ChristenUnie
Bijdrage debat over de agenda van de Europese Top
Bijdrage debat over de agenda van de Europese Top
woensdag 20 juni 2007 10:00
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. Wij staan aan de vooravond van de Europese Top. Ik
benadruk nogmaals dat de ChristenUnie zich kan vinden in de inzet van
het kabinet, zoals verwoord in de brieven van maart en mei jl. aan de
Kamer.
Graag spreek ik ook mijn waardering uit voor de voorbereidingen en
voor de inzet door het kabinet bij deze top. Uit de geannoteerde
agenda die wij hebben ontvangen maak ik op dat de komende dagen zal
worden gesproken over de procedure en het tijdpad om tot een nieuw
verdrag te komen, maar ook dat de agenda zeer ambitieus is. Het Duitse
voorzitterschap heeft aangegeven tot een concreet besluit te willen
komen waarin ook inhoudelijk zeer nauwkeurig de reikwijdte van de
onderhandelingen over een nieuw verdrag wordt vastgelegd. Het is dus
de bedoeling dat het komend weekend daadwerkelijk knopen worden
doorgehakt over de contouren van een nieuw verdrag.
In de geannoteerde agenda kom ik verschillende elementen tegen die
mijn fractie positief stemt in haar verwachtingen. Er wordt gesproken
van een intergouvernementele conferentie, waarin het nieuwe verdrag
moet worden opgesteld. Het overgaan tot zo'n IGC geeft al aan dat de
verdragen zullen worden aangepast. Dat zien wij als een bevestiging
dat het grondwettelijk verdrag werkelijk van tafel is. Het
voorzitterschap streeft ernaar om een duidelijk mandaat voor de IGC op
te nemen. Wordt het mandaat ook aan een termijn gebonden?
Ook de fractie van de ChristenUnie is van mening dat het Verdrag van
Nice geen goede basis meer vormt voor een Europese Unie die inmiddels
27 lidstaten telt. Er is een verdragswijziging nodig die de Europese
Unie in staat stelt om effectiever te opereren, de democratische
controle te versterken en de besluitvorming transparanter te maken. Op
dit punt zijn er goede elementen uit het grondwettelijk verdrag over
te nemen. Belangrijk is het dat de vertrouwensband met de burger wordt
hersteld. In dit licht zijn wij van harte voorstander van het
stroomlijnen van besluitvormingsprocedures en van de openbaarheid van
raadsvergaderingen.
De ChristenUnie waardeert het verzet van het kabinet tegen overname in
een nieuw verdrag van grondwettelijke verdragbepalingen die zijn
gerelateerd aan het beeld van staatsvorming op Europees Niveau. Het is
goed om te merken dat het politieke primaat van de lidstaten wordt
benadrukt. Belangrijk is een heldere verdeling van bevoegdheden. Op de
terreinen waar nu unanimiteit is vereist bij besluitvorming moet dat
zo blijven.
Een vraag van de ChristenUnie is dan wel wat op het niveau van het
verdrag aan verdeling van bevoegdheden kan worden geregeld. Terecht
wordt de vrees genoemd van het sluipenderwijs toe-eigenen van
bevoegdheden door de Unie. Het valt ons op dat dit in de praktijk met
name langs de weg van het Europese Hof gebeurt. Ook zien wij oorzaken
in de dynamiek van de interne markt. Via bepalingen van het strafrecht
komen onderwerpen eigenlijk zomaar op Europees niveau terecht. Graag
krijg ik een reactie van het kabinet op dit punt.
Het kabinet geeft aan te streven naar verheldering van een
toepasselijk juridisch kader. Dit waardeert de ChristenUnie, maar wat
is concreet de inzet op dit gebied? De afbakening van bevoegdheden
tussen Unie en lidstaten speelt wat de ChristenUnie betreft ook een
rol wanneer het gaat om het Handvest van de grondrechten van de
Europese Unie. De ChristenUnie-fractie is van mening dat de
bescherming van grondrechten primair een taak van de lidstaten zelf
is. De grondrechten van de burgers worden in de constituties van de
lidstaten al voldoende gewaarborgd, terwijl er internationale borging
is via het EVRM. Om te voorkomen dat het wijzigingsverdrag te veel een
grondwettelijk karakter krijgt wil het kabinet het handvest niet meer
integraal in het wijzigingsverdrag opnemen maar in plaats daarvan een
verwijzingsartikel naar het handvest gebruiken. Dit is echter vooral
een cosmetische ingreep. Het effect blijft namelijk hetzelfde. Het
handvest krijgt een juridisch bindende status. Het kabinet geeft aan
dat dit betekent dat burgers in geschillen over de uitleg en
toepassing van het EU-recht een beroep kunnen doen op de rechten en de
vrijheid van het Handvest van grondrechten. Deze afbakening is
belangrijk. Een vraag is dan wel of de tekst van het huidige handvest
zich wel leent voor de functie zoals in de agenda beschreven. De tekst
van het handvest heeft namelijk veel weg van een basisdocument voor
een staat.
