ChristenUnie


Bijdrage wijziging Embryowet

Bijdrage wijziging Embryowet

donderdag 21 juni 2007 10:31

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De ChristenUnie-fractie is verheugd dat met dit wijzigingsvoorstel gevolg wordt gegeven aan de afspraak in het regeerakkoord dat tijdens deze kabinetsperiode het verbod op het speciaal tot stand brengen en gebruiken van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek en andere doeleinden dan het tot stand brengen van zwangerschap wordt gehandhaafd.

Deze positieve beoordeling van het wijzigingsvoorstel kan niet los worden gezien van de moeite die wij hebben met de Embryowet zelf. U kent onze opvatting over de Embryowet, een minderheidsopvatting, en de discussie die in oktober 2001 is gevoerd over deze wet in zijn geheel. De ChristenUnie-fractie onderkent het belang van onderzoek maar is van mening dat de beschermwaardigheid van het leven uitgangspunt had moeten zijn bij de Embryowet en niet de bevordering van de wetenschappelijke ontwikkeling.

Wat mijn fractie betreft, zijn er dan ook meer bepalingen in de wet die voor een wijziging in aanmerking zouden komen, maar dat is een andere discussie, die wij vandaag niet voeren. De beschermwaardigheid van het leven vanaf het allerprilste begin is voor de ChristenUnie-fractie een principieel uitgangspunt. Een embryo is niet in toenemende mate beschermwaardig maar meteen al, vanaf het allereerste begin. Daaruit vloeit voort dat menselijke handelingen met embryo's alleen aanvaardbaar zijn wanneer zij gericht zijn op bijdragen aan het welzijn van het nieuwe menselijke leven. Iedere vorm van embryoverbruikend onderzoek of experimenten, ook indien deze zijn gericht op het dienen van andere gezondheidsbelangen, moet vanuit dat uitgangspunt van respect voor dit unieke leven worden afgewezen. Het doen ontstaan van embryo's voor andere doeleinden is in de ogen van de ChristenUnie-fractie om dezelfde reden niet toelaatbaar.

De ChristenUnie-fractie heeft vragen over de wijze waarop aan de afspraak in het regeerakkoord in dit wijzigingsvoorstel handen en voeten wordt gegeven. Mijn eerste vraag heeft te maken met het beperkte karakter van het wijzigingsvoorstel. Met dit wijzigingsvoorstel wordt slechts de termijn van vijf jaar waarbinnen een voordracht moet worden gedaan voor een koninklijk besluit om een verbodsbepaling van artikel 24a te laten vervallen uit de Embryowet geschrapt.

Dit betekent dat wanneer dit wetsvoorstel wordt aangenomen een koninklijk besluit voldoende blijft om op enig moment het verbod op het speciaal tot stand brengen van embryo's voor andere doeleinden dan zwangerschap te laten vervallen. De ChristenUnie-fractie vraagt aan de staatssecretaris of het staatsrechtelijk niet veel zuiverder zou zijn om, indien er al reden zou zijn om deze bepaling te schrappen, dit alleen te doen via een wijziging van de wet als zodanig. Deze bepaling behoort immers tot het hart van de Embryowet. Discussies over de wenselijkheid van het voortbestaan van het verbod horen daarom in beginsel thuis op het niveau van de wetgever. Ik verwijs daarbij naar de Aanwijzingen voor de regelgeving, nr. 22, waar het gaat om het primaat van de wetgever als richtsnoer.

De ChristenUnie-fractie constateert daarnaast dat de manier waarop het voorstel tot handhaving van het verbod op het speciaal tot stand brengen van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek en andere doeleinden dan zwangerschap kan worden gemotiveerd heel divers is. De onderbouwing kan wetenschappelijk van aard zijn, emotioneel -- het lijden van de medemens dat mogelijkerwijs kan worden verlicht -- maar ook filosofisch of religieus-filosofisch -- het stilstaan bij en ingaan op vragen rondom de aard en waarde van het leven -- en deze laatste aspecten hadden wat de ChristenUnie betreft nadrukkelijker een plek kunnen krijgen in de onderbouwing van het voorstel. Graag krijg ik een reactie op dit punt.

De ChristenUnie-fractie is blij met de voorgestelde wetswijziging, waarmee het verbod op het speciaal tot stand brengen van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek of andere doeleinden dan het tot stand brengen van zwangerschap wordt gehandhaafd. In het coalitieakkoord is ook afgesproken om onderzoek naar behandelingsmogelijkheden met gebruikmaking van volwassen lichaamsstamcellen te stimuleren. De ChristenUnie-fractie kijkt uit naar de voorstellen van de regering die uitwerking geven aan deze afspraak uit het coalitieakkoord. Wanneer kunnen wij die voorstellen verwachten?