name Amsterdam goed in beeld is gebracht, komt de 22-jarige M.El M.
naar voren als degene die intensief contact heeft met met name M.K.
* Op 17 april wordt een 36-jarige man uit Amsterdam
aangehouden en vastgezet. Hij blijkt over veel concrete informatie te
beschikken. Nadat blijkt dat hij niks te maken heeft gehad met de
moord op Ooms komt hij op vrije voeten en wordt niet meer als
verdachte maar wel als getuige beschouwd. Deze man had van één van
de verdachten het verhaal gehoord.
* Op 29 mei wordt M.K. door de Franse autoriteiten
overgeleverd aan Nederland en vervolgens overgedragen aan de Friese
politie. Op 1 juni wordt hij geleid voor de rechter-commissaris in de
rechtbank Leeuwarden.
* 3 juni 2007 bekent M.K. samen met R.K. en M. El
M. de overval op Ooms te hebben gepleegd. Hij verklaart over ieders
aandeel op het plaats delict.
* 5 juni wordt M. El M. in de gevangenis te Alkmaar
waar hij vastzat voor diefstallen, aangehouden . Een dag later bekent
ook M. El M. de overval te hebben gepleegd samen met M.K. en R.K.
* Het door verdachten gebruikte voertuig werd op een
autosloperij te Amsterdam door het team teruggevonden. Door het NFI is
onderzoek gedaan in de auto. Een aantal sporen is veiliggesteld en
worden in het lab verder onderzocht. De uitslagen van die onderzoeken
zijn nog niet bekend.
* Zowel M.K. als M. El M. geven aan dat het hun te
doen was om geld. Ze waren door R.K. getipt dat er in de woning van
Ooms een kluis aanwezig zou zijn met een grote hoeveelheid geld.
* R.K. blijft, na 24 keer te zijn verhoord, ontkennen
dat hij betrokken is geweest bij de overval op Ooms.
* Het steekwapen is tot nu toe niet aangetroffen.
* De zaak tegen R.K. is tweemaal pro forma behandeld:
op 20 februari en 15 mei 2007.
* De afrondende verhoren vinden in juli plaats. Het
onderzoeksdossier wordt omstreeks 12 juli a.s. door het onderzoeksteam
overgedragen aan het OM.
* Op 9 augustus zal de zaak tegen R.K. opnieuw pro
forma worden aangebracht op een meervoudige kamerzitting van de
rechtbank Leeuwarden. Getracht wordt ook de zaken tegen M.K. en M.
El M. pro forma op die zitting aan te brengen zodat alledrie
verdachten (enkele maanden later) op dezelfde zitting voor de
inhoudelijke behandeling kunnen worden aangebracht.
Â
Â
Â
Â
Overzicht van de werkzaamheden in getallen uitgedrukt vanaf
12-10-06 t/m 18-06-07
Â
Fryslan
Drenthe
Gron.
KMAR
Â
Medewerkers
plm. 45
10
---
---
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Tips
150
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Getuigen
316
verklaringen
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Taps
73
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
BOB-aanvragen
144
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Histo telnrs.
287
telefoonnummers waarvan 198 van interessante personen
Â
Â
Diverse personen: 507 bestanden en 63558 printgegevens
Â
Â
Interessante personen: 1430 bestanden en 245420 printgegevens
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Masten
15
ruim 27879 gegevens
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Verdachten
---
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
OT
---
personen
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Financieel
---
banken
Â
Â
Â
Â
---
instellingen
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Rechtshulpverzoeken
---
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Â
aantal manuren
Â
50.000
Â
Â
Â
Â
Â
Â
Openbaar Ministerie