De opname van de Kopenhagencriteria in het wijzigingsverdrag lijkt
niet haalbaar. Het is inderdaad van belang dat lidstaten op basis van
unanimiteit kunnen blijven beslissen over de toetreding van nieuwe
leden. Tegelijkertijd hecht de fractie van de ChristenUnie sterk aan
een steviger verankering van deze toetredingscriteria. Wat zijn
hiervoor de mogelijkheden?
Ik kom tenslotte op het punt van het vaste voorzitterschap.
Staatssecretaris Timmermans heeft eerder aangegeven dat het daarbij om
een puur technisch voorzitterschap zou moeten gaan. Op dit moment
zingt de naam van Tony Blair echter wat in het rond. Ik heb het hier
nu even niet over alle technische kwaliteiten die hij mogelijk bezit.
De fractie van de ChristenUnie vraagt zich wel af of híj nu de persoon
is die deze rol van technisch voorzitter het beste kan vervullen. In
zijn persoon zou deze functie toch weer haast een presidentiële status
krijgen.
Tijdens mijn maidenspeech in maart citeerde ik uit het boek "In
Europa" van Geert Mak. Ik heb minister Verhagen toen toegezegd om ook
het boekenweekgeschenk "De brug" te lezen, dat juist die dag
verscheen. Ik heb dat boekje meegenomen en ik ben mijn toezegging
nagekomen want ik heb het gelezen. Ik heb ervan genoten. Ik hoop dat
de minister het ook heeft gelezen. Ik wil graag een uitspraak van een
theeschenker citeren die in het boekje wordt opgevoerd. "Natuurlijk
wil ik naar Europa. Dat willen wij allemaal. Wie denkt daar niet over?
Europa, wat willen wij daar graag heen! Er is geld, je mag doen wat je
wilt en de mensen respecteren elkaar." Dit is zo maar een reactie van
een buitenstaander die aangeeft wat de waarde van de Europese Unie is.
De Europese samenwerking heeft geleid tot vrede, stabiliteit en
welvaart. Het is de moeite waard om met dit Europa verder te gaan. De
bewindslieden die dit weekend naar de Europese Raad afreizen, wacht
zeker geen gemakkelijke taak. De fractie van de ChristenUnie wenst hun
daarom veel wijsheid toe.
Mevrouw Peters (GroenLinks):
U las uit "De brug" een prachtig citaat voor van een Turkse
theeschenker. Mag deze theeschenker, deze Turk, van u toetreden tot de
Europese Unie en, zo ja, op welke manier?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Die vraag had ik uiteraard een beetje verwacht; dit boekje gaat immers
over Turkije. Het lijkt mij nu niet het moment om een uitgebreid debat
over de toetreding van Turkije te voeren. Met het oog op het
aanstaande weekend moeten wij nu goed nadenken over
toetredingscriteria en de Kopenhagencriteria. In dit licht moeten wij
op dit moment de toetreding van Turkije ook zien. Over de toetreding
van Turkije in het kader van het Europadebat heeft de fractie van de
ChristenUnie altijd gezegd dat Europa goed moet nadenken over zijn
grenzen, in inhoudelijk en geografisch opzicht. Wij vinden het echt de
vraag of Turkije geografisch bij Europa hoort. Juist ook in dit boekje
speelt die grote vraag een rol, waar Turkije nu eigenlijk bij hoort.
Om dat te illustreren zou ik nog veel meer moeten citeren. Het is een
land met twee gezichten, een brug die twee kanten met elkaar verbindt.
Maar goed, laten wij de discussie over Turkije op een ander moment
voeren.
Mevrouw Peters (GroenLinks):
Ik constateer met enige spijt dat u de Europese dromen van deze Turkse
theeschenker in rook doet opgaan.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Nee hoor, want ik geloof wel in een heel goed nabuurschapsbeleid. Ik
denk dat Turkije in ieder geval een heel goede buurman van de Europese
Unie zou moeten zijn.
ongecorrigeerd verslag